Close

Als je kind (maar niet) uit de kast komt

10 december 2021 11:12 / Paarse vrijdag
D De een weet het als-ie 6 jaar is al zeker, en de ander ziet pas op haar 38e alle puzzelstukjes op hun plaats vallen. Queer zijn is een innerlijke zoektocht, maar hoe ga je daar als ouder eigenlijk mee om?

Paarse Vrijdag, of Spirit Day zoals de Amerikaanse bedenkers het noemen, werd in het leven geroepen om scholieren te laten zien dat ze niet in hokjes hoeven denken. Mooi, en nog best een uitdaging in een heteronormatieve wereld. Maar met de kleur van je shirt bent je er natuurlijk nog niet. Wat doe je als je ziet dat je kind, je vriend of iemand anders in je omgeving worstelt met diens identiteit of geaardheid?

Maak het niet bijzonder

Voor Natasja (45) was het geen verrassing dat haar dochter laatst met een meisje thuis kwam. In haar eigen stijl en spel zocht ze altijd al de wat stoerdere kant op, en ze zei ook eens uit zichzelf dat ze misschien wel een jongen wilde zijn. "We kiezen daarin bewust voor het open gesprek: als ze iets wil vertellen, dan komt het wel. We leggen er bewust niet de nadruk op. Ze is nu 16 jaar en ik vermoed dat het niet alleen een zoektocht in seksualiteit is, maar ook in gender. Voor ons is alles goed, maar ik ben me er ook wel van bewust dat de buitenwereld niet zo open-minded is. Het zit in de natuur van mensen om kritisch te zijn. Wij wonen in een dorp, dus ze krijgt weleens opmerkingen als ze met haar vriendinnetje over straat loopt. Toch heb ik wel het idee dat ze alles met ons kan bespreken. We maken het niet bijzonder. Een paar jaar geleden vroeg ze of ik het erg zou vinden als ze verliefd zou worden op een meisje, en ik zei: bij mij is het hele alfabet welkom. Nu zie ik dat ze gelijkgestemde zielen om zich heen verzamelt, dat vind ik mooi. Zij redt zich wel."

'Vrágen of je kind gay is, of iets anders van de regenboog-paraplu, is glad ijs'

Een mooi voorbeeld, vindt Jeremy Heshof, relatietherapeut en lhbti-voorlichter. Toch is er ook regelmatig sprake van schijntolerantie. Mijn kind mag met iedereen thuiskomen, al zijn ze paars of groen, roepen mensen dan. Maar zo ben je er nog niet. "Het is belangrijk dat thuis een onbevooroordeeld en onvoorwaardelijk nest is. Vooral vaders hebben daar een belangrijke rol in, omdat die in veel gevallen bevooroordeeld zijn. Dat zit in kleine dingen en begint vaak al vroeg. Niet wegzappen als je twee mannen op tv ziet zoenen bijvoorbeeld, of schelden met 'homo' of 'mietje'. Dan wil een kind niet thuiskomen met het verhaal dat-ie ook zo is. Blijf daarom benoemen dat alles oké is en blijf die boodschap dus ook herhalen. Als je kind vraagt of je het erg zou vinden, dan ben je eigenlijk al te ver."

Heshof pleit ook voor rolmodellen. Ieder gezin zou een paar boeken in huis moeten hebben waarin seksuele diversiteit als vanzelfsprekend wordt gepresenteerd. Koning & koning is een mooi voorbeeld, of Julian is een zeemeermin. Die vanzelfsprekendheid is belangrijk om je veilig te voelen.

Het draait niet alleen om de buitenwereld

En zelfs als in je gezin alle seinen op groen staan, is het nog niet vanzelfsprekend dat een kind makkelijk uit de kast komt, of zijn zoektocht naar zijn seksuele identiteit uitspreekt. Splinter Chabot schreef erover in zijn boek Confettiregen en vertelde aan Matthijs van Nieuwkerk dat je een coming out niet alleen aan je omgeving doet, ook aan jezelf: "Er zijn heel veel jongens, meisjes en mensen die in de puberteit ontdekken wat ze leuk vinden en wie ze leuk vinden, hoe ze zich kleden, wie ze echt zijn." Maar je kan ervan schrikken als je erachter komt dan je anders bent dan je zelf had verwacht, en 'anders' volgens de buitenwereld. "Het land waar je uit zal komen, is het land waar confetti uit de lucht komt, die sprookjes-zoet blijkt te zijn en als een suikerspin kan aanvoelen. Alleen, die weg erheen kan heel donker en duister zijn."

Je weet niet hoe die route loopt, vervolgt hij. Zelfs als je gezin, je ouders, je broers, en je vriendinnen en je school het geen probleem vindt, dan nog blijft in je hoofd dat gevoel dat je anders bent. "Als puber zie je ook op televisie dat jouw 'soort' in het buitenland in elkaar wordt geslagen, of dat jouw verliefdheid verboden wordt. Dat zie je niet alleen in het buitenland, dat zie je ook in Nederland, dat politici op televisie zeggen: ik vind dat je jouw soort verliefdheid niet moet praktiseren. En als je jong bent en je twijfelt en je wiebelt op dat pad, zijn dat duwtjes precies de verkeerde kant op."

Splinter was bang dat zijn jongere broertje zich misschien voor hem zou schamen op school. Hetzelfde gold voor zijn oudere broers en zijn ouders. Bang dat hij hun blik één milliseconde zou zien veranderen, omdat ze toch teleurgesteld zouden zijn. "Uiteraard blijkt dat niet het geval te zijn geweest, maar die interne worsteling was er wel." Zelfs als het qua religie en ouders allemaal meezit, kan het van binnen voelen als 'een grijze mist, die je bijna wurgt'. En zélfs met de meest ruimdenkende ouders vond Splinter dat laatste stukje van de waarheid zo spannend. Hij heeft het stapje voor stapje aan zijn vriendinnen verteld, die met hem meespeelden alsof het niet zo was op de momenten dat hij dat nodig had. De keren dat hij toch bang was om die teleurstelling te zijn. "Want dat gebeurt ook hè,", zegt Splinter, "ik word aangesproken op straat en er zijn mensen die zeggen: goh, dat jouw ouders daar zo goed op reageerden, ik zou er wel moeite mee hebben."

Even later vertelt Splinters moeder dat ze al van jongs af aan wist dat haar zoon op jongens valt. 'Ik wil minstens één schoonzoon', riep ze daarom vaak, maar die boodschap kwam maar moeilijk aan bij Splinter. Je kind zien worstelen is niet makkelijk, weet ook Heshof. "Hoe goed bedoeld ook, vrágen of je kind gay is, of iets anders van de regenboogparaplu, is glad ijs. Iemand uit de kast trekken is nooit een goed idee, maar je kunt wel zorgen dat de deuren op een kiertje staan. Zeg niet dat auto's alleen voor jongens zijn, of dat je zoon veel te vrouwelijk loopt. Schep een klimaat waarin je kind kan zijn wie die is, met alle trekjes en interesses die daarbij horen."

Inslikken

Even los van of er nu wel of niet sprake moet zijn van een kast of een coming out, hoe moet je reageren als je kind vertelt wat diens seksuele of genderidentiteit is? "Bedank je kind voor zijn of haar openheid en stel gerichte vragen, zoals: hoe ontdekte je dat? Of: wat voel je precies? Zo ga je een open gesprek aan. Met reacties als 'had dat nou eerder gezegd' of 'dat wist ik toch allang, schat', geef jij je kind wellicht – hoe goed bedoeld ook – het idee dat die wéér iets verkeerd doet." En nog belangrijker, volgens de relatietherapeut, is het inslikken van je teleurstelling, mocht die er toch zijn. Want het is al moeilijk genoeg voor een kind of tiener om zich uit te spreken. Als er wel sprake is van teleurstelling, en dat kan natuurlijk gewoon gebeuren, dan is daar ook aandacht voor nodig. "Maar deel die dan met de andere ouder," benadrukt Heshof, "of met vrienden of een therapeut, en laat je kind buiten schot. Soms is een beetje humor ook wel handig. Een lach maakt alles al snel een beetje mooier."

Verwachtingen bijstellen

Brenda (52) is zo'n moeder die, naar eigen zeggen, vooral uit angst reageerde. "We zaten in de auto toen mijn kind vanaf de achterbank riep: 'Ik ben gay mama'. Devin was toen 12 jaar. En ik reageerde met zo'n neerwaartse 'ohhhhh', omdat ik meteen alle beren op de weg zag. Zal-ie nu gepest worden? In elkaar geslagen misschien? Maar ik moest ook mijn eigen verwachtingen bijstellen. Mijn kind krijgt later niet een standaardgezin, waarschijnlijk word ik nu geen oma. Ineens zag ik in dat hij een heel ander levenspad zou krijgen. Nu, drie jaar later, komt daarbij dat Devin non-binair is. Wil-ie met meervoudige pronouns aangesproken worden, dus zij/hen/hun, moet ik mijn kind zeggen in plaats van mijn zoon en die veranderde hun naam naar Devin. Nou, daar trok ik in eerste instantie wel een grens hoor. Een nieuwe naam aanleren, een nieuwe aanspreekvorm, dat is ook voor ouders niet niks. Je kunt dat wel willen, maar je hebt ook met de maatschappij te maken. Moet ik dan op school aangeven dat je voortaan anders heet? Hoe ga ik dat nou weer verkopen, dacht ik. Het is echt wel ingewikkeld."

'Het zijn míjn angsten en daar hoef ik Devin niet mee te belasten'

Ze besloot er een blog over te bij te houden, Moeder enzo, op zoek naar uiting en antwoorden. Toch kwamen die laatste vooral van Devin zelf. "Toen ik me verzette tegen die non-binaire ontwikkeling, veranderde onze band. Er was meer afstand en dat vond ik echt jammer. Ik dacht dat het een fase was, net zoals dat alleen nog Engels willen praten aan de eettafel. Devin hield me een spiegel voor en zei: 'Ja mam, je moet leren met de beren mee te lopen, dat hoort bij ouder zijn'. Ik heb geleerd om mijn kind serieus te nemen en zie nu dat ik juist zoveel leer van dit lieve, bijzondere en kleurrijke kind."

Devin plakt nog veel labels, maar dat hoort ook bij de zoektocht, denkt Brenda. "We krijgen nu een hele nieuwe generatie kinderen, en uit de kast komen gaat alle kanten op." Devin had last van depressieve gevoelens tijdens diens zoektocht, geboren in China, geadopteerd en dan ook nog uit de kast komen, dat zijn grote vraagstukken voor een 15-jarige. "Het is niet alleen de zoektocht met ons, of school, maar alles. De drempels van non-binair zijn merk je ook in kledingwinkels, waar alles man of vrouw is, en op toiletten en allerlei andere publieke plekken. Wij hebben als volwassenen allemaal mallen in ons hoofd, en daar moeten queer mensen tegenop boksen. Mijn kind nu dus ook. Precies de beren waar ik bang voor was."

Sommige mensen noemen Devin nog steeds bij de oude naam. Dat vind ik niet oké. Ik begrijp wel dat je eraan moet wennen, dat moet ik ook, en talig is het wat onhandig, maar je kunt ook je best doen. Uiteindelijk kun je juist veel leren van een kind dat anders is. Devin vraagt bij de opticien gerust of er nou geen andere aanspreekvorm is dan meneer of mevrouw. Ze staan voor wie ze zijn en durven ruimte in te nemen, dat leer ik van hen. En ik heb hulp gezocht bij een coach, omdat sommige dingen ook gewoon verdrietig zijn. Als Devin gaat winkelen in een andere stad, op hakken, dan ben ik wel bezorgd. Wordt-ie niet uitgescholden? Is-ie wel veilig? Maar dat zijn míj́n angsten en daar hoef ik Devin niet mee te belasten. Dat strijden voor wat ze waard zijn is mooi maar roept ook weerstand op. Raven van Dorst is daar veel relaxter in. Laat iedereen beetje wennen."

Hanneke Mijnster

LEES MEER OVER