Veerkracht van vluchtelingen: ‘Niet iedereen heeft oorlogstrauma’

Hoogzwanger en 25 jaar oud. In die conditie vluchtte Karimi uit Afghanistan. Ze beviel in het AZC en bouwde een leven op in Nederland. Ze maakte hier onder meer haar studie geneeskunde af, werkt tegenwoordig als psychiater in een praktijk in Den Bosch en bracht recent haar debuutroman De moeders van Mahipar uit: een oorlogsverhaal over de familiegeschiedenis van een vluchteling.
De beelden uit Oekraïne zijn herkenbaar voor Karimi. “Het is begrijpelijk dat het Westen de beelden anders ervaart: dit is oorlog in Europa, dat is dichtbij. Maar ik kom uit een land dat al 43 jaar in oorlog is. Ik schrik niet van de gedachte dat de wereld op z’n kop staat, dat staat-ie voor mij al heel lang, als je het zo bekijkt.”
Haar zorgen richten zich op de verdeeldheid in de Nederlandse samenleving, die ze bij elke oorlog ziet ontstaan. Zoals recent de Russische ondernemers die uitgescholden worden. “Ik maak me daar grote zorgen over. Deze oorlog is niet van de Russische bevolking, maar van Poetin. Je houdt mij toch ook niet verantwoordelijk voor de daden van de Taliban?”
Verliezen van context
Het zijn juist dat soort indirecte gevolgen van oorlog die mensen kunnen beschadigen, weet Karimi als psychiater. “We associëren oorlog vaak met explosies in het land van herkomst maar oorlog is ook wat er daarna komt. Het is het abrupt verliezen van je context en ergens anders op nul moeten beginnen. Problemen van cliënten zijn vaak daaraan gelinkt, aan het feit dat ze alles verloren zijn, ze zich niet meer kunnen uitdrukken in hun eigen taal en daardoor hun zelfvertrouwen kwijtraken.”
“ ‘Als ouders gediscrimineerd worden, of uitgelachen, zijn kinderen daar getuige van’
Vooral de taal is een onderschat probleem, zegt Karimi. “Dat gaat om meer dan de mogelijkheid te communiceren. Taal bepaalt onze status, hoe anderen ons inschatten: of we bijvoorbeeld slim zijn of dom.” En omdat het voor volwassenen moeilijker is een nieuwe taal te leren, raken gevluchte ouders regelmatig afhankelijk van hun kinderen. “Zij moeten soms pijnlijke of ingewikkelde boodschappen vertalen. Als ouders gediscrimineerd worden, of uitgelachen, zijn kinderen daar getuige van. En dat kan voor hen heel traumatisch en moeilijk te verteren zijn”
Nieuw bestaan opbouwen
De mentale gezondheid van nieuwkomers is afhankelijk van veel persoonlijke eigenschappen, maar ook van menselijke omgangsvormen en de omgeving in een nieuw land. Hoe worden ze ontvangen? Krijgen ze hulp om de nieuwe taal eigen te maken, en bij het opbouwen van een nieuw bestaan? Kunnen kinderen in het nieuwe land gewoon kind zijn?
Want als Karimi iets geleerd heeft, is het dat mensen veerkrachtig zijn. Ook na een ramp. “Niet alle vluchtelingen hebben een oorlogstrauma, dat is een misvatting.” En als er sprake is van blijvende psychische schade, dan ligt de oorzaak lang niet altijd bij bombardementen. “Natuurlijk kan dat leiden tot angst of tot een periode van nachtmerries. Maar een explosie is niet persoonlijk. Alles verliezen, ergens anders opnieuw moeten beginnen en dan van iemand te horen krijgen dat je moet ‘oprotten naar je eigen land’, dat kan geestelijke schade toebrengen.”