Hé lekker ding, waar gaan die vuige catcalls naartoe?

De term catcallen komt, geloof het of niet, uit het theater. In de 17e eeuw was een cat-call een instrument dat het theater publiek gebruikte als een classy vervanger voor boegeroep. Het katachtige gesis dat eruit kwam, maakte de afkeuring van het publiek duidelijk hoorbaar. Toen was het dus al een onwelkom geluid.
Het gebruik in het theater is inmiddels verouderd, maar de daarvoor in de plaats gekomen betekenis van catcallen is nog steeds een dagelijks probleem. Het nastaren, naroepen en nasissen van vrouwen en minderheden gebeurt aan de lopende band. Renée Römkens, bijzonder hoogleraar gender gerelateerd geweld en voormalig directeur van Atria, benadrukt dat het overgrote deel van de daders man is: "We moeten het beestje bij de naam noemen. Het zijn voornamelijk mannen die opmerkingen naar vrouwen toe maken die met hun seksuele aantrekkelijkheid te maken hebben."
Machtsverhoudingen
Ambrien Moeniralam richtte het Instagramaccount @Catcallsofams op, waar ze probeert catcalls zichtbaar te maken voor een breder publiek. Zij voegt toe dat iedereen kan catcallen en dat er verschillende groepen zijn die regelmatig opmerkingen op zich afgevuurd krijgen, ook mannen zelf. "Het wordt alleen minder opgemerkt als vrouwen een man naroepen, omdat er een ongelijke machtsverhouding bestaat. Dat maakt dat het voor mannen vaak minder intimiderend is."
Ook vindt ze het belangrijk om te benadrukken dat, ondanks dat er meer over vrouwen gesproken wordt, ook bijvoorbeeld mensen met een handicap, etnische minderheden en de lhbtiq+ gemeenschap met deze vorm van straatintimidatie te maken krijgen. Een bericht dat veel indruk op Ambrien heeft gemaakt kwam van een vrouw die in haar rolstoel de Dam in Amsterdam over ging. "Ze schreef over een man die naar haar had geroepen 'Als jij zoveel kracht hebt om je rolstoel te rollen, kan je vast ook heel goed aftrekken.' De emoties die ik voelde toen ik het bericht voor het eerst las, gaan weer door me heen als ik het nu vertel."
Tamar Fischer is Universitair Hoofddocent Criminologie aan de Erasmus Universiteit. In een rapport over straatintimidatie in Rotterdam beschrijft zij dat 94 procent van de vrouwen het afgelopen jaar te maken kreeg met gedrag dat als straatintimidatie gezien zou kunnen worden: seksueel getinte toenaderingen door onbekende jongens of mannen op straat. 44 procent van alle vrouwen voelde zich ook daadwerkelijk geïntimideerd. Er is ook een groep die dit gedrag wel erg vervelend vindt, maar zich er niet bedreigd door voelt. Weer anderen vinden dat het nageroepen worden er nou eenmaal bij hoort, zien het als compliment of vinden het wel grappig. Toch hielden sommigen van hen wel rekening met bijvoorbeeld welke kleding ze aantrokken als ze naar buiten gingen of ontweken ze bepaalde plekken.
Veekeuring
Als er over catcallen gesproken wordt, worden vrouwen vaak gevraagd waarom ze dit zo vervelend vinden. Professor Römkens vindt deze vraag opmerkelijk. "Waarom zouden we dat moeten verantwoorden? Het is beledigend. Dat alleen al zou genoeg moeten zijn." Toch kan het handig zijn om de oorzaak van dit gevoel onder woorden te brengen. Meestal komt dit doordat mannen met seksueel getinte opmerkingen vrouwen objectiveren, legt Römkens uit. "Het is een veekeuring. Mannen laten zien dat ze iets over een ander te zeggen hebben, dat ze vinden dat ze boven vrouwen staan. Ze reduceren vrouwen daarmee tot een uiterlijk kenmerk, maar vrouwen worden niet graag in een hokje gestopt en al helemaal niet op een lager plan gezet."
“ 'Een catcall een compliment noemen, is belediging op belediging stapelen'
"Mogen we dan niks meer zeggen, het is toch een compliment?", wordt er vaak gevraagd. Complimenten geven mag zeker! "Het verschil zit hem in het tonen van respect", vindt Ambrien. "Er is ooit een jongen naar me toegekomen die me vroeg of hij me een compliment mocht geven. Veel mensen vinden het suf klinken, maar het was daardoor juist heel erg lief. Of ze me mooi of lekker noemen maakt ook een verschil." Wie aan een alien uit wil leggen wat een compliment precies is zal ook zelden een catcall als voorbeeld gebruiken. 'Waar gaan die lekkere beentjes heen', of 'hey sexy, zal ik je naar huis brengen' zijn nou eenmaal geen schoolvoorbeelden van complimenten.
"Wie bepaalt wat een compliment is?" vraagt ook Römkens zich af. "Als een opmerking door de ontvanger ervan niet als een compliment gezien wordt, is het dat meestal ook niet. Laat staan als vrouwen hebben aangegeven dat ze het vervelend vinden. Mannen die dan nog steeds niet erkennen dat wat ze doen verkeerd is, stapelen belediging op belediging."
'Voor de lol'
Ambrien herkent dit, maar haar ervaring is ook dat de intenties van catcallers verschillen. "Sommigen weten gewoon echt niet waar ze mee bezig zijn. Anderen weten wel dat vrouwen het niet altijd leuk vinden, maar vinden het vooral zelf grappig. En dan is er een groep die precies weet hoe ze vrouwen dwars moeten zitten." Ze probeert ze catcallers aan te spreken op hun gedrag en vooral te vragen waarom ze dit doen. "Er zijn mannen geweest die er echt kapot van waren dat ze iemand een slecht gevoel hadden gegeven."
LEES OOK
In een aflevering van podcast This American Life probeert journalist Eleanor Gordon-Smith hetzelfde te doen. Na een gesprek van meer dan twee uur belooft een van haar catcallers vrouwen niet meer op hun billen te slaan op straat. Hij is wel van plan opmerkingen te blijven maken. En dan te bedenken dat Gordon-Smith een ervaren debater is, gewapend met statistieken en overtuigingstechnieken. Ze trekt alles uit de kast om de catcaller in te laten zien waarom naar onbekende vrouwen schreeuwen op straat niet altijd een goed idee is. Hij blijft, ondanks haar bewijs van het tegendeel, herhalen dat lang niet alle vrouwen dat vinden.
Volgens Fischer en Römkens komen veel catcalls dan ook voort uit een gebrek aan inlevingsvermogen en empathie. Daarom moet er volgens hen vooral meer educatie komen. "Het gaat echt om een basaal moreel besef. Ook al is het lastig om je eigen oordeel aan de kant te zetten als je het écht niet zo bedoeld had" zegt Römkens. Uit haar eigen onderzoek weet Fischer dat het bij jongeren helpt hen uit te leggen wat catcallen met vrouwen doet. Ze benadrukt ook dat onze cultuur moet veranderen willen we ervan afkomen: "Het gaat erom dat de norm aangepast wordt. Bij elk gedrag dat je uitvoert, hoor je jezelf af te vragen wat dat met een ander doet. Misschien vinden sommige vrouwen het wel leuk om nageroepen te worden en anderen niet. Daarom is het belangrijk om signalen op te pikken."
Donker steegje
Hoe intimiderend vrouwen een catcaller vinden hangt ook nog eens af van de context waarin ze er een tegen het lijf lopen. Hoe jonger de catcaller, hoe knulliger hij gevonden wordt. Een veertienjarige die een twintiger naroept in een winkelstraat op klaarlichte dag zal eerder grappig gevonden worden. Maar als diezelfde twintiger met precies dezelfde tekst die avond door een man van twee keer haar leeftijd in een donkere straat wordt aangesproken, wordt het een ander verhaal.
“ 'We erkennen nu meer dat het een probleem van ons allemaal is'
Dit is ook terug te zien in de cijfers uit Fischer's onderzoek. Zo mijdt 61 procent van de vrouwen in het onderzoek oogcontact met mannen op straat, 52 procent mijdt in de avonduren bepaalde plekken en 36 procent loopt niet langs groepjes jongens of mannen. De grote vraag blijft uiteindelijk: wat te doen? Ook hierop heeft Fischer een antwoord: "In Rotterdam is geprobeerd catcallen strafbaar te stellen, maar dit verbod werd weer opgeheven omdat het volgens de rechter in strijd was met de vrijheid van meningsuiting. Een verbod zou daarom een goed instrument kunnen zijn om een nieuwe norm te ondersteunen, maar het belangrijkste is dat we met elkaar in gesprek gaan. Daarbij moeten we zowel op de dader als op het slachtoffer focussen, omdat dit in een interactie tussen mensen plaatsvindt. Het is nooit eenzijdig en betreft de hele samenleving." De oplossing moet dus net zo breed zijn als het probleem zelf.
Bewustwording
"Aanpassingen zoals meer straatverlichting, minder beschutting en zowel meer formeel als informeel toezicht zouden kunnen helpen. Net als het vergroten van de rol van omstanders. Zij doen nu vaak niets, maar het zou al helpen als zij na een incident naar het slachtoffer toelopen en vragen hoe het gaat." Ook educatie is volgens Fischer belangrijk om jongeren al vroeg een nieuwe norm aan te leren.
Daarbij kan ook zichtbaarheid van het probleem in bijvoorbeeld de media bijdragen. "Mensen erkennen nu veel meer dat het een probleem is van ons allemaal, niet alleen van vrouwen. Vrouwen zelf bestempelen ervaringen met catcallers ook vaker als negatief." Fischer geeft toe dat ze daarom wel eens heeft getwijfeld of haar onderzoek wat dat betreft wel hielp. Uiteindelijk denkt ze van wel. "Het laat zien dat ook de vrouwen die voorheen zeiden 'dat hoort er toch bij', maar zich tegelijkertijd wel aanpasten, zich nu bewust zijn van wat er gebeurt. Het is een eerste fase."
LEES OOK
Of het probleem ooit helemaal wordt opgelost? Ambrien denkt van niet. "Het zal verminderen, maar er zullen altijd rotte appels tussen blijven zitten. De vrijheid van meningsuiting lijkt steeds belangrijker te worden en mensen betrekken dat ook op catcallen. Plus dat iedereen toch ook een andere grens heeft en dat grappen altijd gemaakt zullen worden, vooral door jongeren." Het kan ook gevaarlijk zijn om je té veilig te voelen merkt Fischer op. "Er wordt vaak gezegd dat iedereen zich veilig moet voelen in de stad, maar dat is vrij utopisch, naïef en ook niet wenselijk. Voor iedereen geldt dat als je je te veilig voelt, je misschien onnodige risico's gaat nemen. We moeten voor onze eigen veiligheid blijven zorgen."
Of catcallen ooit helemaal van de aardbodem zal verdwijnen weten we dus niet, maar in de tussentijd heeft Römkens nog wel nuttig advies voor catcallers: "Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet." It never gets old. Als we er ooit in slagen dat allemaal in ons achterhoofd te houden, komt er wellicht een dag waar we zonder nagesist te worden naar de supermarkt kunnen lopen.