Historisch: verplichte bedenktijd abortus van de baan

"Stukje bij beetje verdwijnt de politiek uit het vrouwenlichaam", stelde columnist Sheila Sitalsing in de Volkskrant begin dit jaar. Ze verwees daarmee naar de discussie over de bedenktijd bij een abortus. Voor Kamerlid Corinne Ellemeet (GroenLinks) een echte 'spijker op z’n kop'. Al vijf jaar is ze dag in dag uit bezig om de abortuswet te moderniseren. Nu het eindelijk is gelukt de wet open te breken, dacht ze opnieuw aan de uitspraak van Sitalsing. "Het voelt alsof we na 40 jaar het vrouwenlichaam weer teruggeven aan de vrouw. Het raakt me dat we zoiets fundamenteels positief kunnen veranderen."
De verplichte bedenktijd van vijf dagen is al omstreden sinds de abortuswet in 1984 van kracht ging. Het zou impliciet suggereren dat vrouwen lichtzinnig denken over abortus. In de praktijk blijkt daarnaast dat vrouwen amper van gedachten veranderen in de bedenktijd. Bovendien leidt het er regelmatig toe dat vrouwen die er niet meteen achter komen dat ze zwanger zijn een abortuspil mislopen, omdat die slechts tot week 9 van de zwangerschap veilig gebruikt kan worden.
Ellemeet is samen met Jan Paternotte (D66), Attje Kuiken (PvdA) en Ockje Tellegen (VVD) (nu vanwege ziekte vervangen door partijgenoot Jeroen van Wijngaarden) initiatiefnemer van de wetswijziging. Haar doel om de verplichte bedenktijd af te schaffen hoort in een rij aanpassingen die de abortuswet moderner en vrouwvriendelijker moeten maken. Daarvoor moet, als het aan Ellemeet ligt, het voor huisartsen ook mogelijk worden om de abortuspil te verstrekken en moet abortus als begrip uit het Wetboek van Strafrecht worden gehaald.
Van verplicht naar flexibel
Deze missie ontstond op haar eerste dag als Kamerlid, toen ze in het regeerakkoord las dat er opnieuw niets zou veranderen aan de abortuswet. "Ik vond dat een verbijsterende stilstand. Zeker nadat ik met vrouwen in contact kwam die in de praktijk te lijden hebben onder de wet. Daaruit kwam steeds naar voren dat de verplichte bedenktijd bijvoorbeeld als een straf wordt ervaren. Toen wist ik heel zeker dat het anders moest."
De verwachting is dat de wetswijziging begin volgend jaar in gaat. Dan geldt er dus geen verplichte bedenktijd meer van vijf dagen, maar een 'flexibele bedenktijd'. Dat komt erop neer dat niet de overheid bepaalt hoeveel tijd een vrouw nodig heeft, maar de vrouw zélf in overleg met haar abortusarts.
Feiten en cijfers over abortus
- Nederland heeft samen met Denemarken het laagst aantal abortussen in Europa. In 2019 werden hier 32.233 abortussen uitgevoerd, waarvan 10 procent bij vrouwen die niet uit Nederland komen.
- Abortus kan in Nederland tot 22 à 24 weken, maar de meeste vrouwen nemen al vroeg een besluit: 59 procent van de abortussen vindt plaats in de eerste 8 weken.
- De meeste abortussen vinden plaats bij vrouwen tussen de 24 en 35 jaar. De helft heeft al kinderen.
- De abortuspil kan tot 9 weken. Dit is eigenlijk geen pil maar een reeks medicijnen die je op verschillende momenten inneemt.
- In 2019 koos 28 procent voor de abortuspil, er zijn steeds meer vrouwen die kiezen voor de pil.
Bron: Rutgers Kennisinstituut
Er is in Nederland geen enkele andere medische ingreep waar een verplichte bedenktijd voor geldt. Dat er voor abortus een uitzondering kwam heeft te maken met een politiek compromis. Het heeft namelijk lang geduurd voordat abortus legaal werd en daar was druk vanuit de maatschappij voor nodig. Een van de bekendste protesten zijn de baas in eigen buik-acties van de Dolle Mina’s. De legalisering kwam er uiteindelijk, maar bleef politiek gevoelig. Daarom kwam er een verplichte bedenktijd tegenover te staan, om spijt en overhaaste beslissingen te voorkomen. Die voorwaarde werd toen al als betuttelend en denigrerend gezien.
Ondanks verschillende politieke pogingen om de bedenktijd af te schaffen bleef de wet zoals die was. Vooral de conventionele partijen hielden aanpassingen tegen, vanuit hun blik op de bescherming van het ongeboren kind. Ondertussen verschenen er door de jaren heen steeds meer onderzoeken die het nut van de verplichte bedenktijd onderuithaalden, het zou namelijk niet leiden tot andere keuzes van vrouwen, terwijl het hen wel opzadelt met mentale of fysieke problemen.
Waarom is de tijd nu wel rijp?
Volgens Ellemeet komt het deels door de hoeveelheid onderzoeken dat de tijd nu wél rijp is voor verandering in de abortuswet. "Het bewijs tegen de bedenktijd stapelde zich op, het was niet meer te negeren. Daarnaast heeft D66 in de totstandkoming van de huidige coalitie gehamerd op ruimte voor medisch ethische kwesties, waardoor er deze regeerperiode meer aandacht voor is."
“ 'Het was geen tijd van politiek scoren maar van een lange weg van tactiek'
Ook stond het onderwerp drie jaar geleden nadrukkelijker op de agenda doordat de anti-abortusbeweging luider van zich liet horen. Opeens vielen er weer anti-abortusfolders in brievenbussen, ontvouwden zich hulpstichtingen die zich voordeden als neutrale gesprekspartner terwijl ze een anti-abortusagenda hadden en werden er demonstraties georganiseerd bij abortusklinieken.
"Daar kon ik wel somber van worden", blikt Ellemeet terug. Vooral toen de overheid geen actie ondernam om de demonstranten bij abortusklinieken naar het Malieveld te verplaatsen. "De verantwoordelijkheid werd toen bij de gemeenten gelegd. Toen dacht ik wel: voor wie doen we het nou? Wat daar gebeurde was intimidatie, geen demonstratie."
LEES OOK
Nu, twee jaar later, komt de Eerste Kamer met een historische 'ja' en schuift de eerder zo in beton gegoten wet op in het voordeel van de vrouw. Voor Ellemeet persoonlijk is het vooral 'geduld, vasthouden en medestanders opzoeken' die tot deze uitkomst hebben geleid. "Ik realiseerde me dat ik als Kamerlid daadwerkelijk iets kan veranderen als ik zorgvuldig een paar doelen kies. Ik heb echt moeten samenwerken met collega's van andere partijen. Het was geen tijd van politiek scoren, maar van een lange weg van tactiek."
Dat er nu na bijna een halve eeuw verandering komt in een wet die fundamenteel iets verandert in het leven van vrouwen, raakt Ellemeet. Zeker nu abortus wereldwijd juist onder druk staat. "Het is heel belangrijk dat we internationaal een signaal afgeven. Als Nederland geven we vrouwen wereldwijd een ander, hoopgevend perspectief. Zo kan het ook gaan, vooruitgang is mogelijk."