Inééns verliefd op een vrouw: 'Ik voelde me een onhandige puber'

Mijn eerste verliefdheid was op Dylan McKay. Ja, die knapperd met die Porsche uit Beverly Hills 90210. Zelfs op de middelbare school had hij al rimpels op zijn voorhoofd. Ik was 11 en vond hem woest aantrekkelijk. Mijn andere vriendinnetjes in groep 8 vonden het maar raar. Die waren nog bezig met elastieken en hadden net hun eerste lippenstift gekocht.
Op de middelbare school sprong de vonk over maar Jon Bon Jovi (nee, ik schaam me hier niet voor) en daarna had ik eigenlijk aan de lopende band vriendjes die wél wisten hoe ik heet.
Ik wil maar zeggen: er was nooit enige twijfel dat ik ‘gewoon’ hetero was. Ik had twee keer een lange verkering en kreeg uiteindelijk twee bloedjes van jongens met de man die 15 jaar lang mijn tower of strength was. En toch werd ik vorig jaar ineens verliefd op een meisje. En goed ook.
“ 'Ben jij dan nu een potje?'
Dat kwam zo. Ik was al een paar jaar single, datete allerlei avontuurlijke en minder avontuurlijke types, maar niemand bleef lang genoeg plakken om er ook maar een label aan te kunnen hangen. Sommigen bleven hangen als vrienden, anderen gingen jammerlijk ten onder. Of ik bij hen. Dat hele pad van vlinders, vreugde en tranen was een bijzonder rijk gevulde les. Bijvoorbeeld dat ik een ontwikkelde muzieksmaak wel echt belangrijk vind, dat ik helemaal geen hondenmens ben, dat verlatingsangst niets charmants in je naar boven haalt en dat ik een kwetsbaar gesprek veel intiemer vind dan een hand tussen mijn benen. Vorig jaar schreef ik er zelfs een verhaal over: ik deed een online cursus, want in 2020 wilde ik de liefde vinden. Nou, dat is gelukt! Bij een vrouw.
Opgetrokken wenkbrauwen
Mijn eerste verliefdheid op een meisje leverde de nodige opgetrokken wenkbrauwen op. Was het een experiment? Was het een fase? Vond ik het niet vooral een cool verhaal? ‘Ben jij nu dan een potje?’ wilde mijn moeder heel graag even vragen. Begrijpelijk wel, want voor mij was de vrouwenliefde evengoed een verrassing. Het was geen kwestie van jarenlange onderdrukking, van worstelen in de kast of schaamte. Het was een cadeautje.
LEES OOK
Ho, ho, ho, dat klinkt wel heel makkelijk allemaal. Is het dan wel echt? Voor mij blijkbaar wel dus. In de jaren negentig keek ik niet op of om naar Brenda of Kelly, alle ballen op Dylan. Maar in de jaren die volgden waren zangeres Anneke van Giersbergen, Ricky Koole en Shane uit de serie The L Word crushes van formaat voor me. En nog wat andere - in theorie bereikbare - vrouwen leverden af en toe wat lichte vlinders op, maar nooit zodanig dat er iets bevrijd moest worden.
Favoriete barista
Het waren nota bene de gesprekken met een mannelijke fling die me in de richting van de dames dirigeerde. Doordat hij zulke mooie vragen aan me stelde, keek ik ineens met een blik van verwondering naar mijn eigen gedachtes. En zo kwam het dat ik mezelf tijdens een middag typen in een café ineens als vriendin-van naast de barista zag staan. Figuurlijk dan hé. Van alle koffiemeisjes was zij mijn lievelings, zoals je ook een favoriete caissière kunt hebben bij de Albert Heijn en toch echt het liefste het lesje Bodypump op vrijdag volgt, omdat die instructeur heel fijn is. Zo dus. Ze was het type butch: uit de kluiten gewassen, tuinbroek, kort koppie met een soort kuifje. Gay as fuck.
En ineens zag ik mezelf wel voor het echie met iemand als zij. Een diepe rust golfde van mijn navel tot aan mijn nagels. Best opmerkelijk voor iemand die vijftien jaar met een man was, twee kinderen van hem kreeg en al sinds het hele hormonencircus begon #teamdylan was.
“ Als een onhandige puberjongen raakte ik voorzichtig haar borst aan
Diezelfde avond zette ik het Tinderschuifje om naar vrouwen en begon mijn grote ontdekkingstocht. Want, wat was mijn type? Waar viel ik op en vooral: wat waren mijn verwachtingen? Nou, die waren er dus niet. Toffe vrouwen vind ik leuk, maar wel vrouwelijk. Geen butches - ondanks mijn eerste crush - of bikinibabes, niet van dat yogageneuzel en wel graag met mascara.
Drie dagen later had ik mijn eerste date en meteen was het vlam in de pan. Keurig na drie bier (en zonder kusje) naar huis, maar potver, wat maakte ik er werk van. Na een week zag ik haar weer en toen was het zoenen alsof mijn leven ervan af hing. Midden op het terras, vlak bij mijn huis. Deed me dus helemaal niks, dat iedereen me zo kon zien. Blijkbaar zat het met die gaytolerantie wel goed in mijn opvoeding. Spannender vond ik wat het met mijzelf deed, zo met een vrouw. Oké, het zoenen vond ik heerlijk, maar kon ik ook meer? Als een onhandige puberjongen raakte ik voorzichtig haar borst aan en ik herinner me dat ik naast opwinding ook opluchting voelde. Want mijn hart vertelde me zo sterk dat een vrouw als liefje misschien wel het allerfijnst kon zijn, maar vond mijn lijf dat ook?
In de dates die volgden, voelde ik me keer op keer een maagd van bijna 40, en won het denken het veel te vaak van het doen. Ik bedoel, met een piemel weet ik echt mijn trucjes wel om tot een zichtbaar applaus te komen, maar nu stond ik minstens 5-0 achter in gemaakte meters. Dus vroeg ik vriendin en seksuoloog Guusje Wannet om tips en trucs en zocht ik YouTube tutorials over hoe scharen precies moet. Dat hielp.
LEES OOK
Vergelijken
“Wil je niet gewoon weer eens een man?” vroeg een vriendin een paar maanden na mijn eerste vrouwelijke avontuur. Deze korte relatie was inmiddels weer over en de vrouwen wonnen het nog steeds van de mannen in mijn hoofd en hart. Nou nee. Géén idee.
De verbondenheid die ik voel met een vrouw, het gemak en de rust, is voor mij doorslaggevend. Deze versie van mezelf vind ik fijn en ben ik bij een man nooit geweest. Ook niet in die 15 jaar verkering. Het vergelijken blijft leuk, trouwens. Waar ik bij een man kon vallen op de mannelijke aspecten, zoals gespierde armen met kabeladeren en een zwartgrijze stoppelbaard op de kaken, val ik bij vrouwen voor lange slanke benen en mooie billen. En waar ik bij een man soms wulps aan mijn haar kon draaien en kon hangen in zijn advies hoe ik de beste biefstuk moest bakken, sta ik nu veel meer mijn mannetje. Ik hoef niet gered en geholpen te worden, ik chef het prima zelf. Bedankt.
“ Alles komt op tafel, supersexy vind ik dat
Inmiddels ben ik een half jaar samen met mijn lievelingsvrouw en vind ik mezelf nog steeds niet lesbisch. Ik snap nog altijd wat ik ooit in Luke Perry zag en geniet nog even goed van mannelijke energie. Maar de liefde zoals ik die wil, vind ik bij een vrouw. Bij haar.
Want ook al zijn we op veel vlakken verschillend, we begrijpen elkaar als geen ander. Als ik in bad zit, komt zij een kopje thee en de krant brengen (goed, dat zou een man ook kunnen doen) omdat ze weet hoe fijn dat is, en wanneer we praten over de spagaat tussen ambitie en moederschap, dan wordt er niks gebagatelliseerd. Schuldgevoel, eerlijke keuzes, alles komt op tafel. Supersexy vind ik dat. We praten de boel ook niet dood, dat is een van de valkuilen van de vrouwenliefde heb ik inmiddels geleerd. Geen therapeutische sessies, wel bijzonder oprechte interesse. Alsof je het luisterend oor, de grappen en de aanmoediging van je beste vriendin krijgt, maar dan inclusief seks.
En ja, er zal altijd wat te missen zijn. Misschien zelfs wel de stoere mannenarmen en de ‘ik-heb-wel-een-oplossing’ adviezen. Of gewoon iemand die even een boekenplank voor je ophangt. Maar is dat niet altijd zo? Iedere keuze voor een geliefde sluit andere zaken uit. Zo erg is dat niet. Nooit eerder was zo blij met wat ik níét ben. Ik ben namelijk vol overtuiging niet-hetero. Fijn, is dat ook weer uitgesloten.