3 buitengewoon beeldige kunstwandelingen door de stad

Begin jij ook langzaam afkickverschijnselen te krijgen? Door het sluiten van musea zijn we ineens cold turkey gegaan van onze kunstinname. Je kunt nog kleine shots kunst binnenkrijgen, door bij het Stedelijk naar binnen te gluren om daar nét dat ene kunstwerk van Yves Klein door de deuropening van de eerste ruimte te kunnen zien. Maar dat is bij lange na niet genoeg om de honger te stillen. Dus, zie hier, drie wandelroutes in drie Nederlandse openluchtmusea, genaamd Eindhoven, Groningen en Amsterdam, want ook buiten kun je buitengewone kunst bekijken.
De straatkunst van Eindje Gramma
Eindhoven kent een heel uitbundige street art scene. Legale en illegale graffitiwerken maken van de stad een veelkleurig canvas. De legale werken in de stad worden veelal in opdracht van de gemeente gemaakt. Om te voorkomen dat spraylustige kunstenaars die geen opdrachten krijgen de nog maagdelijke gebouwen van de stad aantasten, heeft de gemeente zelfs één plek aangewezen waar ongevraagde artistieke uitingen worden gedoogd.
Deze tocht voert je langs de beste plekken om deze relatief jonge kunstvorm te aanschouwen.

Graffitiartiesten hebben hier een strijpje voor
Kom je met de trein? Stap dan uit op station Strijp-S, of wandel of fiets de twee kilometer vanaf Eindhoven Centraal. We beginnen onze tocht bij het viaduct waar de Torenallee onder de Beukenlaan doorgaat. Hier is iets leuks aan de hand: een handvol handjes in de lucht, die handzaam het viaduct hooghouden. De handige artiest, Niels Bakkerus (1), heeft er blijkbaar een handje van handjes te schilderen. De handen zijn van buurtbewoners, die een foto van hun onderarm konden laten maken bij het buurthuis, om vervolgens door Bakkerus op het beton vereeuwigd (of vertijdelijkt, want straatkunst is per definitie niet-eeuwig) te worden.
Het volgende kunstwerk ligt binnen handbereik (sorry, nu is het genoeg inderdaad). Het industrieterrein, waar begin vorige eeuw glas, karton en gas werd geproduceerd voor Philips, maar wat nu een ultrahippe creatieve broedplaats is, is bezaaid met kunst. Zigzag tussen de gebouwen door op zoek naar pareltjes. Vergeet skatepark Area 51 (2) niet. Vooral het straatje tussen de skatehal en Radio Royaal is de moeite waard. Zoek bijvoorbeeld de skater van Sam Bates (artiestennaam Smug).
Vergif voor de ogen
Achter het Klokgebouw (voor sommigen één van de fabrieksgebouwen van Philips, voor anderen samen met de Gashouder in Amsterdam de plek waar je vroeger naar Awakenings ging) vind je The Sound of Strijp-S (3). Kunstenaars Belin, Robin Nas (a.k.a. Zenkone), Studio Giftig, Pims Bens, Sven Sanders en Vincent Huibers schilderden hier zeven artiesten die in het Klokgebouw hebben opgetreden. Leuke quiz om met je medewandelaar te doen: wie herkent de meeste artiesten? Wil je doen alsof je een zieke muziekkenner bent, dan zijn hier de antwoorden: Fresku, M.I.A, Faithless, Motörhead, Die Antwoord, Kovacs en Peter Pan Speedrock.
LEES OOK
Vanaf het Tunneltje bij de steenstraat tot aan het Philipsstadion (4) vind je één ononderbroken muur vol graffiti. Je vindt hier onder andere abstracte, pastelkleurig werken van LoveLetters Crew en NLS, een olifant-kikkermutatie van HRVB, de RedNeckGorilla van Nilko White, hypnotiserend en geometrisch werk van Angeltoren en Guus Meeuwis door Studio Giftig. Als je geluk hebt. Want het is graffiti hè... Je weet nooit wanneer een meer of minder getalenteerde artiest vindt dat het tijd is voor zijn of haar werk op de muur. Vergeet de beroemde Pauw (5) van Decofiti naast het PSV-honk op de Gagelstraat en de binnen- en buitenkant van de Elisabethtunnel (6) niet mee te pakken!
Als je nog niet genoeg hebt van Studio Giftig, loop dan door naar de Nieuwe Emmasingel 19 voor het werk Eternal love (7). Dit onderzoekt wat er met de liefde gebeurt als één van de twee niet langer op deze aarde is.
Tijd voor een dwaas loopje
Vervolg je weg langs het spoor, en je stuit al gauw op het Dommeltunneltje, ofwel de Silly Walks tunnel (8), die het inmiddels bekende Studio Giftig beschilderde ter ere van de Silly Walks van Monty Python. Je weet wat je te doen staat als je door dit tunneltje loopt...

Vanaf hier loop je in 20 minuten (het is de moeite waard, pinky promise) naar De Berenkuil (9). De Berenkuil is een soort verzonken oase tussen de verkeerschaos. Hier kun je je prima een paar uur vermaken. Op de muren rondom de kuil kunnen artiesten legaal hun graffiti-ei kwijt. De Berenkuil is dus continu in verandering. Jaarlijks komt hier tijdens het graffitifestival Step in the Arena talent van over te hele wereld samen voor een grondige transformatie van de muren.
Aangezien het legaal is: zelf ook even een kwastje of spuitbusje tevoorschijn toveren?
Decadent doen in Nieuw en Oud-Zuid
Schrijf 'Oud-Zuid' en er dringt zich als vanzelf een stemmetje op: ‘Oud Zuid, super duurrr, super duuurr, fucking duurrr.’ Weet je nog? Dat foute liedje uit de zero’s van die vier Amsterdamse kakkers? Nee?
In ieder geval, Oud-Zuid is een fucking dure buurt. Het is dus überhaupt leuk om doorheen te struinen en je te vergapen aan de mooie huizen. En daarnaast is ook bij het verfraaien van de buitenruimte geld noch moeite bespaard. Dat manifesteert zich in een bijzondere collectie aan beelden. En daar mogen ook niet-Oudzuid'ers van genieten!
Wij tekenden voor jullie een lange wandeling uit (voor ingewijden van De Haarclip van Marie-Claire: een LAWA). Een wandeling met veel aandacht voor verschillende groepen mensen die de stad in de Tweede Wereldoorlog kende: de onderduiker, de verzetsstrijder en de bevrijder.

Een ode aan de meester van deze buurt
Voordat we het sjieke Oud-Zuid betreden, beginnen we onze tocht in nieuwer Zuid, in de Rivierenbuurt welteverstaan. Aangezien onze wandeling vrijwel volledig door het stadsdeel loopt dat stedenbouwkundige H.P. Berlage (1) samen met een handjevol architecten ontwierp, kunnen we geen beter plek bedenken om te starten dan bij zijn standbeeld, door Hildo Krop. Zodat we hem even kunnen bedanken voor alle mooie gebouwen die we onderweg zullen zien.
We vervolgen onze weg naar het Merwedeplein. Wie het Dagboek van Anne Frank heeft gelezen, komt de naam van dit plein vast bekend voor. Anne woonde hier bijna tien jaar lang, totdat ze in 1942 moest onderduiken. Op dit plein vinden we een standbeeld van Anne Frank (2), van Jet Schepp. Met een beetje fantasie, zie je Anne zo over het gras huppelen. En alsof kunstenaar Aart Rietbroek zijn best deed om thematisch zo ver mogelijk bij Anne Frank vandaan te komen, ligt er verderop op dit plein een beeld van een gestileerde hoop paardenstront: Ode aan de paardenvijg (3).
LEES OOK
Als we doorwandelen, de Churchill-laan op, komen we ter hoogte van de Waalstraat het Wilhelmina Drucker-monument (4) tegen, vervaardigd door Gerrit van der Veen. Het beeld eert een van ’s lands eerste feministen en de tekst op de sokkel eert de vrouw als vrij mens. Bij het kruispunt met de Schipbeekstraat, vind je het werk van Shlomo Koren met de naam Two frames (5), en het werk is letterlijk dat: twee frames. Het is in zeer twijfelachtige mate boeiend om dit werk vanaf verschillende kanten te bekijken, om vervolgens weer snel door te lopen.
Een herinnering aan de onbevangenheid die in ieder kind schuilt
Een figuurlijk hoogtepuntje van deze wandeling: de Kinderbrug. De maker van de beelden op deze brug, weer Hildo Krop, versierde als stadsbeeldhouwer van de Gemeente Amsterdam talloze bruggen. Zijn idealen, een betere wereld voor mens, dier en natuur, zijn daarin terug te zien. Ze zijn niet te missen op de Kinderbrug. De onbevangenheid der mensen tegenover het leven (6) is het meest opvallende werk. Het toont een onbevangen driejarig kind, dat de wildheid van het leven, in de vorm van een paard, prima lijkt te kunnen verdragen. Krop lijkt daarnaast iedere kinderdroom – de mijne in ieder geval – uit te laten komen, in zijn werken Meisje met eekhoorns en jongen met konijnen (7).
Een stukje Canada in Amsterdam
Ter ere van de Canadezen, is dit stukje gras anderhalf jaar geleden omgedoopt tot het Canadezenplantsoen. In mei 1945 kwamen duizenden Canadezen via deze plek de stad in, warm verwelkomd door het Amsterdamse volk. Toen dit tafereel zich 35 jaar later ceremonieel herhaalde, werd als dank voor de bevrijding het werk Amsterdam dankt zijn Canadezen (8), van Jan de Baat, onthuld.

Een paar stappen verderop, zie je het stukje stad dat Berlage reserveerde voor een monumentaal pand. Dat is zichtbaar gelukt, getuige het hoge, witte blok dat voor je neus verrijst: de voormalige Rijksverzekeringsbank. Stadsbeeldhouwer Krop was er ook hier weer als de kippen bij. Ook beeldhouwer Frits van Hall kreeg in 1940 opdracht om één van de twee beelden die hier zouden komen te maken. Maar Van Hall werd in de oorlog geëxecuteerd en heeft het beeld nooit af kunnen maken. In 1954 werd Krop’s beeld De beschermer en Handhaver van de Sociale Wetgeving (9) onthuld, evenals Beschermster van de Sociale Zorg en Gerechtigheid van Han Wezelaar. Weer een paar stappen verderop, vinden we Maja (10) van Frans Werner, een verwijzing naar de romeinse godin.
Zij die niet bevrijd konden worden en de bevrijder
We maken een klein ommetje om naar nóg een onbevangen kind te kijken, op het speelplein op de Corellistraat. Hier staat het Gedenkteken Maria Montessori (11), ter ere van de welbekende Italiaanse pedagoog, gemaakt door Gerarda Rueter. Laat je vooral even opladen door dit vrolijke werk, voordat je verdergaat naar misschien wel het meest aangrijpende werk van deze route: Monument gefusilleerde verzetsstrijders (12), van Jan Havermans op het kruispunt Apollolaan en Beethovenstraat. In 1944 werden op exact deze plek 29 mensen, zonder enige vorm van proces, gefusilleerd. Je kunt de twee linker figuren in de ogen aankijken, wat dit beeld extra pijnlijk maakt.
“ Struin vanuit hier het Vondelpark in en ga op zoek naar de echte Picasso die zich in het groen schuilhoudt
Via het werk Bosgod (13) voor het Hilton Hotel en Le Penseur (14), de verbeelding van Dante door Rodin die je ongetwijfeld eerder hebt gezien, lopen we naar het werk van Japans-Amerikaanse Tajiri. Om de demonen en angsten te bezweren die hij overhield aan de bevrijding van Europa, waaraan hij als Amerikaan tijdens de Tweede Wereldoorlog deelnam, maakte Tajiri vele wachters. Zoals deze Wachter 1 (15), die als een beschermengel over het volk uitkijkt.
De Picassospeurtocht
Via het bijna brutalistische werk van Henk Zweerus, Verticale compositie (16), lopen we naar de laatste stop van de wandeling, het Emmaplein. Hier vinden we het enorme Monument Koningin Emma (17), vervaardigd door Lambertus Zijl. Het werk laat letterlijk zien dat Koningin Emma op handen werd gedragen. Op dit plein vind je ook het werk van Pearl Perlmuter, genaamd Verschijning. Of het daadwerkelijk een verschijning is, of een ontplofte auto, of een gemuteerde robotpitbull, is aan jou.
Was deze Lawa je nog niet lang genoeg? Struin dan vanuit hier het Vondelpark in en ga op zoek naar de echte Picasso die zich in het groen schuilhoudt.
Paraderen tussen de poëzie
Nu de oogjes zijn gestreeld (ouch), is het tijd om de hartjes en hersenen te strelen. Dat doe je het best in Groningen. Hier zijn stad en woordkunst met elkaar verweven, op de meest onverwachte plekken. Dwaal door de straten en dwaal af in je gedachten aan de hand van deze prikkelende poëzie-promenade die we voor je hebben uitgestippeld.

Het duurt te lang, ik sta hier al een tijdje
Om het eerste gedicht te kunnen zien, moet je strategisch te werk gaan. Zorg ervoor dat je genoeg tijd hebt om te wachten, dat je de poëziewandeling op een warme, zonnige dag doet waardoor er veel bootjes te water zijn en dat je aan de juiste kant van de Oosterbrug staat. Want alleen als de brug opent, zie je Gestadige beweging (1) van Hendrik Nicolaas Werkman. Lees het hardop, want bij deze onbegrijpelijke mengelmoes van Franse, Engelse en Nederlandse woorden draait het om de klank, niet om de inhoud.
Op de stoep voor zijn geboortehuis, vind je Op de eerste beschreven pagina van mijn verleden (2) van Rommert Boonstra, waarin hij vertelt dat zijn allereerste herinneringen, herinneringen aan de stad Groningen zijn. Nu we bekend zijn met Boonstra, kunnen we gelijk nog een werk van hem tot ons nemen. Op de Praediniussingel 59 doet hij herinneren aan de tijd waarin dit gebouw nog het Natuurmuseum was, met zijn werk Om tien uur opent het museum zijn poorten (3).
LEES OOK
Hierna gaan we de binnenstad in, te beginnen op de hoek van de Ruiterstraat en de Gedempte Zuiderdiep. Hier vind je een gedicht over de – voor de dichter Willem Wilmink onbekende – goochelaar Ben Ali Libi (4) die hier werd geboren en in de Tweede Wereldoorlog omkwam in vernietigingskamp Sobibór.
Drie lettergrepen zeggen meer dan duizend woorden
Een schaarse twee minuten verder lopen, bij de Folkingestraat 9, vind je het gedicht Ook hier (5) van Peter de Kan, bestaande uit slechts één woord. Maar vergis je niet. Dit gedicht, een herinnering aan de joodse gemeenschap die voor de oorlog in Groningen woonde, raakt je ziel hoe dan ook.
Ook de Groningse horeca doet een duit in het poëziezakje. Op de hoek van de Akerstraat en de Turftoren vind je Café Brussels Lof en om de hoek Café Wolthoorn & Co. Op de gevel van het eerste café en op de raam van het tweede, vind je respectievelijk de werken Brussels Lofzang (6) en Ik heb in dit café… (7), beiden van Driek van Wissen. Beide gedichten zijn een ode aan de cafés. Mochten deze tentjes open zijn – voor afhaal of voor neerstrijken – doe dan vooral ook even bij hen een duit in het zakje. Ze kunnen het vast gebruiken.
De eeuwigheid en vergankelijkheid van de stad
We vervolgen onze weg naar het Waagstraatcomplex aan de Guldenstraat, een gebouw uit 1997 in een stad die al bijna duizend jaar bestaat. Het gedicht van Jean-Pierre Rawi, De eeuwig wisselende hemel welfde (8), dat hier in het marmer gebeiteld staat, viert de eeuwigheid van de stad en de veranderlijkheid van haar gebouwen. En in de toekomst zal dit gebouw en het gebeitelde gedicht ook ooit weer vergankelijk blijken.
“ Ook de laatste twee gedichten vergen een geraffineerde strategie
Op de Nieuwe Markt, op het gebouw Forum Groningen, titelde Simon van Wattum zijn gedicht wel héél letterlijk: Ik dicht (9). Ook om dit gedicht te kunnen lezen, is een zekere strategie vereist: zorg ervoor dat je een Groninger bij je hebt die de tekst voor je kan vertalen, óf tik een Groninger op de schouder (als dat kan op 1,5 meter afstand) en vraag of hij of zij je kan helpen. Een derde optie is opnieuw: lees het hardop en geniet van de klanken.
Zoek in het gras bij Het Paleis op de Langestraat naar het gedicht van Ronald Ohlsen, getiteld Huis des levens (10). Nog zo’n gedicht van slechts een paar woorden: kort is het dus zeker, of het ook krachtig is, is aan jou.
We eindigen onze route op het Wielewaalplein. Om de wandelroute net zo avontuurlijk af te sluiten als we hem begonnen, vergen ook de laatste twee gedichten die je hier vindt een geraffineerde strategie. Het eerste gedicht, De Wielewaal (11) van Rense Sinkgraven, hangt namelijk in de hal van de Wielewaalflat. Glip dus met een bewoner mee naar binnen, om dit werk tot je te kunnen nemen. Beter nog: vraag een bewoner vriendelijk of je even naar binnen mag om het gedicht te lezen. Komt er niemand voorbij? Bel dan aan bij de bewoner met de vriendelijkst klinkende naam. In woontoren De Groenling vind je het gedicht met diezelfde naam, De Groenling (12), van Kasper Peters. Ook deze hangt in de hal, dus je moet binnen zien te komen. Het contrast tussen de twee werken is groot. Waar De Groenling een lofzang voor de woontoren is, waar het gaat over dromen en wensen en liefdesepisodes van de stad, wordt er in De Wielewaal gesproken over ‘aftands’, ‘afgrond’ en een verlangen ergens anders te wonen.
Nu is het toch te hopen dat, tegen de tijd dat je deze drie wandelroutes hebt gelopen, de musea weer open zijn. Anders wordt het weer naar binnen gluren bij het Stedelijk. In de tussentijd verzoeken we de curator aldaar om het schilderij in de eerste ruimte af en toe te verwisselen, zodat we ook eens iets anders zien dan Yves Klein.