Close

Het zalig falen, met Rikkert van Huisstede

12 mei 2020 03:05 / Persoonlijke groei
Rikkert van Huisstede.
Rikkert van Huisstede.
Z Zonder wrijving geen glans. Redacteur Lizzy van Hees spreekt daarom iedere week iemand over zijn of haar royal fuck-ups en uitzinnige uitglijers, de dingen die niét goed zijn gegaan. Leveren die missers ook wat op?

We hebben lieve jongens nodig, vindt theatermaker Rikkert va Huisstede (26). Hij probeert zijn steentje daaraan bij te dragen met het stuk 'Boys won't be boys', waarmee hij op de planken stond totdat het coronavirus roet in het eten gooide. Samen met een groep spelers zet hij een avond neer vol zang, dans, poëzie, rap en ga zo maar door. Allemaal vertellen op hun unieke manier aan het publiek waarom ze buiten het stereotype mannelijkheid vallen.

Anders zijn, is dat hetzelfde als falen?

"Ja en nee. Als je door een traditionele bril kijkt misschien wel. Ik ben een mislukte man, want ik val buiten het stereotype. En de wereld heeft me eigenlijk geleerd dat als je niet stoer, sterk, hard en hetero bent, je geen echte man bent."

Ik liet het niet zien, maar van binnen was ik heel verdrietig

"Dat weet ik eigenlijk al sinds ik op de basisschool zat. De stoere jongens hadden het meestal voor het zeggen in de klas; zij bepaalden wie er mee mocht voetballen in de pauze en wie niet. Ik hoorde niet bij die groep, maar wilde me ook niet bij het systeem neerleggen. Zelf hoefde ik niet altijd te voetballen, maar ik kwam op voor de 'zwakkeren' door de voetbal af te pakken van de coole jongens bijvoorbeeld. Om met ze te onderhandelen, zodat de andere kinderen ook mee mochten doen.

Uiteindelijk kreeg ik stank voor dank, want ík was degene die vervolgens werd gepest. En de mensen voor wie ik het had opgenomen, hadden me vriendelijk bedankt en de benen genomen. Ik heb lang gedaan alsof ik dat wel aankon, maar dat was eigenlijk niet zo. Ik liet het niet zien, maar van binnen was ik heel verdrietig."

Waarom wilde je dat voor jezelf houden?

"Volgens mij is het doorgaans makkelijker voor mensen om te reageren op positiviteit. Dus als je het verdriet voor jezelf houdt, belast je er niemand mee. En als je zegt: 'Het is shit, maar komt wel goed', blijft het in het luchtige en positieve hangen, daar kunnen andere mensen makkelijker op reageren. Een klap op je schouder van: 'Hé kop op'. Het blijft daarom verleidelijk om de grootste twijfel, verdriet en onzekerheid voor jezelf te houden."

"Dat heb ik ook volgehouden op de middelbare school. Ik ben een creatieve jongen en mijn ouders lieten me altijd heel erg vrij. Zo was er een periode dat ik alleen maar geel droeg. Gele kleren, gele schoenen, alles geel. 'Jij bent zeker gay', werd er vervolgens tegen me gezegd. De ondertoon was heel duidelijk: in principe is gay oké, máár wij zijn het allemaal niet, dus jíj bent anders."

Kon je daar makkelijk aan toegeven?

"Ik vond het nogal een heftige levensvraag, nog steeds eigenlijk. Dus als puber zei ik tegen mensen: 'Ik ben wel gay, maar val niet op jongens. Het is een vorm van gedrag, ik gedraag me gay'. Ondertussen viel ik wel op jongens, maar dat voelde nog als mijn geheim. Ik wilde me ook helemaal niet vastpinnen."

Als je buiten het stereotype man valt, ben je blijkbaar gay

"De associatie tussen mannelijkheid en geaardheid zie ik als fail. Maar het is een sterke verhaallijn, die ook mijn leven heeft beïnvloed. Als je buiten het stereotype man valt, ben je blijkbaar gay. Ik vond mezelf een beetje gay of misschien een beetje bi, maar eigenlijk voelde ik me nooit prettig bij die smalle hokjes. Voor het grijze gebied bestond alleen bijna geen ruimte, en dat was nou net waar ik mezelf wél in herkende.

Omdat ik er met niemand over durfde te praten, heb ik het allemaal in mijn eentje gedaan. Het heeft me lang het gevoel gegeven dat ík het probleem was omdat ik anders was. Nu weet ik dat het best veel is om dat allemaal op jezelf te projecteren en in je eentje te dragen als kind. Het zijn onderwerpen waar volwassen mensen soms niet eens uitkomen."

Had je dat liever anders gedaan?

"Ik had wel wat meer bij mijn eigen geluk en gevoelens willen stilstaan. Op de basisschool was ik bezig met het fijner maken voor andere mensen. En ook daarna hield ik de 'moeilijke' dingen liever voor mezelf, om maar niemand lastig te vallen. Maar daardoor hou je ook het systeem in stand. Er zijn veel meer jongens die worstelen met kwetsbaarheid, gevoelens, geaardheid. Als niemand er eerlijk over praat, verandert er ook niets."

"Toen ik op het conservatorium zat, ben ik zelf ook openhartiger geworden. Ik zie het leven als een kunstwerk; niet om overtuigingen vast te zetten, maar om te experimenteren, dingen uit te proberen en te onderzoeken.

Als kunstenaar voelde ik snel die vrijheid, maar ik wist dat ik het ook in mijn persoonlijke leven moest opzoeken. Voor mij betekende dat een jurk aantrekken en op hakken over straat lopen. Altijd een broek aan is sowieso maar saai, maar ik wilde ook ontdekken wat er gebeurt wanneer je als man met de norm breekt."

En, wat heb je ontdekt?

"Dat het veel reacties oproept. Mensen gaan ervanuit dat je gay bent óf transgender. En veel mensen voelen zich vrij om dat ook aan je te vragen. Uiteindelijk heb ik ook een voorstelling gemaakt 'Jij mag', waarin ik in een blauwe jurk met pailletten op het podium stond. Daar kreeg ik wel positieve reacties op, maar ik was nog steeds de outsider. 'Tof', zei het publiek, maar ze gaven ook aan dat ze de behoefte zelf niet kenden."

Rikkert als kind.
Rikkert als kind.

"Nou kan ik best accepteren dat ik afwijk, maar volgens mij is het fijner als meer mensen de ruimte voelen om het hierover te hebben. Er zijn vast meer mensen die moeite hebben met het mannelijk ideaalbeeld. Laten we het eens over mannelijkheid hebben! Daarom besloot ik de voorstelling 'Boys won't be boys' te maken. Steeds meer mensen sloten zich hierbij aan en nu zijn we met zo'n 21 spelers. We laten verschillende kunstvormen zien, zoals dans, rap en zang, en we treden op in verschillende samenstellingen. Maar alle verhalen zijn echt."

Wat heeft het je geleerd over mannelijkheid?

"Dat héél veel mensen moeite hebben met de hoge verwachtingen van de buitenwereld. Veel mannen hebben niet geleerd om kwetsbaar te zijn of over hun gevoelens te praten. Met onze spelers probeer ik dat te doorbreken. Als we samen onderweg zijn naar een voorstelling, vraag ik iedereen hoe het gaat. Vaak is het eerste antwoord: 'Goed', maar er komen ook mooie gesprekken op gang. Die gaan echt niet allemaal over geaardheid. We hebben het over vaderschap en werk, maar ook zwaardere onderwerpen zoals seksueel misbruik komen voorbij. Het is heel waardevol om het daar op een veilige manier over te hebben, het zet je aan het denken over je eigen seksuele ervaringen, die misschien niet allemaal positief zijn geweest. Eigenlijk hebben we allemaal soortgelijke dingen meegemaakt, maar ons nooit gerealiseerd dat je erover kan praten."

Ik heb vaak dingen niet gezegd, of me sterker voorgedaan

"Ik zie steeds meer behoefte bij jongens om kwetsbaarheid op te zoeken. Waar lange tijd weerstand zat, wordt de behoefte om pijn en verdriet te delen nu steeds groter. Het is nog steeds eng, maar je kan het oefenen. Ik vond groepen jongens altijd eng, maar door met deze groep spelers te toeren, leer ik dat mannen ook gevoelig kunnen zijn. Het is ook gek om jezelf te betrappen op vooroordelen. Ik ben een man en ben heel open-minded – en toch geloof ik vaak niet dat andere mannen dat kunnen. Nog steeds relateer ik mannelijkheid aan de traditionele waarden zoals prestatiegericht en stoer, daarom noem ik mezelf een mislukte man. Wat je allemaal niet moet doen om geslaagd te zijn als man, mij lukt het niet."

Heeft het je ook iets over jezelf geleerd?

"Zeker, mijn eigen vooroordelen worden constant doorbroken. Ik heb vaak dingen níet gezegd of me sterker voorgedaan omdat ik dacht dat andere jongens er niet goed mee om zouden gaan. Nu ontmoet ik de meest lieve en openhartige mensen en dat is fijn. Maar ik besef ook dat ik niet in mijn eentje de front runner wil zijn van deze beweging richting meer kwetsbaarheid; het voelt fijner om het met een groep te doen."

"Prince en David Bowie waren ook geen stereotypen qua mannelijkheid, maar zij werden gezien als kunstenaars. Van kunstenaars accepteren we dat ze in de marge opereren, maar ik zou er liever een beweging van maken voor iedereen."

Nu sta je even niet op de planken vanwege het coronavirus, houdt het thema je nog steeds bezig?

"Jawel, maar misschien in een kleinere, meer persoonlijke vorm. Ik ben verdrietig dat het voelt alsof mijn beroep niet meer bestaat. Maar het brengt ook een mooie oefening met zich mee. Ik wil graag leren stilstaan bij tegenslagen en verdriet. We zijn allemaal zo gewend om meteen te zoeken naar een oplossing en over te gaan tot actie. The show must go on, zeggen ze, en dat past ook wel in de theaterwereld. Ik heb drie jaar lang met Herman van Veen getoerd en ziek zijn bestaat dan niet.

Nu probeer ik bewust stil te staan bij wat het betekent om je werk kwijt te zijn, even geen inkomen te hebben. Het is verleidelijk om meteen door te gaan, online concepten te bedenken en ga zo maar door. Ik wil even stilstaan en voelen."

Op de redactie zijn we ontzettend fan van de podcast 'How to fail' van de Britse schrijver Elizabeth Day. In deze ode aan falen interviewt de schrijver iedere week iemand over drie cruciale momenten waarop het misging. De podcast vormt de inspiratiebron voor deze rubriek en is enorm de moeite waard om naar te luisteren.

Lizzy van Hees