Close

Het zalig falen, met Jeroen Pen

27 april 2021 01:04 / Persoonlijke groei
Jeroen Pen
Jeroen Pen
Z Zonder wrijving geen glans. Redacteur Lizzy van Hees spreekt daarom iedere week iemand over zijn of haar royal fuck-ups en uitzinnige uitglijers, de dingen die niét goed zijn gegaan. Leveren die missers ook wat op?

Een roman schrijven, en daarmee eigenhandig je verdere carrière om zeep helpen. Dat is wat schrijver Jeroen Pen (33) feitelijk doet met zijn debuut De meest besproken man van Nederland. Pen putte inspiratie uit zijn eigen loopbaan in de journalistiek; zijn ervaringen staan model voor die van hoofdpersoon Otto Spanjer, eveneens journalist. Die uit in het verhaal felle kritiek op de flexcultuur binnen zijn vakgebied, waar vijftigplussers voorzien van vast contract en bakken aan ervaring lang niet altijd het beste werk afleveren. Tel daarbij op een misschien-wel-niet-helemaal-fictionele hoofdredactie die aan elkaar hangt van old boys, en je kunt je voorstellen dat de schrijver voortaan persona non grata is op menig journalistieke redactie.

Zelf vindt Pen dat niet zo erg, want ook al was het schrijven van zijn boek 'een regelrechte kwelling', noemt hij het ook het allerleukste wat hij ooit heeft gedaan. Liever die eenzame uurtjes op de zolderkamer, ploeteren en blijven kneden tot er iets moois uitkomt, dan concessies moeten doen voor de lieve vrede of extra pageviews. Waren al die jaren aan de weg timmeren bij grote mediamerken eigenlijk verkapt falen?

Je had het best voor elkaar, als chef online bij Brandpunt+ en Het Parool, waarom wilde je er weg?

"Aan de buitenkant zag het er misschien aardig uit in 2018, maar met mij ging het in die laatste periode bij Brandpunt+ helemaal niet goed. Ik gaf weliswaar leiding aan een redactie van 25 man, maar stond wel met trillerige benen boven op die apenrots. Mijn verloving was verbroken, mijn nieuwe vriendin en ik kregen een miskraam en ik was gewoon helemaal op. Ik was kneiteroverspannen en iedere dag dat ik naar kantoor ging, bracht me verder van huis. Eindeloos vergaderen en de spanning op werk van een grote reorganisatie, daar kon ik niet meer tegen. Daarom heb ik ontslag genomen, maar een half jaar thuis zitten was ook geen optie. Dus solliciteerde ik bij Het Parool en werd daar aangenomen op de online redactie. Ik had het niet in me om daar echt iets van mezelf te laten zien en de boel omhoog te tillen. En dat is wel wat je wil, in welke baan dan ook. Ik zat gewoon niet op te letten daar, dan wordt je baan vanzelf een bullshitbaan."

'Ik werd zelf steeds meer een sukkel'

"Bovendien was ik in 2019, gemotiveerd door mijn frustratie, al bezig met mijn boek. In het begin was het nog wel geestig dat ik een boek schreef over iemand die steeds gefrustreerder raakte van zijn werk. Ik had me helemaal het mannetje moeten voelen, die tegelijkertijd een boek schreef over een sukkel. Maar hij en ik begonnen steeds meer gelijk op te trekken, en ik werd zelf steeds meer een sukkel. Toen het boek bijna af was, realiseerde ik me veel duidelijker dat ik niet alleen werd omringd door webredacteuren bij Het Parool, ik was er zelf ook weer een. Een baan waar ik in mijn boek nou niet bepaald hoogdravend over schrijf, dus ik voelde me daar steeds minder senang bij. Als collega's vroegen waar m'n roman over zou gaan, durfde ik daar soms geen antwoord op te geven. Of ik verzweeg bepaalde aspecten die te veel op de werkelijkheid leken. En dat voelt dan toch ook niet helemaal correct.

Mijn hoofdpersonage Otto moppert ook behoorlijk op vijftigplussers die maar blijven zitten, zonder inspiratie of doel. Ik wilde dat zelf niet worden. Dan maar op avontuur en er elders wat van maken. Maar in de journalistiek zullen ze me niet snel meer een kans geven, denk ik."

Is dat geen groot risico voor iemand die toch maar mooi een weg naar boven had gevonden op die apenrots?

"Nou, die weg naar boven is er ook heel lang niet geweest. De eerste 23 jaar van mijn leven stonden totaal in het teken van falen. Alles overheersend falen. Aan een stuk door, er was geen intermezzo. Op de basisschool kreeg ik een gymnasiumadvies, maar ik zakte binnen de kortste keren af naar vmbo. Ja, ik zat op school, technisch gezien, maar eigenlijk stond ik alleen maar op de gang in die jaren. Alles mislukte gewoon."

Waar lag dat aan?

"Knallende ADHD, die ik pas later heb leren richten en aanwenden. Maar op dat moment begreep ik niet waarom er zoveel was dat mij niet lukte, want ik had ergens altijd het vertrouwen dat ik het wel kon. Ik ben ook ambitieus geweest en had altijd dat gevoel van omhoog willen. Uiteindelijk is het wel gelukt en ben ik naar de universiteit gegaan, maar daar ging een vrij bloederig traject aan vooraf."

Als het zo bloederig was, moet je wel iemand met een lange adem zijn: vanaf het vmbo is het je toch gelukt om op die universiteit terecht te komen. Waren er helemaal geen glorieuze momenten of kleine successen in die 23 jaar?

"Ik heb me vooral enorm alleen en zoekend gevoeld. Steeds die sukkel die het nog steeds niet op een rijtje had. Het enige lichtpuntje of mini-succes was misschien dan toch al schrijven. Dat klinkt cliché als ik het nu zeg, maar van alles wat ik altijd al schreef -mailtjes, briefjes en appjes - probeerde ik iets moois te maken. En dan stond iedereen ook altijd op de banken. Terugkijkend denk ik zelfs dat de enige reden dat ik überhaupt vriendinnetjes had, was dat ik mooie dingen kon schrijven."

'Een boek schrijven is enorm bevrijdend, maar je wordt er ook een beetje een klootzak van'

"Goed, dus ik kon één ding wel, maar dan moet je dat ook gaan doen. Met de faalangst die ik na de middelbare school voelde, was dat nog niet zo makkelijk. Ik heb twee maanden op de School voor Journalistiek gezeten, daarna nog wat studies geprobeerd, maar ook net zo snel weer mee gestopt. Toen ik 21 jaar was, heb ik een toelatingstoets gedaan voor de universiteit. In de hoop dat ik daar meer op m'n plek zou zijn, met mijn middelbare schooladvies nog in het achterhoofd. Ergens was dat misschien ook zo, want eenmaal daar ging het wel. Al schaamde ik me wel dat ik er nog moest zitten, want inmiddels was ik vijf jaar ouder dan de rest. Maar ik heb m'n bachelorsdiploma's algemene cultuurwetenschappen en communicatie en informatiewetenschappen gehaald en toen kreeg ik een baan aangeboden bij Vrij Nederland."

Eindelijk schrijven, en er nog voor betaald krijgen ook.

"Precies. De droom. Ik heb ook niet lang getwijfeld tussen doorstuderen of deze baan. Zo'n kans krijg je maar één keer, dacht ik. In de praktijk was het iets minder rooskleurig: een klein beetje schrijven, maar vooral online redactiewerk. Dan ben je meer bezig met de juiste kop voor social media dan dat je zelf uitgebreid aan lange artikelen werkt. Het viel me op dat er over online werd gedaan alsof het hogere wiskunde is, terwijl het volgens mij vooral een simpel trucje is. Gelukkig was Vrij Nederland wel een plek met enige glans, daar herinnerde ik mezelf dan maar aan."

Kan je je de eerste keer herinneren dat een van je stukken werd gepubliceerd?

"Dat was nog tijdens mijn stage, het werd meteen een persoonlijk stuk, dus daarom misschien nog wel wat enger om het te publiceren. En nog belangrijker dat het goed was. Ik heb toen een stuk geschreven over mijn grootvader. De eerste rockster-econoom van de Lage Landen, maar als grootvader niet de meest sociale man. Ik heb een vrij hard stuk over hem geschreven, te hard eigenlijk. Er werd vanuit de redactie goed op gereageerd, maar mijn familie vond het niet zo nodig. Hij was immers ook al dood op dat moment."

Maar als schrijver mag je geen concessies doen, alles voor het verhaal?

"Dat is zo, maar als journalist doe je aan de lopende band concessies. Je denkt misschien: ík ga provoceren, de waarheid vertellen, maar in de praktijk is dat zelden zo zwart-wit. Jij interviewt mij en mailt me de tekst, dan ga ik een beetje moeilijk doen over een zin die net anders moet. En jij gaat daarmee akkoord. Dan doe je een concessie om een middenweg te vinden en mij tevreden te houden. Pas toen ik een boek ging schrijven, hoefde ik helemaal niet meer in te leveren voor de gouden middenweg. Dat is enorm bevrijdend, maar je wordt er ook een beetje een klootzak van."

Vinden jouw oud-collega's je nu een klootzak?

"Dat is me heel erg meegevallen. De meesten kunnen er wel om lachen, zelfs de wat oudere collega's hebben zelfspot. Dat is fijn. Misschien zijn er een paar die niet hardop durven te zeggen dat ze nog met mij omgaan, haha, maar ook publiekelijk klinken er positieve geluiden en veel mensen herkennen het."

Had jij als leidinggevende niet het verschil kunnen maken op de redacties waar je werkte?

"In 2017 en 2018 was ik chef online bij Brandpunt+, ik denk dat ik een goede en een slechte baas ben geweest. Voor jonge talenten heb ik me echt altijd hard gemaakt, maar met mensen die niet vooruit waren te branden, was ik misschien te ongeduldig. Dan los ik het zelf wel op. Dus als je een rondje oud-collega's gaat vragen, zullen er misschien een paar zijn die doorrijden als ze me zien oversteken. Maar ik heb wel altijd alles gegeven, ik werkte 80 uur per week en stopte alles wat ik had erin.

Misschien dat het solistische bestaan van een auteur me wel beter ligt. Ik bekommer me weliswaar graag om mensen, maar in de journalistiek lijkt de term leidinggevende nogal diffuus. Ik moest mensen managen, die soms veel meer werkervaring hadden, en ondertussen zelf ook voor content zorgen. Dan wordt het al snel onduidelijk wie echt eindverantwoordelijk is."

Millennials trekken aan het kortste eind?

"Onze generatie lijkt chronisch gefrustreerd, altijd om dezelfde redenen. Natuurlijk zijn er een paar hypergetalenteerde mensen die zich aan dit lot ontworstelen. Maar een hele grote groep is existentieel nukkig. Ik denk dat dat komt omdat je meer kan dan je in de praktijk doet. En de dingen die je goed kan, daar staat geen eerlijke beloning tegenover. Daar wil ik niet meer aan meedoen."

Ben je niet meer overspannen?

"Tegen de tijd dat ik mijn boek ging schrijven, was ik van het falen af. Het is denk ik het eerste waar ik beroepsmatig trots op ben. Dat heb je lekker gedaan, Jeroen. Ook dit was geen rechte lijn omhoog, en vooral heel hard werken, maar dat eindeloze ploeteren zonder resultaat was er niet meer. Nu is het opgelost. Alles is goed."

En je volgende baan?

"Daar kan ik nog niets over zeggen, behalve dat het inderdaad wat verder van de journalistiek zal staan. Zin in."

Lizzy van Hees