Close

Het zalig falen, met Valentijn Hoogenkamp

19 oktober 2022 09:10 / persoonlijke groei
Valentijn Hoogenkamp
Valentijn Hoogenkamp
Z Zonder wrijving geen glans. Hoofdredacteur Lizzy van Hees spreekt daarom iedere week iemand over zijn of haar royal fuck-ups en uitzinnige uitglijers, de dingen die niet goed zijn gegaan. Leveren die missers ook wat op?

Schrijver Valentijn Hoogenkamp (36) denkt bij falen meer aan een gevoel dan aan specifieke situaties of gebeurtenissen. Het gevoel geen echte kunstenaar of schrijver te zijn wierp misschien wel een schaduw over zijn tijd op de kunstacademie. Of nog wezenlijker: een gevoel van niet echt jezelf zijn. Valentijn heeft zijn identiteit vaak gezocht in het spelen van een rol, die van een mooie of goede vrouw, hetero, of juist in het horen bij een kunstzinnige queer-gemeenschap.

Maar wanneer weet je of je echt jezelf bent? Als zijn moeder in 2018 overlijdt aan eierstokkanker, en Valentijn ook drager blijkt te zijn van de erfelijke BRCA1-genafwijking, wordt hij geconfronteerd met een onderstroom aan vragen die er altijd al waren. De schrijver moest kiezen of – en zo ja: wanneer – hij geopereerd zou worden. Nadat hij besloot een borstamputatie te ondergaan, ontstond er meer ruimte om zijn genderidentiteit te ontdekken en onderzoeken. Dit zelfonderzoek zorgde voor pijnlijke en eenzame momenten, maar werd ook de voedingsbodem voor zijn nieuwe boek Antiboy, een verhaal over identiteit, verlies en vrijheid.

Het is moeilijk voor te stellen dat iemand met jouw cv ooit heeft getwijfeld aan zijn schrijftalent.

"Ik denk dat een heleboel mensen die twijfels hebben, ook de meest gelauwerde schrijvers. De vraag is eerder of die twijfels ooit echt weggaan. Bij mij worden ze misschien wel minder, maar toen ik op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht zat, was die onzekerheid heel aanwezig. Ik studeerde al Psychologie, maar omdat ik als puber altijd verkleed was, zagen andere mensen mij als creatief en moedigden me aan om naar de kunstacademie te gaan."

'Ik ging met dat falen om alsof het een absolute waarheid was'

"Dat ging me best goed af; ik kreeg goede beoordelingen van mijn docenten en had steeds meer betaalde opdrachten naast de opleiding. Maar in mijn vierde jaar, het jaar waarin ik moest afstuderen, zei een van de docenten opeens: jij zal nooit schrijver worden, want je kan helemaal niet schrijven. Die opmerking sloeg in als een bom, want daarvoor was het altijd goed gegaan. Nu voelde het alsof ik toch door de mand was gevallen. Ik ging met dat falen om alsof het een absolute waarheid was. Alle bevestiging die ik ooit had gekregen werd in één keer van tafel geveegd."

Weet je waarom deze docent dat tegen je zei?

"Ik had een lezing voorbereid en dat was heel chaotisch, maar zo deed ik die tussentijdse presentaties al jaren. Heel veel studenten deden het zo en dat was nooit een probleem, want er was een vertrouwensband met die leraren, dus iedereen wist: komt wel goed. Toen ik dat theaterzaaltje in liep, rook ik daarom helemaal geen onraad. Mijn klasgenoten zaten er ook, omdat iedereen een tijdslot had gekregen om te presenteren en ondertussen naar elkaar keek.

Op een gegeven moment onderbrak mijn docent me en zei: 'Dit kan echt niet. Op deze manier kan je geen schrijver worden. Zo ga je niet afstuderen'. Ik schrok heel erg en vervolgens gingen we tegen elkaar schreeuwen. Hij riep iets in de trant van: anders word je maar bouwvakker. En toen zei ik: 'Huh, maar ik heb ook al een psychologiediploma!'. Het was heel lelijk, kan ik me herinneren, en ik voelde me ook heel… alleen. Al mijn klasgenoten zaten daar natuurlijk met hun eigen stress, maar omdat iedereen stil bleef, kreeg ik het gevoel: ze zijn het allemaal met hem eens. Niemand maakte een tegenwerping. Het was alsof ik erachter kwam dat ik het niet kon, terwijl de rest dat allang wist."

"Mijn docent en ik hebben later nog een gesprek gehad om het uit te praten. In een klein lokaaltje na schooltijd, allebei heel stug. Er zat een lichttimer op dat lokaal, waardoor het de hele tijd donker werd. Dus terwijl ik daar zat te huilen in dat gesprek, moest ik ook de hele tijd met mijn armen zwaaien zodat het licht niet uitging, haha. Waar ik nog het meeste van schrok, was dat ik zo twijfelde aan mezelf. Dat ik zo makkelijk onderuitgehaald kon worden."

Heb je iets gedaan om weer van die twijfel af te komen?

"Ik ben daarna heel veel gaan werken om te bewijzen dat ik het wel kon; zoveel mogelijk meters maken en op alles ‘ja’ zeggen. Maar daardoor heb ik niet genoeg nagedacht over wát ik wilde maken en waar ik naartoe wilde. Nog steeds probeer ik het verschil te ontdekken tussen: 'ik ben bang, maar ik doe het toch' en 'dit past niet bij me'. Want van al die dingen die ik heb aangegrepen, heb ik ook dingen geleerd. Maar het paste niet allemaal bij me. Dus in die zin was het ook een waste of time, tijd die ik misschien beter had kunnen gebruiken. Als ik daarover begin te malen, probeer ik te denken: het verleden had ook erger kunnen zijn. Ja, ik heb misschien verkeerde keuzes gemaakt, maar als ik terugga naar precies het moment waarop ik het anders had moeten doen… nee, dat heeft geen zin. Het verleden had erger kunnen zijn.

Wat ik wel wil, is het leren herkennen van de momenten dat ik ongelukkig ben. Nu besef ik dat meestal pas achteraf. Ik wilde bijvoorbeeld al heel lang een boek schrijven, maar ik merkte pas heel laat dat ik het niet aan het schrijven was. Je kan dan wel bijsturen en toch nog beginnen, maar het is wel zonde dat het soms zo lang duurt voordat ik weet wat ik nodig heb en om daar dan ook naar te handelen. Wat houdt me dan tegen?"

'Ik stond verdrietig te figureren in een jeugd die ik zelf niet had gekend'

"Dit thema komt vaker terug in mijn leven. Vorig jaar heb ik gefigureerd in de film Anne+, toen was ik al een tijd bezig met mijn gender en geaardheid, en ik had er heel erg naar uitgekeken. Ik mocht figureren in een uitgaansscène, maar eigenlijk voelde ik me daar ook verdrietig. De mensen om me heen waren jong en queer, die stonden nog midden in het uitgaansleven. Daardoor werd ik geconfronteerd met het feit dat ik dat allemaal niet heb meegemaakt toen ik begin 20 was. Eigenlijk stond ik daar heel verdrietig te figureren in een jeugd die ik zelf niet had gekend. Om mezelf vervolgens ook daarover streng toe te spreken: als je nou meer had gedurfd vroeger, als je nou eerder had geweten dat je queer was, non-binair… dan had je dit wel mee kunnen maken."

Dat is best straffend, om jezelf achteraf zo toe te spreken.

"Ik kom er steeds meer achter dat die strenge gedachten niet zoveel met de waarheid te maken hebben. Het is een manier van naar jezelf kijken." 

Je wil in het moment leren merken dat je ongelukkig bent, lukt het ook om in het moment te voelen dat je wél gelukkig bent?

"Ik ben heel blij dat ik Antiboy heb geschreven, ook al is het er pas net. Ik ben blij dat iets wat totaal niet simpel was, namelijk mijn non-binariteit onderzoeken en openlijk twijfelen, dat het nu iets betekent. Ik heb lang gedacht dat het een persoonlijk probleem was. Hop hop: je weet toch gewoon wie je bent. Maar nu hoor ik van mensen dat dit verhaal ze blij maakt, dat ze zich erin kunnen herkennen… dat doet wel iets met me."

"Het voelt heel ijdel om met mijn geaardheid en gender bezig te zijn, terwijl er een pandemie was. En een oorlog. Tegelijkertijd voelde het als falen om niet te weten wie ik zelf was. Dus ik hinkte tussen twee uitersten. Maar ik moet ook denken aan iets wat mijn moeder zei toen ze op haar sterfbed lag: als je er niet voor jezelf bent, kun je er ook niet voor mij zijn. Ik had stil kunnen blijven, mezelf niet kunnen onderzoeken, niet kunnen schrijven, maar dan had ik in een soort stilte doorgeleefd, waar ook niemand iets aan had."

Wist je meteen dat je die zoektocht wilde delen in de vorm van een boek? Je had het ook voor jezelf kunnen houden?

"Het hangt voor mij heel erg samen met de borstoperatie die ik heb gehad. Mensen om me heen wisten niet goed hoe ze daarmee om moesten gaan, dus deden in de praktijk alsof het een soort tandartsafspraak was. Terwijl ik voelde: dit is groot en spiritueel, het heeft iets absurdistisch. Het raakt aan mijn identiteit. Mensen maakten het best wel klein, dus ik wist vrij snel dat ik erover wilde schrijven om het gewicht te geven. Om het niet zomaar voorbij te laten gaan.

Toen ik begon te onderzoeken op welke manier die operatie aan mijn identiteit raakte, stuitte ik op iets veel groters: mijn gender. Ik ging nadenken over mijn wens om een goede dochter te zijn, een goede vrouw, wie ik ben voor mijn omgeving. Ik voelde meteen dat de vragen hierover pijn deden, en voor mij als maker is het interessant om te gaan naar waar de pijn zit. Ik kwam erachter dat ik ook niet wist hoe gender voor andere mensen werkt en dat durfde ik eerst ook niet te vragen. Dat was misschien ook een gebrek aan vertrouwen in anderen, omdat ik dacht: als ik deze twijfel laat zien, zullen ze me vast afwijzen. Opeens merkte ik dat ik veel minder close was met mijn omgeving dan ik dacht omdat ik niet wist of ik het hierover kon hebben. Dat was ook pijnlijk."

'Een vriendin van me zei: als jij niet beslist, beslist tijd voor je'

"De laatste tijd ben ik ook steeds meer bezig met hoop, want hoop kan ook pijn doen. Ik wil iets, maar ik ben heel bang om dat te willen. Hopen dat iets beter wordt confronteert je ook met de angst dat het niet beter wordt. En het confronteert me met hoelang ik mezelf voor de gek heb kunnen houden. Kan je jezelf wel vertrouwen als je jezelf zo kan voorliegen? Ik heb me de afgelopen jaren best vaak ongelukkig gevoeld, maar ik dacht dan meteen: dat zal iedereen wel hebben. Ik weet niet of ik het falen wil noemen, maar ik heb te weinig verantwoordelijkheid willen nemen voor het feit dat ik zo lang, zo ongelukkig was. Ik dacht dat als ik zou doen wat andere mensen gelukkig maakt, ik uiteindelijk ook gelukkig zou worden. Dat is een soort onmogelijke choreografie die je probeert te leren. En het geluk kwam niet. Maar als je me vraagt hoe het nu gaat, zeg ik: ik wist niet dat ik me zo goed kon voelen. Zo licht."

Wat doet dat besef met je, dat je jezelf zo overtuigend voor de gek kan houden?

"Dat maakt me soms wel onvast in mezelf. Hoe weet ik nu iets zeker? Doordat ik hoorde dat ik een verhoogd risico op borst- en eierstokkanker had, werd ik ineens heel erg teruggeworpen op mijn lichaam. Ook op mijn vermoeidheid, mijn angst. Vond ik mijn lichaam nou eigenlijk mooi? Doordat ik werd geconfronteerd met het feit dat mijn tijd gelimiteerd is en niet oneindig, besefte ik dat ik wel wat scherpere keuzes moest gaan maken. Een vriendin van me zei: als jij niet beslist, beslist tijd voor je. Dat is een hele grote, enge verantwoordelijkheid, waar ik niet direct iets mee durfde. Het schrijven van Antiboy was niet bedoeld als invulling van die opdracht, maar door het schrijven kwam ik wel dichter bij mijn verlangens. En uiteindelijk heb ik daarnaar durven handelen."

Ik heb mezelf lang gezien als personage in een verhaal, dan maak je keuzes op basis van iemand die niet 'echt' is. Iemand die je denkt dat je moet zijn. Ik was ook heel erg bezig met het begin, midden en eind – en welke keuzes of mijlpalen daar dan weer bij horen. En ik geloofde dat zolang ik het allemaal maar 'goed' zou doen, dat ik zou worden beloond. Als ik maar mijn best doe om hetero te zijn, krijg ik vanzelf die man en dat kind en dat koophuis waar iedereen zo naar lijkt te verlangen. Ik sluit die uitkomst niet uit, maar durf wel de rol van perfecte dochter, vrouw, hetero los te laten en echt mezelf te zijn.

Achteraf besef ik dat je het nooit echt goed kan doen als je niet weet wat 'goed' is. Dat niet weten voelt soms als falen, maar ik geloof ook niet meer zo in die binariteit van falen versus slagen. Het afgelopen jaar heb ik me volledig ondergedompeld in mijn twijfels en vragen. Ik ben ondergedoken in mijn verdriet, in plaats van mijn vrienden op te zoeken of te daten. Daar kan ik mezelf streng over toespreken, het weer zien als verloren tijd, maar ik heb in die periode wél een boek geschreven. Dat is ook veel waard."

Antiboy kwam begin oktober uit en is te koop bij lokale boekhandels en online.

Lizzy van Hees