Close

Secret parenting op werk en waarom je ermee moet stoppen

20 januari 2021 02:01 / Carrière
Catherine Reitman als Kate Foster in Workin' Moms
Catherine Reitman als Kate Foster in Workin' Moms
C Carrièrevrouwen zijn slechte moeders en moeders zijn slechte carrièrevrouwen, zo luidt het hardnekkige vooroordeel. Om uit de tweestrijd van conflicterende verwachtingen van de werkvloer en sociale omgeving te ontkomen, vervallen veel werkende moeders in secret parenting.

Jij en je collega’s werken al weken aan een groot project voor een belangrijke internationale klant. Jullie zitten in de eindsprint, waarbij het hele team zich honderd procent moet inzetten. Maar dan krijgt je dochter een zware griep, waardoor je noodgedwongen thuis de zorg op je moet nemen. En je team in de steek moet laten. En ja, ze reageren heus begripvol – ‘Natuurlijk gaat de gezondheid van je dochter voor!’ – maar je weet hoe het gaat op werk: je knikkert net even een stukje naar beneden op de apenrots.

Veel mensen ervaren deze worsteling. We willen voldoen aan de eisen op de werkvloer, maar die staan vaak op gespannen voet met zorgtaken thuis. Vrouwen ervaren deze worsteling sterker dan mannen, omdat zij in onze maatschappij nog altijd in sterkere mate verantwoordelijk zijn voor de kinderen. En omdat vrouwen weten dat het moederschap hun carrière kan schaden, is de natuurlijke respons het bagatelliseren van zorgtaken tegenover collega’s, schrijft BBC.

'Zie je wel! Ze kan het niet'

Econoom Emily Oster noemt dit fenomeen “secret parenting.” De term werd in 2019 geboren, maar is in 2021 nog onverminderd relevant. Misschien zelfs vermeerderd relevant, nu door de lockdown het ouderschap tijdelijk enorm on-secret is. Maar daarover later meer, laten we eerst ingaan op de oorzaak van secret parenting.  

De male model

Dat vrouwen het gevoel hebben dat ze hun ouderschapstaken – en de hoeveelheid tijd die ze kosten – af moeten zwakken, is een gevolg van heersende vooroordelen rondom werkende moeders. Ze zouden minder toegewijd en minder bekwaam zijn dan hun mannelijke of kinderloze collega’s. Werkende moeders maken daarom minder vaak promotie en hebben kleinere kans aangenomen te worden voor een functie.

“Vrouwen halen betere cijfers en studeren beter af, maar worden dan ineens tegengehouden”, aldus Roos van Dalen. Zij deed onderzoek onder Nederlandse topvrouwen naar de beleving van genderongelijkheid in de top van het bedrijfsleven. Haar onderzoeksresultaat in één zin: het grootste obstakel voor carrière maken, zijn de sociale patronen en vooroordelen rondom moederschap. Dataonderzoek van The Economist bevestigt dit beeld: de achterstand van vrouwen start vanaf de geboorte van het eerste kind en groeit voor ieder kind dat een vrouw daarna nog krijgt.

De grondslag van deze vooroordelen, is de male model. Doordat de meeste leidinggevenden jammer genoeg nog steeds mannen zijn, is het heersende plaatje van de perfecte werknemer nog altijd gebaseerd op een mannelijke figuur. “Voor mannen is de verwachting dat zij de opvoeding van de kinderen aan iemand anders overlaten en hun werk op één hebben”, zegt Roos van Dalen hierover.

Als vrouwen laten zien dat zij naast werk nóg een grote prioriteit hebben, namelijk de kinderen, bekrachtigt dit binnen de male model het idee dat vrouwen hun werk minder serieus nemen. “Als er ’s avonds een workshop gehouden wordt en een vrouw meldt zich af vanwege haar kinderen, is dit een bevestiging van vooroordelen: zie je wel, ze kan het niet”, zegt Van Dalen. 

Het vooroordeel dat moeders minder capabele carrièrevrouwen zijn, wordt sterker in lockdown

Deze male model komt voort uit traditionele maatschappelijke normen, die ons vertellen dat goede vaders voor de kost zorgen en goede moeders voor het kroost. Je zou kunnen zeggen dat de tegenhanger van de male model op de werkvloer, de female model aan het thuisfront is. De female model vertelt ons dat vrouwen beter zijn in opvoeden en in het huishouden, terwijl daar wetenschappelijk geen enkel bewijs voor is. Van Dalen geeft aan dat veel van de topvrouwen die ze sprak, kampten met het gevoel geen goede moeder te zijn, omdat ze niet aan de verwachtingen van deze hypothetische female model kunnen voldoen.

De onthulling van de ouder

En dat komt in de lockdown nog maar eens extra aan het licht. Parenting is nog nooit zo on-secret geweest als nu. De Volkskrant illustreerde dit vorige week met het voorbeeld van de kleuter die ‘Papa is aan het poepen’ riep tijdens een videovergadering van De Nederlandsche Bank. Betekent dit kijkje in de keuken (en woonkamer en slaapkamer en rommelhok-turned-werkkamer) van werkende ouders dat er een einde komt aan secret parenting? Nee, volgens Van Dalen geldt zelfs het tegendeel. “Opvoeden wordt inderdaad tijdelijk zichtbaarder.”

Maar dit betekent niet dat de onderliggende problematiek, namelijk op gender discriminerende verwachtingen, nu in een keer opgelost is. “Ik denk dat vrouwen tijdens de lockdown juist meer verantwoordelijk zijn geworden voor het bezighouden van en lesgeven aan de kinderen dan mannen.” Families vallen dus meer terug in de traditionele rollen die de male model en female model voorschrijven.

Bovendien, zegt van Dalen, kan het zichtbaarder zijn van opvoedtaken – omdat er weer eens een kind de Teams-meeting verstoort, of omdat moeder een meeting volledig moet missen omdat ze de kinderen moet lesgeven – de vooroordelen dat moeders minder capabele carrièrevrouwen zijn, zelfs versterken. “Hoewel topmannen met kinderen in de eerste plaats als topman worden gezien, worden topvrouwen met kinderen vaak gezien als moeder met toevallig ook een topfunctie. De vrouwen die ik sprak wensen, net als mannen, te worden gezien als professional. Thuiswerken en de zichtbaarheid van de opvoeding versterkt het moeder-imago van deze vrouwen.”

Hoop aan de Noordelijke horizon

Als we naar Zweden kijken, kunnen we inspiratie opdoen voor mogelijke oplossingen. Daar bestaan minder op gender gebaseerde verwachtingen met betrekking tot zorg na de geboorte. Mannen en vrouwen hebben recht op evenveel ouderschapsverlof. Nu zul je misschien denken: wat modern en vooruitstrevend, zo’n genderneutraal verlof. In contrast met ons op gender discriminerende verlofbeleid wel, ja. Maar de Zweden kennen dit beleid al sinds 1974. Daarnaast bestaat er in Zweden geen druk om zorgtaken te bagatelliseren, schrijft de BBC. Er zijn geen vooroordelen op de werkvloer over de bekwaamheid van ouders en het prioriteren van kinderen boven werk wordt openlijk gesteund. Zowel voor mannen als voor vrouwen.

In Nederland kunnen we twee dingen doen. Allereerst, kunnen we ervoor zorgen dat er meer gelijkheid komt in het verdelen van de zorgtaken tussen mannen en vrouwen. Naast het ouderschapsverlof dat beter kan, is volgens Van Dalen ook kinderopvang belangrijk. Volgens haar zorgt dure kinderopvang voor ongelijkheid. Als vrouwen – die jammer genoeg vaker minder verdienen dan mannen – merken dat iedere euro die ze verdienen direct naar de kinderopvang gaat én dat ze negatieve reacties uit de sociale omgeving krijgen als de kinderen ‘te vaak’ naar de opvang gaan, is de prikkel om thuis te blijven en tijd met de kinderen door te brengen groot. De keuzevrijheid tussen werken en thuisblijven neemt toe als kinderopvang goedkoper wordt en sociale patronen worden doorbroken. Het is een pleidooi dat deze week ook het nieuws haalde, toen niet alleen oppositiepartij GroenLinks, maar ook coalitiepartij D66 voor gratis kinderopvang pleitte. 

Ten tweede, zouden zorgtaken meer openlijk besproken kunnen worden, waardoor het prioriteren van de opvoeding wordt genormaliseerd en niet wordt bestraft met verminderde carrièrekansen. Oster schrijft: “Bevecht de cultuur die aanzet tot secret parenting door … te stoppen met secret parenting. Uiteindelijk zullen je collega’s volgen.” Pas wanneer werkende ouders openheid geven over hun zorgtaken, wordt zichtbaar welke afspraken of structuren binnen een organisatie heroverwogen zouden moeten worden om hen tegenmoet te komen. Misschien zijn bepaalde vergadertijden niet optimaal of moet het meenemen van een kind naar werk genormaliseerd worden.

Dit start bij de leidinggevende. “Als een vrouw eenmaal de top heeft bereikt, kan ze zelf in hogere mate de planning bepalen. Ze kan vanuit die positie haar collega’s helpen”, zegt van Dalen. Dit geldt overigens ook voor mannen aan de top. Uitspraken als: ‘Na 18 uur plannen we geen vergaderingen meer, omdat ik dan met de kinderen wil zijn’, geven een signaal af dat het oké is om het werk om tijd met de kinderen heen te plannen en hier open over te zijn.

Zo gaan werk en ouderschap steeds minder met elkaar conflicteren en kun je gewoon iedere dag om 18 uur met je kinderen aan tafel én carrière maken. Zonder daar stiekem over te hoeven doen.

Nina van Rijn