De bouw een mannenzaak? Niet volgens deze vrouwen

Denk je aan de bouw, dan denk je waarschijnlijk aan breed gespierde bouwvakkers, die al hangend uit de steiger naar passerende vrouwen fluiten. Of misschien wel aan het handjevol mannen dat in de top van de bouw zit. Het blatantly obvious gebrek aan diversiteit werkt op de lachspieren. Als de heren in het spel 'Wie is Het' hadden gezeten, was het snel afgelopen geweest. Op een enkele uitzondering na zijn ze allemaal van middelbare leeftijd, hebben een bril en zijn in het bezit van een terugtrekkende haargrens. Stel één van deze drie vragen, en je kan meteen zowat alle spelvakjes naar beneden tikken.
Toch zijn er wel degelijk vrouwen te vinden die als een frisse wind door de in beton gegoten mannenwereld waaien. En de bouw is driftig naar ze op zoek, zo stelt George Evers, FNV sectoradviseur Bouwen en Wonen, op Cobouw.nl. Volgens Evers heeft de bouw een grote ontwikkeling doorgemaakt, waarin plannen, coördineren en samenwerken steeds belangrijker zijn geworden. "Voor vrouwen een aantrekkelijke werkomgeving, zou je zeggen." Maar waar blijven al die vrouwen dan?
De bouw is aan het veranderen
Marieke Mentink, directeur bij Dura Vermeer, kan de verandering in de bouw beamen. "Een aantal jaar geleden werd er veel meer echt op de bouw gestuurd, heel output gericht. Parttime werken was toen geen optie." Intussen is er steeds meer aandacht gekomen voor het proces dat voor het daadwerkelijke bouwen plaatsvindt. "Nu denk je met de klant mee: wat is je bedrijfsmodel, waar wil je naar toe, wat soort gebouw heb je daarvoor nodig, hoe kunnen wij je productiviteit verhogen."
Mentink maakt onderscheid tussen een masculiene en een feminiene werkwijze, waarbij de laatste goed past bij de verandering in de bouw. "Het gaat steeds meer om verbinding maken tussen mensen, luisteren wat de echte behoefte is, het gesprek aan gaan. Dat soort zaken." Ze benoemt wel dat mannen ook een feminiene werkwijze kunnen hebben of aanleren. Al ligt dit voor veel vrouwen waarschijnlijk dichter bij hun aard.

Haantjescultuur
"Wel heerst er ondanks deze verandering nog altijd een haantjescultuur in de bouw", aldus Mentink. "Een aantal jaar geleden moest ik een presentatie geven, en werd er tegen mij gezegd: 'Ga jij dat doen? We dachten dat jij de secretaresse was.' Dan moet je jezelf wel even bewijzen en laten zien dat je goed verstand van zaken hebt." En nog een voorbeeld: "Een oudere man vroeg: 'Wie is dat meisje eigenlijk dat erbij is?', en kreeg te horen: 'Dat is onze directeur'." Dit soort vooroordelen maken het extra belangrijk dat je precies weet waar je het over hebt, anders wordt er snel gezegd 'ze loopt er een beetje bij en heeft blond haar.'
“ 'Hoe hoger je in de top komt, hoe meer haantjes er zijn'
Gelukkig weet ze hier goed mee om te gaan. "Hoe hoger je in de top komt, hoe meer haantjes er zijn. Ik laat ze dan maar even praten, dan gaan we daarna wel weer verder." En stiekem houdt ze wel van die directe cultuur, van het gewoon elkaar aanspreken, zoals mannen dat kunnen doen. "Dit wist ik zelf niet, maar mijn moeder zei laatst: 'Ja, je had vroeger ook al meer jongens als vrienden, en je wilde liever in de bouwhoek dan in de poppenhoek spelen'. Dus het zat er toen misschien al wel een beetje in", vertelt ze lachend.
Mentink is niet bewust in het vak gerold, maar helemaal toevallig was het ook niet. “Ik ben begonnen in de vastgoed ontwikkeling, en na mijn opleiding ben ik afgestudeerd bij een ontwikkelend bouwer. Ik ben daar aan de vastgoedontwikkeling kant begonnen." Toen de financiële crisis kwam, maakte ze een draai richting bouwbedrijven. “Daar heb ik de transformatie gemaakt naar meer klantgericht denken, en op andere manieren projecten verwerven.” Ook vertelt ze dat Dura Vermeer een speciaal netwerk met de naam Eva heeft opgericht, om actief meer vrouwen te werven. Prima naam, vinden we hier op de redactie.
Niet voor doetjes
Diana Pronk weet ook wel haar weg te vinden met mannen op haar werk. Sinds enkele jaren werkt zij parttime voor het bedrijf van haar man, Mies steigerwerk. Ze werkt ook uit naam van haar eigen bedrijf, Steigertijger. Daarnaast doet ze ook nog iets totaal anders: ze werkt als fotograaf in de entertainment industrie. Maar dat ligt nu even stil. Niet dat ze dat erg vindt, want Diana houdt van het bouwvak. "Ik vind het aan de ene kant heel zwaar werk, maar aan de andere kant vind ik de vrijheid heel fijn. Het is niet dat je netjes achter je bureau in een kantoortje moet blijven zitten."
“ 'Op 40 meter hoogte werken, geeft wel echt een kick'
Het feit dat het werk zo zwaar is, schrikt de meeste vrouwen waarschijnlijk wel af. "Je moet niet bang zijn om vies te worden. Niet alle vrouwen vinden dat erg, maar ook niet alle vrouwen vinden dat prettig", zo stelt Pronk. Mannen hebben over het algemeen genomen meer kracht, maar Diana weet ze goed bij te houden. "Ik probeer ergonomisch te werken. Ik kan mezelf wel rot tillen in het eerste uur, maar je moet dan nog 8 uur lang doorwerken."
Door slim te werken houdt Diana het werk goed vol. Sommigen mannen zijn er zelfs een stuk slechter aan toe. "Ik heb weleens meegelopen met mannen die onderdoen voor mij, en dan denk ik: kom op jongens, even doorlopen. Of om de tien minuten een sigaretje? Dat dacht ik niet, nee. Gewoon: werken." Dit werk is, zegt ze, namelijk niet voor doetjes. Ongeacht of je man of vrouw bent.
Gelukkig is er ook een hoop om van te genieten: mannen roddelen weinig, en bouwen op 40 meter hoogte geeft een flinke kick. Op de bouwplaats is ze een opvallende verschijning. "Alle mannen kijken wel even op, als ik met buizen over de bouwplaats aan sjouwen ben: die blikken zijn goud." En het werk houdt haar lekker fit. "Naar de sportschool hoef ik niet meer."

Interesse gekregen?
Mocht een carrière als steigerbouwer je nou heel aantrekkelijk in de oren zijn gaan klinken, dan heeft Pronk een paar tips. "Je moet je VCA halen, een soort brevet. Daar leer je dat je heel veilig moet werken, en dat je altijd je persoonlijke beschermingsmiddelen moet dragen op grote hoogte." Ook Mentink heeft goed advies voor vrouwen die willen werken in de bouw: "Ik zou vooral meegeven: blijf jezelf. De bouw kan die transformatie namelijk goed gebruiken. Ik las laatst dat je naar een kritische massa moet van 30 procent om echt een beweging te maken. In de uitvoerende bouw is dit lastiger, maar in met name directie functies moet een hoger percentage vrouwen haalbaar zijn."