Cry me a river: waarom een potje huilen af en toe best goed kan zijn

Als kersverse student struinde ik dagenlang met een stuk hout onder m'n arm: mijn eigen huilebalk. Het was onderdeel van de ontgroening bij mijn studentenvereniging, en hoewel ik de balk te danken had aan een overvloed aan tranen, kon ik de grap achteraf wel waarderen. Stiekem was het misschien zelfs een opluchting. Een einde aan de innerlijke strijd tegen brandende tranen, met die balk kon ik mijn bestaan als huiler bij me dragen als publieke disclaimer.
Dat ik zo veel heb moeten huilen tijdens die ontgroening was nauwelijks verrassend. Geef een paar onzekere en oververmoeide twintigers de opdracht elkaars beste vrienden te worden in een snelkookpan van drankgebruik en slaapgebrek, en ze veranderen in labiele wezens. Ik nog het meest, want zoals mijn moeder altijd zegt, heb ik 'losse tranen'. Die heb ik van haar geërfd. En van mijn tante, oma, oudtante, wie weet zelfs van mijn overgrootmoeder.
“ Of je nou van de trap valt of persweeën hebt, we gillen en kermen wel, maar echt huilen: ho maar
Ik ben benieuwd of mijn tranen echt een genetisch cadeautje zijn. Wat zegt het over mij dat ik veel en snel huil? Dat leg ik voor aan psycholoog en emeritus-hoogleraar Ad Vingerhoets. Hij doet al sinds 1988 onderzoek naar emoties en huilen en kan er bijna alles over vertellen. Ik zeg bijna, omdat we op het gebied van onze emoties waarschijnlijk nooit echt raken uitgeleerd.
Drie soorten tranen
Als mens hebben we twee soorten traanklieren, legt Vingerhoets uit, en daarmee produceren we drie soorten tranen. "Met de aparte kleine traankliertjes die onder ons ooglid verstopt zitten, produceren we bij iedere oogknippering een klein laagje traan over het oog." Daarin zit bovendien het stofje lysozyme, dat bacteriën doodt. "Deze continue stroom aan tranen is belangrijk omdat ze als het ware de functie van onze huid moeten nabootsen, die ons beschermt tegen mogelijke ziekteverwekkers, zoals bacteriën en schimmels."
LEES OOK
Dan zijn er nog de reflextranen, vervolgt de psycholoog. "Die voel je opkomen als je een ui snijdt. Ze komen uit de grote traanklier, die uitkomt in je ooghoek. Als je een ui snijdt, komt er een gas vrij dat door de gevoelszenuwen van je oog wordt waargenomen. Die sturen vervolgens een signaal naar je hersenen, die vervolgens tot actie overgaan: spoelen." Uit deze klier komen, aangestuurd vanuit de hersenen, ook de tranen die je uit emotie huilt. Verdriet, angst, onzekerheid, woede, jaloezie, empathie, dat kan van alles zijn.
Wanneer huilen we?
Bij huilen denken we al snel aan pijn en verdriet. Voor baby's en kinderen is huilen de makkelijkste manier om pijn, honger, vermoeidheid of ander ongenoegen te uiten. En hoewel we al vrij snel leren om woorden te gebruiken als we hongerig zijn, geeft de schrik en de pijn bij een val – met zo'n flinke schaafwond op je knie als gevolg – meestal nog lang reden om het op een huilen te zetten. "Al houden we daar als volwassenen weer mee op," zegt Vingerhoets, "want huilen bij fysieke pijn komt eigenlijk alleen voor tot en met adolescentie." Vanaf onze tienerjaren leren we het langzaam maar zeker af. Want hoeveel pijn je op volwassen leeftijd ook ervaart, of je nou van de trap valt of persweeën hebt, we gillen, zuchten en kermen wel, maar echt huilen: ho maar.
“ 'Soms gaat het niet zozeer om verdriet, maar om een gevoel van machteloosheid'
Waarom huilen volwassen mensen dan wel? "Natuurlijk blijven ons eigen verdriet en andere emoties centraal staan", legt Vingerhoets uit, "maar zodra we ouder worden, komt er iets nieuws bij: empathisch huilen." Dat betekent dat niet alleen ons eigen leven en lijden ons tot tranen kan roeren, maar ook het leed van mensen om ons heen. Denk maar aan een zielige film of meeleven met een goede vriendin die haar moeder heeft verloren.
Als ik denk aan de laatste keer dat ik moest huilen, ging dat om een moeilijk gesprek met m'n ouders en een kleine emotionele inzinking in de aanloop naar m'n verhuizing. Bij beide situaties was er inderdaad geen enkele sprake van fysieke pijn, maar welk gevoel er dan wel aan ten grondslag lag? Verdriet was het misschien ook niet direct. "Welke emotie er wel mee samenhangt, is niet altijd duidelijk aan te wijzen", weet Vingerhoets. "Tegenwoordig wordt bijvoorbeeld vaker gedacht dat je net zo goed om een positieve situatie kan huilen als om een verdrietige gebeurtenis." De bekerwinst kan je dus net zo goed tot tranen roeren als een grove nederlaag. "Maar er valt ook iets voor te zeggen dat je bij een positieve gebeurtenis stilstaat bij wat daaraan vooraf is gegaan." En dat is zelden een weg geplaveid met rozenblaadjes. Een bekend voorbeeld daarvan is Anky van Grunsven. "Na haar overwinning tijdens de Olympische Spelen huilde ze van de ontlading", aldus de psycholoog. "Niet van blijdschap, maar omdat haar vader eerder dat jaar was overleden. Haar overwinning herinnerde haar extra aan het feit dat hij er niet meer was om dit mee te maken." Als je huilt omdat je een dierbare na lange tijd weer kan zien, huil je eerder omdat het weerzien je herinnert aan hoezeer je diegene hebt gemist. Geen tranen van pure blijdschap dus.
LEES OOK
"Nog een andere manier om naar huilen te kijken," vervolgt Vingerhoets, "is dat het niet zozeer gaat om het verdriet, maar om een gevoel van machteloosheid." Je wordt overweldigd door emoties en weet niet hoe je je moet gedragen.
Man vs. vrouw
Voelen mensen die vaker huilen zich dan ook vaker machteloos? Of kunnen die 'losse tranen' ook genetisch worden doorgegeven? Zoals in mijn geval van grootmoeder op moeder en weer op mij als dochter? "Vermoedelijk speelt er een genetisch component bij hoe snel en veel we huilen", stelt Vingerhoets. "Daarnaast spelen hormonen ook een rol. Er bestaat een vermoeden dat het vrouwelijke hormoon prolactine het makkelijker maakt om te huilen." Dat zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat vrouwen gemiddeld vaker huilen dan mannen. "Onderzoek laat sterker bewijs zien voor de remmende werking van het mannelijke hormoon testosteron." Dat zie je bijvoorbeeld aan mannen die prostaatkanker krijgen, die krijgen tijdens hun behandeling vaak een anti-hormoon toegediend, waardoor hun testosteronniveau daalt. "Deze mannen worden sneller en vaker emotioneel dan daarvoor. Transgenders ervaren ook vaak een verschil in hun emoties nadat ze testosteron of testosteronremmers krijgen toegediend."
“ 'Vrouwen huilen vaker in alledaagse stresssituaties, terwijl mannen dat oplossen door even flink te vloeken'
Maar we moeten ook voorbij de hormonen kijken, vindt Vingerhoets. Als je naar grote uitlokkers kijkt voor verdriet en huilen, zoals rouw, liefdesverdriet en heimwee, zijn de verschillen niet zo groot. Ook depressiviteit, burn-outklachten, alcohol, vermoeidheid of verlies zorgen zowel bij mannen als vrouwen voor dat machteloze gevoel dat vaak gepaard gaat met tranen. "Maar op alledaags niveau zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen groter. Vrouwen huilen bijvoorbeeld vaak in conflictsituaties, maar ze ervaren die machteloze woede ook vaker in alledaagse stresssituaties. De computer die crasht, de auto die niet start of een ruzie met je partner, vriendin of collega kan dan ook al voor tranen zorgen. Terwijl mannen dat vaker oplossen door even flink te vloeken."
Door de verschillen tussen mannen en vrouwen te benoemen, maak je het makkelijker voor mensen om daar negatieve of verkeerde conclusies aan te verbinden. Dat vrouwen nou eenmaal zwak of overdreven emotioneel zijn bijvoorbeeld. "Daarom moeten we ook benadrukken dat vrouwen vaker worden blootgesteld aan emotionele situaties. Zo zijn er veel minder mannen die in de gezondheidssector werken. En zo zal er ook een duidelijk verschil zijn in het soort boeken dat mannen en vrouwen lezen." Je zal een man ook niet snel naar Grey's anatomy of een zielige film zien kijken. "We moeten ook niet voorbijgaan aan de aard van vriendschappen tussen mannen onderling en hoe die verschilt van vrouwen. Mannen zijn in die zin ook minder geoefend in het bespreken en laten zien van hun emoties."

De gender bias waar we als maatschappij steeds meer vanaf willen, zit nog diepgeworteld. "Ouders zeggen vaak wel dat ze hun kinderen, ongeacht hun geslacht, allemaal hetzelfde opvoeden, maar ook daar kunnen stereotype rolpatronen een duidelijke rol spelen. En kinderen zijn ook veel buitenshuis. Hoe wordt er op school gereageerd als een jongen huilt na het verlies van een knikkerpartij? Misschien heeft de leraar er wel begrip voor, maar lachen zijn vriendjes hem uit. Al die reacties en gebeurtenissen dragen bij aan hoe wij ons als mens vormen én hoe we over emotie denken." En los van wat ons wordt verteld over huilen en verdriet, nemen we ook een heleboel over van wat we zien. Ik heb mijn moeder eindeloos veel vaker zien huilen dan mijn vader, mijn zusje vaker dan m'n broer. Als ik daar een waarheid uit moet kristalliseren, is het toch: vrouwen huilen en mannen niet. Vingerhoets: "Precies, die factoren moeten we niet uitvlakken."
De voordelen
Als je mensen vraagt wat ze van huilen vinden, zullen er weinig mensen zeggen: fantastisch, I could do it all day, everyday. Maar die tranen die zo vaak ongevraagd komen opborrelen, zijn toch echt een belangrijk communicatiemiddel. "Emotioneel zijn en die emoties laten zien, daarmee geef je belangrijke informatie aan de mensen om je heen. Een signaal dat het niet goed met je gaat, dat je hulp nodig hebt." En in een ruzie kan het ook fungeren als een witte vlag, waarmee je laat zien dat je eigenlijk niet wil vechten. Of dat die confrontatie je raakt, iets wat ook kan bijdragen aan het goedmaken.
Toch hebben we in stilte allerlei regels bedacht over wanneer je mag huilen, hoe vaak en hoe hard. Als je huilt terwijl anderen dat niet doen, kunnen zij zeggen: wat ben je overdreven emotioneel. "Maar als je nooit huilt, zelfs niet in situaties waarin verder iedereen wordt geraakt, word je weer bestempeld als koele kikker", aldus Vingerhoets. "Een vrouw belde mij op en zei: 'Ik heb al 22 jaar niet gehuild, sinds ik een doodgeboren kind heb gekregen. Is dat erg?'. Ik heb de vraag omgedraaid: 'Vind jij het erg?'. Emoties zijn zo persoonlijk, daar moet je als buitenstaander weinig van vinden. Iets is alleen erg als het jezelf in de weg zit."
LEES OOK
Nou zijn er tijdens de vele onderzoeken van professor Vingerhoets wel een aantal voordelen naar boven gekomen van huilen. Zo worden mensen die huilen vaak bestempeld als betrouwbaar, empathisch en warm. Iemand die af en toe een traan laat, die wil je wel als buurman, vriendin of collega hebben. "In hoeverre die positieve aanname klopt, hebben we geprobeerd te onderzoeken door mensen die aangeven met enige regelmaat te huilen en mensen die dat niet doen, na de vragenlijst een moeilijke en vooral tijdrovende opdracht te geven. Als ze die succesvol zouden afmaken, zouden ze maximaal 10 euro verdienen, waarvan 9 euro was bestemd voor een goed doel. Dat onderzoek liet zien dat de mensen die vaker huilden inderdaad beter hun best deden om iets te verdienen voor het goede doel."
En dan bestaan er ook nog gradaties in het tranendal. "Neem artsen die moeten huilen om hun patiënten," legt Vingerhoets uit, "daar bestaat nogal wat verdeeldheid over. Maar als het alleen natte ogen zijn, geeft het voor patiënten een signaal af: ik leef enorm mee, maar mijn medisch handelen lijdt er niet onder. In die situaties worden tranen beter gewaardeerd dan wanneer je als arts echt hard moest huilen of helemaal geen emotie laat zien. Al moeten de tranen wel over de patiënt gaan en niet over persoonlijk leed van de arts."
Eenzaamheid als remedie?
Uit onderzoek onder studenten is gebleken dat mensen met een relatie vaker huilen dan singles. Een verrassende conclusie op het eerste gezicht, zijn singles dan zoveel gelukkiger? Dat hoeft niet zo te zijn, denkt Vingerhoets. "Het zou erop kunnen wijzen dat als je eenzaam bent, je minder huilt. Hoewel er dan misschien nog steeds genoeg reden is om te huilen, heb je de behoefte minder als er niemand in de buurt is. Zo zie je maar weer dat die tranen toch vooral een communicatiemiddel zijn om een signaal te geven naar je omgeving." Daarnaast zal je ook niet snel naar de tissues grijpen wanneer je je tussen alleen maar vreemden bevindt. Of waar je baas bij is, hoe gefrustreerd of machteloos je je ook kunt voelen op werk. "In de praktijk wordt er het meest gehuild tussen zes en tien uur 's avonds. Bij onze partner of moeder."
“ 'Als je het onderdrukt, voel je je er vaak alleen maar ellendiger door'
En luchten die tranen dan ook op? "Precies 50 procent geeft aan dat het na een huilbui beter met ze gaat. 40 procent merkt geen verschil en met 10 procent gaat het slechter. Maar om hier echt conclusies aan te verbinden, moet je eigenlijk niet vragen of een huilbui oplucht. Want dat is compleet afhankelijk van de situatie waarin je moest huilen. Was je alleen en kwamen de tranen omdat je depressief bent of een burn-out hebt? Dan lucht een huilbui zelden op. Maar als je huilt in het bijzijn van je moeder of beste vriend, die jou vervolgens troost, een knuffel geeft en moed inpraat, dan is de kans veel groter dat je daarna opluchting ervaart."
De reden van je verdriet speelt overigens ook een rol. De kans dat je je beter voelt na een huilpartij om een situatie waar je geen controle over hebt, is klein. Huilen om het overlijden van iemand lucht daarom niet of nauwelijks op. Maar als je huilt tijdens een ruzie of over een rotsituatie op werk, kan dat wel enorm opluchten. Zeker als er iemand in de buurt is die je troost of advies geeft, legt Vingerhoets uit. "Opluchting heeft misschien meer met de reacties van anderen te maken dan met het huilen zelf." En nog een belangrijke tip: als je eenmaal huilt, kan je je daar beter niet tegen verzetten. "Als je het gaat tegenhouden of onderdrukken, voel je je er vaak alleen maar ellendiger door." Daarom kan je de huilebalk maar beter proberen te omarmen en je overgeven aan de tranen, voor je het weet zijn ze weer opgedroogd.
Op 17 mei verschijnt De emotionele mens, het nieuwe boek van Ad Vingerhoets. Het boek geeft de meest actuele inzichten over menselijke emoties én het belang daarvan. Vingerhoets ontrafelt emoties zoals angst, blijdschap, verdriet, trots, spijt, nostalgie en walging en laat zien waarom we als mens niet zonder deze emoties kunnen.