Close

Wie zorgt er voor onze huishoudelijk werkers?

11 juli 2022 10:07 / Komt een vrouw bij de rechter
Z Ze maken het mogelijk dat jij carrière kan maken of ontnemen de dagelijkse taken van mensen die dat zelf niet meer kunnen. Toch heeft een groot deel van de huishoudelijk werkers geen recht op sociale zekerheden. Raken zij werkloos, dan laat de overheid het vaak afweten. Een van hen, Carol Kollmann, voerde een rechtszaak. “Het is mooi werk, maar zonder vangnet kan ik het niet doen.”

Nog geen vijf minuten fietsen woonden ze bij elkaar vandaan: Carol en de oudere, demente dame die ze ruim acht maanden lang ondersteunde in het alledaagse leven. Van ommetjes maken en kopjes koffie tot schoonmaken en het helpen inplannen – en vooral niet vergeten –  van afspraken. Ook buiten werktijd hield Carol een oogje in het zeil. Even aanbellen op hete, zomerse dagen om te vragen of ze genoeg gedronken had, of de politie bijstaan als die haar belde omdat de dame in het holst van de nacht aan de wandel was gegaan.

Een zware baan, maar misschien ook wel de mooiste, vertelt Carol, die als huishoudelijk werker specifiek werkte voor mensen met een persoonsgebonden budget (PGB). Dat zijn in meer of mindere mate kwetsbare mensen die een financiële tegemoetkoming krijgen om hulpverleners als Carol in te kunnen huren. "Ik hoef in principe alleen huishoudelijke klussen te doen, maar in de praktijk doe je natuurlijk veel meer. Als ik met een cliënt een ommetje maak en ze heeft een vieze luier, dan help je haar natuurlijk opfrissen. Het is mensenwerk, je bént er gewoon voor iemand." 

'Na al die jaren inzet voelde ik me gereduceerd tot kattenpis'

Toch stopt Carol nu met dit werk – met uitzondering van één cliënt die ze inmiddels als familie beschouwt. Want hoeveel voldoening het ook geeft, haar hulpverlening staat in schril contrast met de hulp die beschikbaar is als zij werkloos of arbeidsongeschikt raakt. Dat bleek toen de oudere, demente dame die vlakbij Carol woonde, terecht kon in een verzorgingstehuis. Carols diensten waren niet meer nodig, waardoor een belangrijk deel van haar inkomen wegviel. Een aanvraag voor een WW-uitkering had geen succes, omdat ze daar volgens het UWV geen recht op had. Carols werk zou onder een uitzonderingsregeling van de overheid vallen waardoor ze officieel niet in loondienst zou zijn. Door deze 'Regeling dienstverlening aan huis' kon ze fluiten naar sociale zekerheid. 

60.000 Carols

Dit is geen uitzondering in Nederland. Er zijn nog zeker 60.000 andere 'Carols' die met hun beroep als PGB-hulpverlener een maatschappelijke bijdrage leveren, maar zelf achter het net vissen. Zij hebben overigens wel recht op een WW-uitkering als zij per week vier volle dagen of meer werken, maar in de praktijk komen mensen daar vaak niet aan vanwege de beperkte en flexibele uren. 

Los van deze specifieke groep vallen er óók veel andere huishoudelijke werkers, zoals schoonmakers, mensen die oppassen of honden uitlaten, onder deze regeling. Vooral de werkers die niet aan een bureau verbonden zijn, maar rechtstreeks bij huishoudens in dienst zijn, zijn hierdoor kwetsbaar.

'Juist deze mensen vormen de motor van de samenleving'

Hoe kan dat? "De regeling werd in het leven geroepen om de arbeidsrelatie tussen werkgever en huishoudelijk werker te vergemakkelijken", vertelt Femke Zeven, jurist bij Bureau Clara Wichmann, die Carol bijstaat in de rechtszaak tegen het UWV. "Want werkgevers zijn in deze zin geen bedrijven, maar mensen zoals jij en ik. Als je daar de gebruikelijke regels voor laat gelden, dan zadel je die gewone mensen op met veel administratie en ook extra kosten omdat ze dan belasting over hun werknemer moeten betalen. Die verplichting heeft de overheid daarom weggehaald: in beginsel goed voor de werkgelegenheid van huishoudelijk werkers en makkelijker voor werkgevers."

Maar de praktijk laat een grote keerzijde zien, vervolgt Zeven. "Door de regeling zijn huishoudelijk werkers niet in loondienst en bouwen ze geen premies op. Daarmee verdwijnt ook hun recht op sociale zekerheid, terwijl dit één van de kernpunten is in het Nederlandse arbeidsrecht. De regeling discrimineert bovendien: waarom zou deze specifieke groep, die voor meer dan 90 procent uit vrouwen bestaat, geen recht hebben op basale sociale zekerheden die andere werknemers wel hebben?" 

Bureau Clara Wichmann zag in de situatie van Carol nog een extra argument waarom de regeling onrechtmatig is. De PGB is namelijk een overheidsbijdrage. Indirect kun je stellen dat deze specifieke hulpverleners dus in dienst zijn van de staat, waardoor de overheid bespaart op werknemersverzekeringen, loonpremies en mogelijke uitkeringen ten koste van de zorgverleners. Een succesvolle redenering, want de rechtbank oordeelde in het voordeel van Carol: de uitzonderingsregeling zou niet moeten gelden voor deze groep. Het is alleen de vraag of deze uitspraak blijft staan, omdat het UWV hiertegen in hoger beroep is gegaan. 

Gender en klasse

De situatie heeft veel invloed gehad op Carol. "Als je een afwijzing om deze reden krijgt, dan voel je je gewoon gereduceerd tot kattenpis. Ik heb me jarenlang met hart en ziel ingezet voor mensen die dat nodig hadden, voor wie vaak geen plek was in verzorgingstehuizen door alle tekorten. Ik heb zelfs altijd geroepen dat ik het werk zou blijven doen als ik de loterij zou winnen. Maar zonder vangnet kan het gewoon niet. Wat als ik tijdens mijn werk van de trap val? Of een cliënt opnieuw onverwachts terecht kan in een verzorgingstehuis?" 

Volgens Femke Zeven van Bureau Clara Wichmann laten verschillende Europese landen bovendien zien dat er oplossingen bestaan om huishoudelijk werkers te voorzien van sociale zekerheid, zonder dat het ten koste hoeft te gaan van de versoepelingen voor hun werkgevers. De uitzonderingsregeling is daarom omstreden. Zowel binnen Nederland – de Sociaal Economische Raad concludeerde in 2020 al dat het anders zou moeten – maar ook in Europa. Zo is Nederland een van de weinige Europese landen die een verdrag, waarin de positie van huishoudelijk werkers beter gewaarborgd wordt, niet heeft ondertekend. 

Deze zaak legt daarmee pijnlijk bloot hoe weinig we huishoudelijk werk waarderen, zegt Zeven. "Het gaat zowel om gender als klasse. Het is een illustratief voorbeeld van de magere positie van een ‘vrouwenberoep’ dat van oudsher ook nog eens weinig economische status heeft. Terwijl juist déze mensen de motor van de samenleving zijn. Het is echt aan hen te danken dat anderen kunnen werken en weer op hun manier bijdragen aan de economie en maatschappij. Daar mag echt meer waardering tegenover staan." 

Betaal jij jouw huishoudelijk werker door tijdens vakantie?  

Omdat de positie van huishoudelijk werkers op meerdere vlakken kan worden verbeterd voert Bureau Clara Wichmann samen met FNV en FairWork een actie om ook de mensen die hen inhuren (werkgevers) bewust te maken van hun plichten, zeker nu de vakanties zich aandienen. 

Betaal jij bijvoorbeeld iemand om je huis schoon te maken, dan heeft je schoonmaker recht op vier weken doorbetaalde vakantie, plus uitbetaling van het vakantiegeld (een toeslag van 8 procent boven op het normale loon). Als dit niet geregeld is via bijvoorbeeld een tussenbureau, maar de werker direct bij jou in dienst is, dien je hier afspraken over te maken. 

Veel werkgevers zijn zich hier niet van bewust, vertelt Marijke Bijl, verbonden aan de Migrant Domestic Workers binnen de FNV. “Rondom dit werk hangt vaak een informele sfeer. Dat maakt het lastig voor huishoudelijk werkers om hierover te beginnen. En wat hun werkgevers zich niet realiseren is dat iemand daardoor soms een zomer zonder inkomen komt te zitten. Terwijl dit gewoon een arbeidsrelatie is: zij hebben, net als hun werkgever, recht op doorbetaalde vakantie en vakantietoeslag.” Dat geldt ook voor ongedocumenteerde werknemers, benadrukt Bijl. “Ook dan dien je je als werkgever aan de arbeidswetgeving te houden. Dus ga ook dan aan tafel om goeie afspraken te maken.” 

 

Kyrie Stuij

LEES MEER OVER