Geen snoepjes van vreemden, wel koffie van een onbekende

Niet met vreemden praten. Geen snoepjes aannemen van mensen die je niet kent. Nooit de deur opendoen als ik er niet ben. Wie heeft het als kind niet te horen gekregen? We leren al vroeg van onze ouders dat onbekenden niet te vertrouwen zijn. Je moet en zult te allen tijde oppassen voor stranger danger. En nu allerlei kloven in de samenleving zich lijken te verdiepen – arm en rijk, links en rechts, conservatief en progressief – zou je zomaar kunnen denken dat we dat wantrouwen tegenover de ander diep geïnternaliseerd hebben.
Maar: een samenleving betekent letterlijk 'samen leven'. En samen leven betekent dat je anderen moet kunnen vertrouwen. En dat doen we ook, schrijft Greg Rosalsky in dit artikel: we durven er iedere dag vanuit te gaan dat de barista bij het koffietentje ons niet vergiftigt en dat de bank ons geld niet zal laten verdwijnen. Als we online voor iets betalen, vertrouwen we erop dat het pakje – ook al is het na lang wachten en de pakketbezorger minstens één keer missen – ooit ook aankomt.
LEES OOK
En dat is belangrijk, schrijft econoom Benjamin Ho uit in zijn nieuwe boek Why trust matters: an economist's guide to the ties that bind us, omdat vertrouwen het fundament vormt van onze maatschappij en onze economie. Van nature zit daar een grens aan: dankzij psycholoog Robin Dunbar weten we dat we maximaal zo'n 150 mensen kunnen kennen en vertrouwen. Maar dat aantal kan je flink uitbreiden met bepaalde sociale constructies als religie of via oranje shirtjes op Koningsdag: mensen houden ervan bij een groep bij te horen. De overheid voegt hier wetgeving aan toe om ervoor te zorgen dat vreemden ons niet zomaar van alles aan kunnen doen.
Doe nog een vleugje marketing van grote ketens in de mix en het magische recept voor vertrouwen is compleet. Dat we geen idee hebben wie ons eten opwarmt, maakt ons weinig uit zolang we de twee gele McDonalds bogen op de gevel maar herkennen. Zo zijn we steeds opzoek naar nieuwe manieren om meer vertrouwen in elkaar te krijgen. Vooral grote bedrijven hebben er een waar talent voor. Dankzij Uber stappen we met gemak bij een vreemde in de auto en Airbnb zorgt ervoor dat we het prima vinden om bij een onbekende thuis te slapen. Heb je je ooit afgevraagd waarom sociale media eeuwige pushberichten sturen totdat je een profielfoto hebt toegevoegd? Juist ja: het zien van een gezicht vergroot ons vertrouwen.
Daar ligt natuurlijk ook een griezelige vergrotende trap in besloten. China bouwt bijvoorbeeld druk aan een systeem dat mensen moet gaan ranken. Doneer je bloed? Dan krijg je er een punt bij. Parkeer je je auto in het verkeerde vak? Puntje eraf. Zo checken we straks niet alleen hoeveel sterren een restaurant nodig heeft voordat we er willen eten, maar ook dat we met iemand met minder dan drie sterren toch echt geen vrienden willen zijn. Als je dit doet denken aan die iconische aflevering Nosedive van de dystopische serie Black Mirror, zit je raak. En ook de associatie met George Orwells 1984 is nooit ver weg. Toch zijn er ook mensen die dit systeem verdedigen omdat ze het een goede manier vinden om nog meer vertrouwen in de samenleving te creëren, aldus Rosalsky.
Ondanks deze opmars naar maximaal vertrouwen zijn er genoeg obstakels op de weg. We vinden het bijvoorbeeld een stuk moeilijker om op mensen te rekenen die er anders uitzien dan wijzelf, schrijft Ho in zijn boek. Dit kan voor problemen zorgen als de migratie toeneemt zoals het dat de afgelopen decennia heeft gedaan. Ook de groeiende ongelijkheid – die er door de pandemie niet minder op is geworden – is niet handig voor het geloof in je medemens. De derde bad guy die door Ho genoemd wordt, is het internet. Ook de profielfotootjes waarmee we dagelijks in aanmerking komen nemen één van die 150 plekken in beslag. Alsof dat nog niet erg genoeg is, zorgt de online wereld er ook nog eens voor dat groepen waarin we ons thuis voelen minder in de echte wereld bestaan en meer in een virtuele wereld. Laat het voor een samenleving nou niet handig zijn als je iemand aan de andere kant van de wereld wel tot je eigen groep rekent, maar de overbuurvrouw niet.
Toch weten we dankzij het CBS dat hier in Nederland het aantal mensen dat de overheid vertrouwt steeg van 39% in 2019, naar 58% in 2020. Ook op onze buren durven we te bouwen. Drie op de vijf mensen denkt van hun medemens op aan te kunnen, dat percentage is al lange tijd gelijk.
Ho eindigt zijn boek dan ook op een positieve toon. It's a bumpy road, maar de weg leidt vooruit. Dus voorlopig zullen we er in blijven geloven dat zelfs de pakjes van AliExpress onze voordeur ooit bereiken.
Meer weten over het belang van vertrouwen in een samenleving? Het hele artikel van NPR lees je hier.