Close

De échte verschillen tussen mannen en vrouwen

24 oktober 2021 01:10 / 'Andere interesses'
V Vrouwen en mannen zijn verschillend, dat kunnen we in één oogopslag zien. Maar maakt dat ook dat ze anders denken en zich anders gedragen? Of hebben we het allemaal aangeleerd? Journalist Franke van Hoeven zoekt het uit. "Vrouwen werden lang gezien als kleine mannen."

"Jongens beslissen sneller wat ze gaan spelen in de pauze. Ze zijn brutaler en sterker en hebben hun werkjes sneller af. Meisjes praten eindeloos over wat ze willen doen, net zolang tot de bel gaat. Meisjes zijn veel aardiger dan jongens en helpen elkaar veel meer." Dat antwoordt dochter Puk (9) als ik haar vraag of zij verschillen ziet tussen de jongens en meisjes uit haar klas. Ik wilde haar, nog enigszins onbevooroordeelde kijk horen op deze kwestie, maar haar antwoord blijkt nauwelijks te verschillen van de visie zoals beschreven in de bestseller Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus, waarvan sinds de jaren negentig wereldwijd miljoenen exemplaren zijn verkocht. Relatietherapeut en zelfhulpgoeroe John Gray stelt in zijn boek dat mannen nu eenmaal gesteld zijn op "macht, vakkundigheid, efficiency en prestatie". De marsbewoner "doet altijd alles om zich te bewijzen en zijn macht en vaardigheden uit te breiden. [...] De bewoners van Venus hebben andere waarden. Ze waarderen liefde, communicatie, schoonheid en contact. Ze zijn veel bezig met elkaar steunen, helpen en koesteren."

Het boek kreeg in de loop der jaren veel kritiek, omdat Gray het verschil in gedrag verklaarde als een gevolg van onze natuur, terwijl critici stellen dat die verschillen vooral cultureel bepaald zijn en daarmee behoorlijk stereotype. Nog altijd is deze discussie niet beslecht. Hoe staan we er inmiddels voor? Wat zijn de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen en hoe bepalen ze ons gedrag en psyche? En komt dat voort uit onze verschillende biologie of hebben we onszelf dat aangeleerd? En wat heeft dat voor gevolgen over hoe we onze maatschappij inrichten?

Bikinivisie

Om te beginnen bij de waarneembare biologische verschillen tussen mannen en vrouwen: we hebben andere geslachtschromosomen (XX bij vrouwen en XY bij mannen). Mannen hebben een penis, vrouwen een vagina en borsten. De afgelopen jaren lijkt er steeds meer aandacht te komen voor wat anders is ín het vrouwenlichaam. Zo blijkt het brein van vrouwen kleiner, maar heeft het hetzelfde denkvermogen als mannen. Het werkt anders. Ook genregulatie, het aan- en uitzetten van genen in cellen, zit anders in elkaar. Onderzoeker Robin Hartman beschrijft in zijn proefschrift dat een andere celbiologie een rol speelt bij mannen en vrouwen. Hij pleit ervoor om meer onderzoek naar het lichaam van vrouwen te doen. Ieder wetenschappelijk onderzoek zou volgens hem net zoveel vrouwen als mannen moeten includeren en de resultaten daarvan apart moeten beschrijven: "Daaruit kunnen zowel voor vrouwen als voor mannen betere behandelingen komen."

'Drukke meisjes werden gewoon gezien als pittige tantes'

Janneke Wittekoek, cardioloog en directeur van de HeartLife-kliniek, met speciale zorg voor het vrouwenhart, is het daarmee eens: "Vrouwen zijn in de medische wetenschap lange tijd beschouwd als 'kleine mannen'. Alleen de uiterlijke verschillen werden erkend, dit noemen we de 'bikinivisie'. Vrouwen werden niet in medische onderzoeken meegenomen, en nog altijd wordt dat maar bij een kwart van de onderzoeken gedaan." Er is nog veel dat we niet weten over het vrouwenlichaam en hoe het (anders) werkt bij ziekte, bijvoorbeeld.

Kwestie van hormonen

Naast de geslachtschromosomen wordt het verschil tussen mannen en vrouwen bepaald door de geslachtshormonen: oestrogenen bij vrouwen en testosteron bij mannen. Wittekoek: "Testosteron is dé verklaring tussen het verschil in kracht tussen mannen en vrouwen. Mannen hebben een tien keer hogere concentratie in hun lichaam en zijn puur op basis daarvan fysiek sterker dan vrouwen." Daarnaast speelt volgens Wittekoek de vrouwelijke cyclus een heel belangrijke rol, maar ook daarover is nog weinig bekend, zéker als je kijkt naar PMS, psychosociale factoren of een aandoening als ADHD: "Lange tijd werd gedacht dat vrouwen geen ADHD konden krijgen. De diagnose luidde alleen voor drukke jongetjes. Drukke meisjes werden gewoon gezien als pittige tantes."

Wittekoek legt uit dat we nog veel niet weten over de precieze werking van hormonen ons lichaam en hoe ze ons gedrag beïnvloeden. "Als vrouwen in de overgang raken bijvoorbeeld, neemt de hoeveelheid oestrogeen in hun lichaam af. Dat heeft weer invloed op de manier waarop dopamine wordt afgegeven. Vrouwen kunnen dan mentaal uit de pas gaan lopen. Hoe de overgang het vrouwenlichaam en de psyche beïnvloedt, weten we niet. Ik vermoed dat de hormonale cyclus van vrouwen heeft heel veel invloed heeft op het vrouwelijk lichaam: op ziekten, het krijgen van ziekten, het ziekteverloop. Verschillende soorten kanker, biologische verschillen in botziekten, bij Alzheimer en Parkinson, de pijngrens van vrouwen, de manier waarop medicijnen door het lichaam wordt verwerkt: het werkt bij vrouwen allemaal anders dan bij mannen. Er is nog zoveel dat moet worden onderzocht."

Aangeleerd

Die aandacht voor het vrouwenlichaam staat, kortom, nog in de kinderschoenen. In het de Correspondent-artikel Hierin verschillen mannen van vrouwen. En hierom is dat verschil benoemen zo gevoelig legt journalist Jop de Vrieze uit dat tot de jaren zestig van de vorige eeuw de verschillen tussen mannen en vrouwen als vanzelfsprekend werden beschouwd. Met de opkomst van het feminisme groeide de aandacht voor de invloed van de heersende normen op het gedrag van mannen en vrouwen. Er kwam een verschil tussen geslacht en gender: je geslacht werd bepaald door je genitaliën, je gender door de verwachtingen over het gedrag dat je zou moeten vertonen op basis van je geslacht. Sociale verschillen zouden worden gevormd door aangeleerd gedrag, niet door biologische verschillen.

"Het is verbazingwekkend dat veel wetenschappers koste wat kost willen blijven bewijzen dat mannen- en vrouwenhersenen hetzelfde zijn. Als we het hebben over andere fysieke kenmerken, zoals spiermassa of lengte, vinden we het prima dat er verschillen zijn, maar bij de hersenen niet", zegt Ruben Gur, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Pennsylvania, in het artikel. "Het ligt gevoelig, want het zou kunnen betekenen dat de één superieur is. Maar in plaats van de verschillen te ontkennen, is het beter ze te leren begrijpen."

Sociaal versus technisch

Een van de wetenschappers die dat probeert, is de Vlaamse filosofe Griet Vandermassen, verbonden aan de Universiteit van Gent en auteur van het boek Dames voor Darwin. We verschillen niet alleen fysiek, maar óók wat betreft gedrag en psychologie, stelt ze. In een interview in dagblad Trouw stelde ze: vrouwen zijn zorgzamer en invoelend, mannen competitief en daadkrachtig. Gelijkheid daarin willen zien is ideologisch en niet wetenschappelijk: "Bevindingen vanuit de genetica, neurowetenschappen, ontwikkelingspsychologie en evolutiebiologie wijzen allemaal in dezelfde richting: de menselijke geest is niet geslachtsneutraal. Mannen en vrouwen hebben andere interesses, prioriteiten, en motivaties. Die zijn primair het resultaat van onze evolutionaire voorgeschiedenis. Mensen weten dat zelf ook, dat voelen ze aan."

'Vrouwen hebben zich evolutionair ontwikkeld om op sociaal vlak te excelleren'

Een voorbeeld van een verschil tussen mannen en vrouwen dat biologisch bepaald is, vindt Vandermassen terug in wetenschappelijke studies in de interesses van meisjes en jongens. Uit diverse onderzoeken, bij verschillende culturen, blijkt dat meisjes en jongens over het algemeen als kind al grote verschillen vertonen in hun interesses. Vandermassen vertelt tijdens ons telefoongesprek: "Wereldwijd zien we in alle culturen een verschil tussen wat jongens typisch interesseert en meisjes interesseert. Welke cultuur je ook bekijkt, de kloof blijkt overal even groot. Keer op keer blijkt dat meisjes meer sociaal gericht zijn en zich interesseren in omgang met anderen - en daarmee de sociale dimensie van speelgoed. Jongens hebben overwegend een grotere interesse in objecten die ze kunnen manipuleren, bijvoorbeeld. Dat heeft weer invloed op de studiekeuze: meisjes kiezen vaak voor sociale studies, jongens voor technische studies. Dit ontstaat al heel vroeg, als kinderen drie jaar oud zijn. Het is evolutionair gezien ook niet zo gek dat vrouwen socialer zijn: ze brengen leven voort en moeten in staat zijn te zorgen voor een kwetsbaar kindje dat compleet afhankelijk van hen is. Vrouwen hebben zich evolutionair ontwikkeld om op sociaal vlak te excelleren."

Genderneutraal

Waar cultuur (en de geschiedenis) wél impact op heeft, is de vraag of je je interesses mag of kunt volgen. Vandermassen: "Als we kijken naar de jaren vijftig van de vorige eeuw, dan werd van meisjes verwacht dat ze niet zouden studeren, ze moesten huisvrouw worden. Meisjes konden hun interesses voor sociaal-wetenschappelijke onderwerpen niet verder ontwikkelen. Cultuur heeft daarmee impact op de kansen die je geeft aan meisjes en jongens om hun interesses al dan niet verder te ontwikkelen."

De vraag die dat oproept: maar hoe zit dat dan als je kinderen speelgoed aanbiedt dat geheel genderneutraal is (een pop zonder geslachtskenmerken, auto’s voor meisjes), zoals bijvoorbeeld bij een Zweedse kinderopvang wordt gedaan? Wat voor invloed heeft dat op de interesses van kleine kinderen? Vandermassen: "Als je kinderen de vrijheid geeft om te laten spelen waarmee ze willen spelen, zul je blijven zien dat ze kiezen voor seksetypisch speelgoed. Dat krijg je er niet uit. Ik denk niet dat je kinderen genderneutraal kunt maken. Al heb je natuurlijk kinderen die atypisch zijn in hun voorkeur en die moet je ook de kans geven te spelen waarmee ze willen spelen. Het is daarom goed een klimaat te scheppen waarin dat maatschappelijk geaccepteerd wordt. Maar ik denk dat het onmogelijk is sekseverschillen uit te roeien."

Sociale constructie

Maar hoe zit het dan met het argument van tegenstanders in dit debat, die vinden dat dit soort interesses van kinderen aangeleerd is, een sociale constructie? Vandermassen vindt dit vooral een ideologische gedachtegang, geen wetenschappelijke. Eén die overigens historisch gezien goed te verklaren is: "Het biologische denken over vrouwen werd tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw vooral gebruikt om vrouwen op hun plaats te houden en kansen te ontzeggen. Het is logisch dat men bang is dat biologisch verschildenken opnieuw misbruikt zal worden om vrouwen onder de duim te houden, om te zeggen: vrouwen horen thuis te blijven."

Aan het wetenschappelijke bewijs is niet te ontkomen: "Er zijn verschillen die evolutionair voorspelbaar zijn, zoals de zorg voor anderen bij vrouwen, of agressie en competitiviteit bij mannen. Dat is honderd procent evolutionair voorspelbaar. Maar er zijn natuurlijk ook sociale constructies, die oppervlakkiger zijn en waarschijnlijk uit onze cultuur zullen verdwijnen. Een voorbeeld: de kleuren roze en blauw. Er is geen aanwijzing dat dat iets te maken heeft met biologie. In het verleden was de betekenis van deze twee kleuren juist omgekeerd."

'Zorg zou financieel beter beloond en maatschappelijk meer gewaardeerd moeten worden'

Wat interessant is, is dat je met dit soort oppervlakkiger sociale constructies wél interesses kunt versterken of uitvergroten: "Zeker jongens hebben de neiging elkaar enorm af te straffen als ze met meisjesspeelgoed spelen, dan ondervinden ze druk van de peer group van jongens. Daarom vind ik het niet goed jongensspeelgoed blauw te kleuren of andersom, daarmee wakker je typische speelvoorkeuren onnodig aan."

Eerlijke samenleving

Goed. Maar als vrouwen en mannen écht anders zijn, hoe gaan we dan wel zorgen dat we gelijkwaardig worden behandeld in een maatschappij waar tot nu toe de mannen het voor het zeggen hebben gehad? Vandermassen: "Ik ben voor quota in de politiek en bij ethische besluitvorming, omdat de helft van de samenleving nu eenmaal uit vrouwen bestaat. Het is niet fair als je de belangen van de ene helft van de samenleving vooral laat vertegenwoordigen door de andere helft. Mannen en vrouwen hebben een andere belevingswereld, dus vrouwen zullen soms andere besluiten maken, dat is heel belangrijk. Dan kunnen we toewerken naar een samenwerking die de belangen van vrouwen hoger op de agenda zet."

Quota op managementfuncties, of om meisjes te interesseren voor technische studies, daar ziet Vandermassen het nut niet van in. Wel hoopt ze dat we anders gaan kijken naar arbeid, waarbij vrouwelijke belangen serieus genomen worden: "De mannen bepalen de norm, waardoor zorgberoepen veel te weinig worden beloond. Functies in de zorg en het onderwijs, daar moeten echt betere salarissen voor komen, dat zijn beroepen waarin vrouwen floreren. Onze economie draait voor een groot deel op onbetaalde arbeid van vrouwen thuis en daar wordt in onze economische modellen geen rekening mee gehouden. Ik hoop dat we naar een wereld toe gaan waarin zorg meer centraal komt te staan, dat financieel beloond wordt en maatschappelijk meer gewaardeerd."

Kortom, of vrouwen nu van Venus komen, of mannen van Mars: we zijn anders, en voor dochter Puk, nog niet beïnvloed door ideologie, was dat ook zo klaar als een klontje. Maar voor de waardering en gelijke behandeling van mannen en vrouwen zou dat natuurlijk niets uit moeten maken. Tijd om onze verschillende krachten te erkennen én herwaarderen.

Franke van Hoeven