Het zalig falen, met Anna van den Breemer

Vorige week kwam een langgekoesterde droom uit voor journalist en schrijver Anna van den Breemer (38): ze debuteerde met haar literaire thriller Het perfecte zusje. Een behoorlijke mijlpaal, ook al had Van den Breemer eerder succes met haar opvoedboeken en biografie over Ivanka Trump. Maar fictie schrijven? Dat is toch een ander kunstje.
Tien jaar geleden deed Van den Breemer ook al een dappere poging, maar die mislukte. Hoe weet je wanneer je de stekker uit een project moet trekken? Een les in falen én de moed terugvinden om je droom later alsnog te verwezenlijken.
Met een carrière als journalist, schrijver én ondernemer zullen een hoop mensen vermoeden dat jouw leven een aaneenrijging van successen is. Klopt dat plaatje?
"Als je het zo opsomt, lijkt dat misschien zo, maar natuurlijk gaat er ook weleens wat mis. Als we het over falen hebben, denk ik bijvoorbeeld meteen aan mijn eerste poging om een boek te schrijven."
“ 'Ik zie mezelf nog zitten in dat kleine kamertje waar de muizen over de vloer liepen'
"Tien jaar geleden had ik namelijk ook al de wens om een roman te schrijven en daar heb ik toen twee jaar lang hard aan gewerkt. Ik zie mezelf nog zitten in dat kleine kamertje, achter in mijn appartementje in Amsterdam. Een kamertje waar de muizen over de vloer liepen."
Gezellig.
"Ja, en daar had ik dan een heel krakkemikkig bureautje neergezet, waar ik aan zat te zwoegen. Fictie schrijven is echt spannend, omdat je minder houvast hebt. Althans, die moet je volledig uit jezelf halen, want het hele boek moet uit jezelf komen. Geen interviews, geen geschiedkundige of wetenschappelijke bronnen waar je onderzoek naar doet. Dat maakt het best eng om zo'n 'verzonnen' verhaal met de wereld te delen."
Hoe werd op dat eerste verhaal gereageerd?
"Nou, dat was het hele ding: ik heb het twee jaar lang voor mezelf gehouden. Ik heb al die tijd zitten ploeteren, in dat kamertje, zonder iets aan iemand te laten lezen. Ik geloof dat ik best een leuk idee had, maar de uitwerking ervan… die was gewoon niet goed."
LEES OOK
"Toen ik begon met schrijven kwam ik net uit een lange relatie, ik voelde veel vrijheid en had in verhouding weinig verplichtingen. Alle tijd die ik had, moest ik van mezelf in het schrijven stoppen. Maar daardoor verplichtte ik mezelf ook om urenlang aan dat bureautje te blijven zitten als ik geen zin of inspiratie had."
Denk je dat die dwang ten koste ging van het schrijven?
"Dat is wel één van de lessen die eruit heb getrokken. Al heb ik vooral geleerd dat het niet goed is om zo'n groot en spannend project als een geheim te behandelen. Dat voelde toch als een soort schijnveiligheid, denk ik. Maar het kwam zeker voort uit onzekerheid; ik geloofde steeds dat als ik er nog iets langer zelf aan zou sleutelen, of nog verder af zou maken, dat ik het dan wel aan iemand zou durven laten zien."
Wat was er uiteindelijk voor nodig om het aan iemand te vertellen – of zelfs te laten lezen?
"Op een gegeven moment kreeg ik een relatie met Eus (Özcan Akyol, red.) en toen wij gingen samenwonen, was ik al bezig. In eerste instantie ging ik gewoon – oké vooral in stilte – door met schrijven. Maar op een gegeven moment vroeg hij wel waar ik toch eigenlijk steeds aan werkte. Toen zat ik volgens mij al op zo'n 200 pagina's. Eus was ook behoorlijk verbaasd om te horen dat ik nog niemand had laten meelezen. Hij was volgens mij de eerste die ik iets heb laten zien, en hij is altijd heel eerlijk."
En?
"Dat heeft hij heel slim aangepakt, haha. Volgens mij vond hij de sfeer van het verhaal goed, maar dat was meteen de enige positieve opmerking. Want hij vond het helemaal niet zo sterk, maar in plaats van zelf uitgebreid feedback te geven, vroeg hij iemand uit het boekenvak om het te lezen. De echte kritiek werd dus handig uitbesteed, maar kwam via die ander wel tot me. Ik denk dat het op deze manier ook beter was voor onze – toen nog prille – relatie."
“ 'Nu wist ik steeds: ik heb vandaag twee uur, in die twee uur moet het gebeuren'
"In die periode leerde ik trouwens überhaupt voor het eerst hoe het werkt om een boek uit te brengen, bijvoorbeeld wat een uitgever allemaal voor je doet in zo'n proces, en dat er redacteuren mee kunnen lezen vóór het af is."
Wat maakte dat je dit verhaal uiteindelijk in de wilgen hebt gehangen? Kon je niet verder met de feedback die je kreeg?
"Als je tot over je oren in een verhaal zit dat geen richting heeft, is het moeilijk om dat nog te herstellen. In ieder geval was ik daar op dat moment niet tegen opgewassen. Ik heb het gewoon in een denkbeeldige la gestopt, nou ja, niet alleen denkbeeldig. Een half jaar geleden kwam ik het weer tegen en heb ik het nog eens doorgebladerd. Eerlijk: zo slecht was het ook weer niet."
Maar als je twee jaar aan iets hebt gewerkt, in al die vrije uren, tussen de muizen… dan voelt een verhaal wat het daglicht nooit heeft mogen zien ergens ook als verlies, of niet?
"Ja, daarom moest ik hier ook meteen aan denken bij mijn faalmomenten. Maar ik heb er ook veel lessen en houvast aan overgehouden. Dat merkte ik met het schrijven van Het perfecte zusje; bijvoorbeeld dat een verhaal niet per se beter wordt als je er meer tijd aan besteedt. Vroeger had ik veel meer tijd dan nu, maar ik besteedde al die uren niet efficiënt. Nu wist ik steeds: ik heb vandaag twee uur, in die twee uur moet het gebeuren. Dat werkte veel beter."
LEES OOK
"Schrijven hoeft ook echt niet altijd een chronologisch gestructureerd proces te zijn. En als ik van tevoren had besloten dat ik hoofdstuk zestien ging schrijven, en ik merkte dat het niet lukte of dat ik geen goede dag had, dan gebruikte ik die tijd bijvoorbeeld om eerdere hoofdstukken na te lezen. Het heeft helemaal geen zin om enorm te gaan lopen trekken aan iets, puur omdat je besloten had dat iets de wenselijke volgorde was."
Heb je de woorden en hoofdstukken deze keer ook eerder aan anderen toevertrouwd?
"Zeker. Sowieso voelde ik deze keer vanaf het begin dat ik dit verhaal moest vertellen, het duurde nu ook twee jaar voor het af was, maar al die tijd bleef het interessant. Deze keer heb ik het veel eerder aan anderen laten zien, Eus was weer de eerste die iets te lezen kreeg, toen het nog helemaal niet in de buurt van af was, en hij zei meteen: 'Ja, hier heb je iets'. Dat schept vertrouwen.
Als schrijver kan je bang zijn dat de meningen van anderen je uit het veld zullen slaan. Maar door over het verhaal te praten, kreeg ik juist steeds scherper voor ogen wat het moest zijn. Daarnaast ben ik zelf natuurlijk ook tien jaar ouder inmiddels, en ook veel minder zoekende in het leven of in wat voor schrijver ik ben of wil zijn."
“ 'Waar was ik in hemelsnaam mee bezig?'
Natuurlijk had ik tien jaar geleden het liefst willen horen: 'Dit is briljant. Wat een groot talent ben jij'. Maar hoewel het toen niet is gelukt, kan ik er met humor op terugkijken. Waar was ik in hemelsnaam mee bezig?
Doordat ik mild naar mezelf kan kijken, lukte het misschien ook om op mijn gut feeling te vertrouwen de afgelopen twee jaar: ik ga dit boek gewoon maken. Punt. Ik ga een literaire thriller schrijven, iets wat ik altijd al heb willen doen. Daar voelde ik geen wezenlijke onzekerheid over.”
Blijven er dan alleen 'luxe-onzekerheden' over?
"Ja, dan kan je snel gaan kijken naar detailniveau: moet dit korter? Kan die zin mooier? En ik zei, luisterde afgelopen keer ook veel beter naar wat voor bui ik had, was het een dag voor denkwerk of voor schrijfwerk? Kon ik beter redigeren of zat er een nieuw hoofdstuk in mijn vingers? Dat soort dingen. Als je het minder probeert te forceren, wordt het niet alleen makkelijker en leuker, dan gebruik je je tijd ook veel efficiënter."
Efficiëntie lijkt me niet onbelangrijk als je een boek schrijft naast een fulltimebaan én ondernemerschap. Wanneer had je überhaupt twee of drie uur achter elkaar om te tikken?
"In de weekenden, en 's avonds. Je moet er ook wel wat voor opgeven natuurlijk, want er zijn een heleboel verjaardagen waar ik níét ben geweest. Maar ik wil hier ook even Elizabeth Gilbert aanhalen, zij schreef een boek over creativiteit, waarin ze pleit voor een betaalde baan naast een creatief project, zoals een boek. Als je een boek schrijft naast je betaalde baan, wordt je creativiteit minder belast. Het blijft voelen als een mooie extra, in plaats van dat het een volledige levensinvulling wordt – of je ervan afhankelijk bent voor je levensonderhoud."
En nu die langgekoesterde wens vorige week in vervulling is gegaan, zullen er nog meer literaire thrillers volgen?
"Zeker! Ik ben enorm fan van dit genre, want ik vind niets lekkerder dan een verhaal waar je volledig in op kan gaan. Het idee voor Het perfecte zusje zat al een tijd in mijn hoofd, maar het bleef tot het einde boeiend en spannend om aan te werken. En die laatste hoofdstukken, daarin moest het gebeuren… de ontknoping. Ik kan er niet zoveel van weggeven, maar dat was heel uitdagend – en enorm bevredigend toen ik het helemaal rond had gemaakt.
Ik heb twee ideeën in mijn hoofd, maar ik moet nog kiezen met welke ik als eerste aan de slag ga. De komende weken eerst maar even genieten van het feit dat Het perfecte zusje is geboren."