Geweld tegen vrouwen gaat ons allemaal aan

Misschien is het je de afgelopen tijd al opgevallen, ben je over een stoeptegel met de tekst 'Stop geweld tegen vrouwen' gelopen of heb je een brug of gebouw oranje zien oplichten. Het is allemaal in het kader van Orange the World, een internationale campagne die in meer dan honderd landen aandacht vraagt voor geweld tegen vrouwen.
Want de cijfers liegen er niet om. In Nederland sterft er elke acht dagen een vrouw door geweld en krijgt één op de vijf vrouwen te maken met partnergeweld. Tot 10 december kun je daarom tentoonstellingen en demonstraties bijwonen en kun je als medestander de pledge tekenen.
In Nederland zijn er verschillende initiatieven die een bijdrage leveren op het gebied van voorkomen, bewustwording en verwerking. Vandaag lichten we er drie uit.

1. Ervaring
'Een slachtoffer is meer dan haar trauma'
Hoe we praten over slachtoffers en welke vragen we ze stellen, doet ertoe. Iemand die hier vocaal over is, is schrijver en illustrator Tessel ten Zweege van wie dit jaar het boek Dat zou jij nooit toelaten uitkwam. Daarin beschrijft ze haar ervaring met partnergeweld.
Dat ontstond toen haar vakantieliefde uit Londen overkwam naar Nederland en onverwacht bij haar introk. Ten Zweege beschrijft het allemaal: de manipulatie, mishandeling, bedreigingen en ongekende verwarring en eenzaamheid om dit geheim als 19-jarige bij zich te dragen. Want ondanks warme vrienden en familieleden en haar feministische instelling, voelde ze een drempel om erover te vertellen en om hulp te vragen.
Dat haar verhaal nu, vier jaar na de ervaring, is uitgegeven en ze zich inzet voor andere slachtoffers van partnergeweld, is een transformatie die heel bevrijdend voelt, vertelt ze. "Ik kan het verhaal nu volledig zonder schaamte vertellen en dat is grote winst. Ik denk sowieso dat schaamte een onderschat facet is van partnergeweld. Het zorgt ervoor dat je zelfs in levensbedreigende situaties geen hulp vraagt. En hoe meer je eraan gewend raakt, hoe verleidelijker het wordt om te denken: misschien draait hij nog bij. Achteraf gezien was het ook een manier om een confronterend gesprek met mezelf uit de weg te gaan, waaruit ik de conclusie zou trekken dat ik niet die sterke vrouw was die ik dacht dat ik was."
“ 'Er zijn meer types dan de gebroken vrouw met wie het nooit meer goed komt'
Die schaamte is mogelijk ook een oorzaak van het ongemak en de onwetendheid die er in het algemeen heersen rondom geweld tegen vrouwen. We weten eigenlijk niet zo goed hoe we erover moeten beginnen, zo beschrijft Ten Zweege ook in haar boek. "Een vriendin van mij voelde aan dat het niet goed zat tussen mij en mijn ex en zei 'ik zou bijna denken dat hij je mishandelt, maar dat zou jij natuurlijk nooit toelaten'. Die opmerking was goed bedoeld, voor haar eigenlijk een manier om het gesprek te openen, maar het enige wat ik hoorde was dat ik het 'toch nooit zou toelaten', terwijl ik dat wel deed. Daardoor ging ik me alleen nog maar meer schamen."
Daarnaast zijn we in het algemeen geneigd slachtoffers klein te maken, door vragen te stellen als 'waarom heb je niet eerder aan de bel getrokken', 'waarom ben je niet weggegaan' of door op te merken dat hij 'zo aardig leek'. Daarmee suggereren we indirect dat niet hij maar zij verantwoordelijk is voor wat haar is overkomen. Slachtoffer worden van partnergeweld is niet zo zwart-wit, al is de beeldvorming in de media dat vaak wel, zegt Ten Zweege. "Er lijkt vooral ruimte te zijn voor één type slachtoffer: vaak een gebroken vrouw met een sensationeel verhaal en met wie het eigenlijk nooit meer goed komt."
Dat eenzijdige narratief zag Ten Zweege ook bij zichzelf toegepast worden, toen ze meewerkte aan een documentaire over partnergeweld. "Ik vroeg de makers hoe ze de documentaire wilden aanpakken, omdat ik niet alleen als slachtoffer neergezet wilde worden. Het zou allemaal heel integer zijn, verzekerden ze me. Maar het resultaat was dat ze alleen mijn meest schrijnende citaten hadden gebruikt, over hoe bang ik ben geweest. Al mijn andere citaten over mijn trots op m'n boek en de verwerking waren niet terug te zien. Er was zelfs een fragment waarin ik voorlees uit mijn boek, aangeduid met de tekst 'dagboekfragmenten van Tessel'."
Om niet gevangen te blijven in een stigma, zou het helpen als we luisteren naar slachtoffers zonder te oordelen en we ons niet laten leiden door eenzijdige beeldvorming, zegt Ten Zweege. "Want een slachtoffer is meer dan haar trauma."

2. Preventie
'Geweld tegen vrouwen is een mannenprobleem'
"Het overgrote deel van plegers van geweld tegen vrouwen zijn mannen, maar het overgrote deel van alle mannen pleegt geen geweld. Juist die groep kan en moet bijdragen aan het voorkomen van geweld." Dat zegt Jens van Tricht, oprichter van Emancipator: een organisatie die zich inzet voor mannenemancipatie en daardoor geweld tegen vrouwen wil voorkomen.
Want ook mannen hebben te maken met diepgewortelde stereotypes en stigma's. "In het kort: mannen leren van jongs af aan eigenschappen die we als vrouwelijk zien te onderdrukken en eigenschappen die we als mannelijk zien aan te dikken. Om geweld tegen vrouwen te voorkomen is het een belangrijke stap dat we de context waaruit dit geweld voorkomt veranderen. Het helpt als we mannen leren dat ze mens mogen zijn, zich kwetsbaar mogen opstellen en de eigenschappen gebruiken die mannen ook hebben – luisteren, inlevingsvermogen, emoties tonen – maar vaak onderdrukken."
Mannen 'mens' leren zijn doet Emancipator op verschillende manieren. Ze geven workshops op scholen, spreken zich uit op bijeenkomsten en op social media en verbinden mannelijke ambassadeurs aan hun doel. Die ambassadeurs krijgen ook een trainingsweekend waarin ze dieper in gaan op gendergelijkheid: met welke ideeën van mannelijkheid zijn ze bijvoorbeeld zelf opgegroeid? Ook analyseren ze de piramide die de context van seksisme, genderongelijkheid en geweld verbeeldt, zoals onderaan kleedkamerpraat en seksistische grappen, oplopend naar stalking, aanranding, verkrachting en moord. Als tegenprestatie organiseren de deelnemers daarna een activiteit in het kader van White Ribbon, de campagne van Emancipator waarin mannen zich uitspreken tegen geweld tegen vrouwen.
“ 'Als het probleem zo groot is moet je onderdeel zijn van de oplossing'
Die campagne kwam voort uit een samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2016 en spoorde mannen aan deel van de oplossing te zijn tegen geweld tegen vrouwen. Maar een jaar later kwam de campagne pas echt in stroomversnelling, toen #MeToo wereldwijd de aandacht voor grensoverschrijdend gedrag op de kaart zette, en mannen Emancipator zelf gingen benaderen met de vraag hoe zij deel van de oplossing kunnen zijn.
Ondanks de toegenomen aandacht en bereidheid van mannen om zich in te zetten, vreest Van Tricht dat er nog steeds een stilzwijgende meerderheid is. "Gelukkig spreken steeds meer mannen zich uit als feminist, maar er is ook een tegenbeweging van mensen die vinden dat mannen weer 'man' moeten worden. En dan is er nog een grote groep die je eigenlijk kan vergelijken met wat professor Gloria Wekker 'witte onschuld' noemt: daarmee bedoelt zij de witte Nederlanders die zich niet inzetten tegen racisme omdat zij zelf 'toch niets verkeerds doen'. Bij mannen heerst die gedachte ook: ík pleeg toch geen geweld? Maar als het probleem zó groot is, moet je actief onderdeel zijn van de oplossing. Geweld tegen vrouwen is een mannenprobleem, elke man zou moeten bijdragen aan de oplossing."
3. Verwerking
'We trainen hulpverleners om te vragen naar seksueel misbruik'
Depressieve gevoelens, problemen in relaties of met de opvoeding van kinderen: het is heel goed mogelijk dat de oorzaak ligt bij seksueel misbruik in iemands verleden. Maar het blijft vaak onbesproken, omdat cliënten er meestal niet over beginnen en hulpverleners er niet altijd naar vragen.
Daarom helpen maatschappelijk werkers Noor Goeman en Lonneke Hoogstraten andere hulpverleners hoe ze dit op een integere manier bespreekbaar kunnen maken. Dat doen ze nu vier jaar met de training 'Oog&Oor voor seksueel misbruik'. Want maar liefst één op de vier vrouwen heeft daar voor haar 25e mee te maken gehad.
Die training komt voort uit hun jarenlange ervaring als begeleiders van de 'STERker Groep' van Wijkteams Enschede. Dat is een verwerkingsgroep speciaal voor vrouwen die in hun jeugd seksueel misbruikt zijn. Goeman was een van de eersten in Nederland die deze vrouwen in groepsvorm samenbracht, en weet daardoor hoeveel invloed dit soort ervaringen kunnen hebben op je volwassen leven.
Dat is ook te horen in een podcast over deze groep, die recent is uitgebracht om de drempel voor nieuwe deelnemers te verlagen. Daarin vertellen vrouwen waar ze in hun dagelijkse leven tegenaan lopen. Zo worstelt een vrouw met woede-uitbarstingen waarvan ze de oorzaak niet altijd kent en durft een andere deelnemer niet alleen naar de huisarts omdat ze bang is dat ze zich daar moet uitkleden. De gevolgen van het misbruik kennen allerlei vormen, maar de vrouwen vinden bij elkaar herkenning en helpen elkaar bij de verwerking.
(Tekst loopt door onder de podcast.)
In de ervaring van Hoogstraten en Goeman komen vrouwen die in hun jeugd misbruikt zijn vaak pas na een aantal omwegen bij de juiste hulp terecht. Daarom vinden ze het belangrijk dat hulpverleners er al vroeg naar informeren. Dat gebeurt nu niet altijd. "Er heerst in het algemeen nog veel ongemak rondom seksualiteit. We zijn allemaal mensen en weten niet altijd welke woorden we het beste kunnen gebruiken. Soms zijn hulpverleners ook bang dat ze een cliënt meer kwaad dan goed doen als ze ernaar vragen."
Bij de training, waar ook altijd een ervaringsdeskundige bij betrokken is, geven ze concrete tips voor het gesprek."We leren bijvoorbeeld dat je moet uitleggen dat je een persoonlijke vraag stelt en ook waarom je die stelt. Daarnaast helpt het om te letten op je woordkeuze: niet iedereen herkent zich in de term seksueel misbruik. Wij vragen liever naar nare of verwarrende seksuele ervaringen."
Goeman en Hoogstraten hopen dat het informeren naar seksueel misbruik een standaard onderdeel wordt van intakeprocedures. "Dat gunnen we slachtoffers, maar ook hulpverleners. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat mensen de juiste hulp krijgen."