Geen zin meer in seks? Dat ligt niet (helemaal) aan jou

“Ik heb vierenhalf jaar een relatie gehad, die in het begin erg leuk en spannend was. Samen ontdekten we van alles op seksueel gebied. Maar hoe langer we samen waren, des te minder ik zin had in seks. Ik kreeg het gevoel dat er iets mis was met mij, of zelfs dat het aan de pil lag. Nu weet ik dat dat waarschijnlijk niet aan mij lag, maar aan de situatie.” Aan het woord is Lola*, maar het zou zomaar het verhaal van een willekeurige andere vrouw kunnen zijn. Wat ze vertelt, is een herkenbaar verloop van veel relaties en een ervaring die veel vrouwen delen.
“Kijk, we deden steeds een beetje minder moeite voor elkaar naarmate we langer samen waren. Ik denk dat ik daar meer last van had dan mijn vriend, want mijn libido verdween bijna helemaal. Toch wilde ik hem niet in een relatie zetten waarin hij geen seks kon hebben, dus ging ik er soms in mee om er vanaf te zijn. Als hij weer eens opmerkte dat ik ‘nooit zin had in seks’, gaf ik eraan toe. Voor hem, omdat ik van hem hield. Maar je kan je voorstellen dat de lol er voor mij toen wel écht helemaal af was. Het enige wat ik dan kon denken was; hup, hup, ik wil slapen.”
Schrijver en seksuoloog Katherine Rowland bracht onlangs een boek uit waarin ze het seksleven van Amerikaanse vrouwen onder de loep neemt. Want in haar praktijk hoorde ze het steeds weer voorbijkomen: vrouwen die, net als Lola, de zin in seks stukje bij beetje verloren zijn. En als ze het dan toch een keertje deden, was er van een orgasme vaak geen sprake.
Dat ligt, schrijft Rowland in haar boek, dus niet aan de biologie van de vrouw – wat wel vaak gedacht wordt – maar aan invloeden uit de omgeving. “In short, it was the quality of the sex they were having that left them underwhelmed. As one woman put it: ‘If it’s not about your pleasure, it makes sense you wouldn’t want it.”
“ Elke keer als ik seks had, had ik het gevoel dat ik het voor een ander deed
Over het vrouwelijk libido en orgasme kan ook seksuoloog Astrid Kremers meer dan genoeg vertellen. Haar spreekkamer zit dagelijks vol met mensen die hier problemen mee ervaren. Dat heeft met fysiologie niets van doen. Dat vrouwen een lager libido zouden hebben of moeilijker een orgasme zouden bereiken dan mannen is een mythe, biologisch gezien niks van waar. “Dat heeft gewoonweg te maken met de manier waarop wij seks hebben en wat we van seks vinden. Het simpele piemel-in-vagina is niet voor iedereen de ideale manier om tot een hoogtepunt te komen”, zegt ze.
Het beeld dat sommige mensen nog hebben – de man als seksuele jager, de vrouw als preutse deerne – is nergens op gebaseerd. “Vrouwen zijn geen aseksuele wezens die moeite hebben met seks. Seks is gewoon méér dan wat de meeste mensen denken dat het is. Als we vaker zouden horen over echte seks, zou dat beter zijn, voor iedereen.” In haar ervaring baseren veel mensen zich op porno, maar zoals het er daar aan toegaat, werkt het niet in het echt. Voor wat telt voor vrouwen is nauwelijks aandacht: de clitoris. Zonder die te stimuleren kan een vrouw geen orgasme bereiken. Een puntje van aandacht, dus.
“ Ik denk ook dat vrouwen seks vaak wat saai vinden
“Als ik in mijn praktijk vraag hoe het was aan het begin van de relatie, dan zeggen de meeste vrouwen dat ze toen wél zin hadden in seks”,vertelt Kremers. “Maar na een langdurige relatie wordt dat niet meer zo ervaren. Dat hoeft niets te maken te hebben met een laag libido, maar wel met iets anders.”
Daarmee doelt ze op vier belangrijke factoren.
“Allereerst speelt de vrouw zelf een belangrijke rol. Daarmee bedoel ik haar levensstijl, zelfwaardering, leeftijd, gezondheid, en of ze wel lekker in haar vel zit. Dit heeft enorme invloed op hoeveel zin in seks een vrouw heeft.” Dit sluit aan op wat Rowland in haar boek schrijft. Ze vertelt dat een aantal vrouwen die ze interviewde bijvoorbeeld een propvolle agenda hadden. “Their schedules would be chock-full of responsibilities, from work to parenting; some also had to take care of aging family members. They scarcely had a moment to themselves, let alone the time to try to feel their own bodies, and yet they expected sex to just work in the narrow window they had allotted for it.”
De tweede factor die Kremers omschrijft sluit goed aan bij de eerste; namelijk de verandering van omstandigheden. Kremers: “Als stellen gaan samenwonen of kinderen krijgen, hebben ze minder tijd en energie voor elkaar.” Ook dat blijkt herkenbaar voor de vrouwen uit Rowland’s onderzoek. Eén vrouw vertelt dat ze eerst een lange-afstandsrelatie met haar vriend had. “I looked forward to seeing him, planning what we would do, what I would wear.” Toen ze eenmaal trouwden en samen gingen wonen, verdween haar aantrekkingskracht voor hem als sneeuw voor de zon. “I’m not swept up anymore. Sometimes I have to force myself.”
En daar weer aan gerelateerd is de derde factor: de kwaliteit van de relatie. Kremers: “Als je in een langdurige relatie zit, is er vaak minder tijd voor quality time en zijn er bijvoorbeeld minder vaak dates. Dit betekent ook minder aandacht voor begeerte en lust, terwijl die er in het begin wél is.” Een van de geïnterviewde vrouwen van Rowland beschreef haar relatie als volgt: “We’re like siblings. It’s hard to get excited about the person I see every day.” Er is niet veel om naar uit te kijken als je elke dag in dezelfde routine zit.
LEES OOK
Extra effort van partners kan wonderen doen. Lola, die inmiddels een nieuwe vriend heeft, is daar het levende bewijs van. “Ik voel me in deze relatie veel meer gewaardeerd als mens. Als ik nu aangeraakt word, dan is dat omdat mijn vriend me wil aanraken, niet omdat hij seks van me wil. Heel gek misschien, maar daardoor heb ik er juist méér zin in. En als ik een keer geen zin heb in seks, dan is dat ook goed. Dan gaan we samen met een dekentje op de bank liggen en kijken we een filmpje. No pressure. Mijn libido is in ieder geval helemaal terug en ik kan weer genieten van seks, want het is nu belangrijk dat ik het ook leuk vind.”
De vierde belangrijke factor is adequate seksuele stimulatie, zegt Kremers. “Dat klinkt heel logisch, maar toch is dit waar het wringt voor veel vrouwen. Je krijgt zin in seks als je verwacht dat het lekker is en lekker zal eindigen, maar helaas is seks voor veel vrouwen minder belonend dan voor mannen. Als dat een patroon wordt, verliezen vrouwen logischerwijs ook hun zin in seks. Maar dit betekent niét dat je een laag libido hebt.” De vrouwen in Rowland’s boek zeggen veelal hetzelfde: hun partners doen vaak niet genoeg om ervoor te zorgen dat zij het ook lekker vinden. Ze voelen zich veel sneller ‘de mindere’ in de relatie. En dat werkt nou niet bepaald bevorderend wat betreft klaarkomen.
Wat daarbij ook niet helpt, is het taboe dat rust op vrouwelijke seksualiteit, vindt Kremers. In haar ervaring zien vrouwen seks al gauw als slecht of ordinair. Tegenover de buitenwereld, maar ook tegenover zichzelf.
“ Pas toen ik mijn eerste orgasme had gehad, voelde het niet meer fout
Daar kan Anne* maar al te goed over meepraten. “Vanaf mijn zestiende verdween mijn libido volledig. Iedereen om me heen leek met seks bezig te zijn, maar niemand sprak er echt over. Daardoor wilde en kón ik er voor mijn gevoel niet aan denken. Ook porno kijken of met mezelf bezig zijn voelde erg fout. Het was niet dat ik nooit iemand aantrekkelijk vond, maar het idee van seks vond ik doodeng en voelde niet oké. Ik raakte mezelf niet aan en had, tot een half jaar geleden, nog nooit een orgasme gehad. Ook mijn vriendinnen praatten er nooit over. Dat versterkte mijn gevoel dat je er niet over kon praten, en seksuele gevoelens begonnen te voelen als een taboe. Het zorgde ervoor dat ik op seksueel gebied niets durfde of deed.”
“Pas nadat ik al half jaar een relatie had, kreeg ik zin in seks,” vertelt Anne. “Mijn vriend vond het niet raar dat ik geen zin had in seks en deed zijn best om mij een fijn gevoel te geven. Dat werkte goed voor mij: langzaamaan begon ik het minder spannend te vinden. Toen ik uiteindelijk zelfs een orgasme kreeg, voelde seks niet meer eng en fout. Mijn angst voor seks is weg en ik durf er nu meer over te praten. Tenminste, met mijn vriend.”
Met haar vriendinnen heeft Anne het weleens over seks in het algemeen - en de problemen die daarbij komen kijken - maar nooit over masturberen. Dat voelt toch wat té persoonlijk. “Masturberen doe ik nu ook wel, al ben ik er een beetje terughoudend mee. Ik ben namelijk bang dat het mijn libido beïnvloedt, en dat ik dan minder zin heb als ik mijn vriend weer zie. Maar dat is mijn eigen theorie, hoor.” Geen libido meer hebben, dat wil Anne in ieder geval nooit meer meemaken.
Dat de ervaringen van Anne en Lola niet bepaald uniek zijn, bewijzen de vrouwen die Rowland en Kremers steeds weer in hun onderzoek tegenkomen. Om een beter seksleven te krijgen, kunnen vrouwen er meer en open over praten, en zorgen dat ze in contact blijven met hun lijf en seksualiteit. Tenminste, zolang ze niet vergeten om ook te denken aan hun clitoris (en hun bedpartners vragen hetzelfde te doen). Zolang die niet centraal staat, zal een lekkerder seksleven - en daarmee regelmatige orgasmes - lang op zich laten wachten.