(On)gewoon gezin

Vraag een kind in de klas om een tekening te maken van zijn gezin, en de juf vindt zo tien varianten op haar bureau. Dat steeds meer kinderen opgroeien in samengestelde gezinnen, lappendekengezinnen en regenbooggezinnen is volgens schrijver David Brooks een teken dat mensen op zoek gaan naar gezinsvormen die passen bij de huidige realiteit, schreven we laatst. In zijn ogen is het traditionele kerngezin zoals we dat kennen, één grote mislukking. En dus ontstaan nu weer nieuwe vormen van gezinnen en families. Extented families noemt hij het: grotere verbonden van mensen die de zorg voor kinderen met elkaar delen en samen de veerkracht hebben om klappen van het leven kunnen opvangen. Wat hem betreft blazen we het oude gezegde: it takes a village to raise a child, nieuw leven in.
LEES OOK
Simon Douw, ondernemende dertiger, is zo overtuigd van het nut van die village, dat hij er zelf een bouwde. Met zijn vrouw, twee kinderen (en de derde onderweg), ouders en schoonmoeder kocht hij een stuk land in de Zaanstreek en betrok er een boerderij die grondig verbouwd moest worden tot woningen. “We leven liever in een community, dan alleen maar gericht op onszelf,” legt Douw uit. Het idee ontstond toen zijn vrouw Renske met haar moeder bedacht dat een woongroep helemaal geen gek idee was. En dat ze ook wel zelf een woongroep konden zijn, samen met de ouders van Simon.
“Renske dacht dat ik haar voor gek zou verklaren, maar ik was meteen enthousiast. Mijn ouders waren ook al snel aan boord. Het was een enorme klus om alles voor elkaar te krijgen, een plan te maken en een plek te vinden waar we konden bouwen. Maar het is gelukt. Drie jaar geleden zijn we hier komen wonen, en daarvan hebben we het hele eerste jaar in een bouwput gezeten. Dat vraagt wel wat van je communicatieskills, zo’n project. En nog steeds trouwens."
“ 'Je kunt je kinderen niet losknippen van vorige generaties'
We eten eens per week samen, en verder koken we allemaal ééns per week en kan de rest komen afhalen. Ieder huishouden heeft een eigen woning, maar vooral de kinderen lopen de hele dag heen en weer. En als dat een keer niet gewenst is, dan is het ook goed. Toch hangen we bijna elke dag wel even samen op de binnenplaats. In deze maanden is dit wel makkelijker met zorg. We doen allemaal ietsje meer en alles is geregeld. Samenleven is zoveel makkelijker dan dat je iedere dag voor jezelf moet zorgen. Het scheelt ontzettend veel tijd dat we zo weinig hoeven te koken.”
Reacties krijgen Simon en Renske aan de lopende band. Bijna allemaal met dezelfde strekking: mooi dat jullie dit doen, ik moet er zelf niet aan denken. “Veel mensen vinden het prettig om afstand te houden. Samenleven met je ouder betekent namelijk een dagelijkse confrontatie met ingesleten patronen en dat is best confronterend. Het lijkt erop dat we anno nu de behoefte hebben om de invloed van vorige generaties te beperken. De meeste mensen willen een frisse start maken, opnieuw beginnen. Zelf bepalen hoe ze hun kinderen grootbrengen. Als ik denk aan de maatschappij als geheel, dan geloof ik daar niet in. Je kunt je kinderen niet losknippen van vorige generaties, zodat je alleen het positieve doorgeeft in hun ontwikkeling. Ik zoek liever naar een goede manier van doorgeven en ik geloof in het opbouwen van familiekapitaal.”

Palet aan opvoeders
In de praktijk betekent dat: de ouders van Simon en de moeder van Renske passen ieder één dag op, zelf zijn ze allebei een dag thuis en dan is er nog een dag kinderopvang. Niet dat ze de hele dag op het grut zitten te wachten, benadrukt Simon. Ze hebben een actief leven. Op de dagen bij opa en oma weten Jonas en Ira ook precies wat de mores zijn daar. “Zij zijn dan verantwoordelijk voor de opvoeding, en dat accepteren wij. Renske en ik zijn voorstander van duurzaam, houten speelgoed, wat kinderen uitdaagt en de fantasie prikkelt. Mijn ouders kopen net zo lief schreeuwerig plastic spul en mijn zoontje vindt het fantastisch. ‘Papa, mag ik met opa zooi kopen?’ vroeg hij laatst. Er vindt continu kruisbestuiving plaats en dat vind ik geweldig. Die invloed mag er zijn. We accepteren van elkaar dat we het anders doen. Het is een rijkdom aan inzichten om onze ouders toe te staan om op hun manier onze kinderen op te voeden.”
“ 'Zorg, opvang, huisvesting: leven in een community verzacht die vraagstukken'
Met zo’n heel palet aan opvoeders is er natuurlijk volop aandacht in de aanbieding. Als de een moe van je is, loop je als kind gewoon door naar de ander. De hele filosofie van het samen leven is voor een groot deel op de kinderen gericht. Een goede zaak, vindt Simon. “Ik geloof niet dat een kind van een jaar of drie moet wennen aan een wereld die niet om hen draait. Dat is niet de les die een kind op die leeftijd heeft te leren, want zo werkt het brein simpelweg niet. Ze leren later vanzelf dat ze aandacht moeten delen. Een rijke, vertrouwde en liefdevolle basis, dat is het belangrijkst.”
“Mensen vinden het gek, maar het is in 99 procent van de wereldgeschiedenis heel normaal om met je ouders onder één dak te wonen. Bijna alle grote maatschappelijke vragen gaan over hoe we om moeten gaan met ouders en kinderen, met opvang en huisvesting en hoe we allemaal moeten besturen en betalen. Leven in een community zou veel van die vraagstukken kunnen verzachten.”

Wrijving
Samenwonen zorgt uiteraard ook voor confrontaties. Je hebt gewoonweg niet altijd zin in elkaar. Plus: samen betalen en bepalen brengt je dicht bij de ingesleten familiepatronen. “De een is makkelijker met geld dan de ander. We hebben een paar afspraken gemaakt, over wie wanneer kookt, hoeveel geld we uitgeven aan basisonderhoud en dat soort dingen. Maar we hebben geen regels opgeschreven in een manifest ofzo. En de kinderen zijn bij alles het uitgangspunt. Bijvoorbeeld: bij Renske en mij kijkt Jonas bijna geen tv. Gewoon, omdat ik liever heb dat hij vormend bezig is dan passief. Op de dag dat hij bij mijn ouders is gaat de tv veel vaker aan. Vinden zij leuk en hij ook. Op een bepaald moment vroegen we ons af: wat zien we hierdoor bij Jonas gebeuren? Hij werd er lamlendig van en daarvan hebben we samen besloten dat we dat niet voor hem willen. En nu doet doet hij in hun huis dus ook allerlei andere dingen. Wij zeggen dus niet tegen mijn ouders dat het niet mag, maar we bespreken wel samen de ontwikkeling die we zien en acteren daarop.”
“ 'Het heeft geen zin allemaal in je eigen overtuiging te blijven hangen'
Vertrouwen hebben dat je allemaal het beste met elkaar voor hebt, is belangrijk. "En al helemaal," zegt Simon, "wanneer je ziet dat er wrijving ontstaat tussen anderen. Bijvoorbeeld tussen je iemand van je familie en iemand van je schoonfamilie. Of je partner en diens ouders of schoonouders. Soms heb je dan de reflex om te willen modereren. Of om je te mengen vanuit je eigen loyaliteiten naar je familie, naar je schoonfamilie of naar je partner. Maar juist dat kan het onnodig ingewikkeld maken: voor je het weet is de wrijving die thuishoort tussen twee mensen ineens een moeilijk te ontwarren knoop vol familiepatronen, oud zeer en loyaliteiten.
En het neemt ook een kans weg: die wrijving is er niet voor niets tussen die twee mensen. Dan moet je erop kunnen vertrouwen dat ze niet bij elkaar weglopen of elkaar de hersens inslaan, maar dat ze een weg vinden om uit die wrijving weer iets waardevols te maken.
We vinden elkaar in waarden, maar zijn wel hele andere types. Als je de verschillen weet, kun je ze accepteren. Daarbij is het ook belangrijk dat je goed weet wat voor eigenaardigheden je zelf meebrengt. Als de een meer gaat drammen omdat de ander afwachtend is, dan versterk je die patronen. Het heeft geen zin om allemaal in je eigen overtuiging te blijven hangen. Mijn vader omschreef het mooi: ‘We gaan een commitment aan op samen wonen en samen ontwikkelen.’ En zo is het. Al met al hebben we echt een ongelofelijke schat te pakken met onze manier van samenleven en samen opvoeden. Maar wel bij de gratie van het blijven graven."