Jouw vrienden zijn mijn vrienden? Niet altijd

Het adagium 'jouw vrienden zijn mijn vrienden' gaat niet altijd op, weet Merel (35) uit ervaring. Tijdens haar studententijd raakte ze goed bevriend met haar huisgenoot Jonas. Maar toen hij een relatie kreeg, bekoelde hun vriendschap. "Zijn vriendin en ik hadden totaal geen klik", vertelt ze. "Ik vond haar arrogant en bazig, ook tegen Jonas. De eerste keer dat we elkaar ontmoetten, deed ze meteen heel laatdunkend over mijn opleiding en bijbaan, beide in de culturele sector. Ze vroeg hoe ik daar ooit van zou kunnen leven." Op Merels verjaardagsfeestje ging het mis: de vriendin zag Merels loonstrookje op tafel liggen, greep hem en vouwde hem open. “Ze maakte een denigrerende opmerking over mijn salaris. Dat kon écht niet, maar ik was te flabbergasted om er iets van te zeggen." Toen ze het voorval later besprak met haar goede vriend, wuifde die het weg: het was niet zo bedoeld. "Omdat ik haar er steeds bij cadeau kreeg als ik met hem afsprak, en ik haar écht niet meer trok, heb ik de vriendschap op een lager pitje gezet. Tot hun relatie uitging, toen hebben we de vriendschap weer opgepakt. Maar dat voorval hebben we nooit uitgesproken."
Snel oordeel
Hoeveel je ook van je partner, broers en zussen of beste vrienden houdt: het is geen gegeven dat je ook goed met hun following overweg kunt. Wat als je helemaal niks hebt met de nieuwe partner van je beste vriendin of je zwager? En hoe kan het eigenlijk dat we iemand soms gewoon niet mogen? "Dat heeft te maken met iets wat 'neurosceptie' heet: het onbewust scannen van onze omgeving op mogelijke gevaren", antwoordt psycholoog en systemisch coach Roos Woltering. "Dat doen we de hele dag, met ons brein en lijf, om te bepalen: zijn we veilig of niet? Het is een overlevingsmechanisme van het autonome zenuwstelsel, dat alle onbewuste functies en processen in het lichaam regelt."
“ 'Meestal merkt degene die in het midden staat ook wel dat er iets aan de hand is'
Ook speelt een mechanisme mee dat 'overdracht' heet, legt ze uit: als we iemand voor het eerst ontmoeten, trekken we razendsnel een database van ervaringen uit het verleden open. "We koppelen die persoon onbewust aan eerdere ervaringen in andere relaties met anderen." Zo besluiten we in één oogopslag of we iemand oké vinden of niet. "Die conclusie kan op van alles gebaseerd zijn: iemands lach, geur, neus of de manier waarop iemand staat of beweegt." Doet iemand je onbewust denken aan die pestkop van de middelbare school of een vervelende ex? Dan kan de balans al negatief uitslaan. Heb je juist positieve associaties bij iemand, dan is de kans groot dat je die persoon meteen mag, zegt Woltering. "Liefde op het eerste gezicht is er ook een voorbeeld van." Al bieden ervaringen uit het verleden geen garanties voor de toekomst, zegt ze erbij.
Wat we van huis uit hebben meegekregen over gedrag, speelt ook mee. Erger je je kapot aan de nieuwe vriend van je broer, omdat hij de sfeer tijdens het kerstdiner verpest met zijn eindeloze gediscussieer? Dat heeft misschien ook te maken met de normen en waarden die je van huis uit hebt meegekregen, zegt relatietherapeut Mirella Brok. "Misschien heb jij altijd geleerd: tijdens het kerstdiner discussiëren we niet, dan blijft het gezellig. Als er dan ineens iemand binnenkomt die het anders doet, vind je dat raar. Zo ga je toch niet met elkaar om? Maar misschien heeft die ander juist geleerd: als je elkaar mag, leg je elkaar het vuur aan de schenen." Wat voor de één een teken van gezelligheid is, kan voor de ander een feestavond dus potentieel verpesten.
In gesprek
Wat de reden ook is: als je iemand uit de inner circle van een dierbare niet mag, kan dat een relatie behoorlijk onder druk zetten. Je ziet bijvoorbeeld al op tegen verjaardagen of andere momenten waarop je met die vervelende persoon geconfronteerd wordt, maar dat eerlijk vertellen is ook weer zowat. Je wilt iemand van wie je houdt tenslotte niet verdrietig of boos maken of in een loyaliteitsconflict storten. Want dat kan gebeuren als je er iets van zegt, weet Brok. "Stel je dat je zus je vertelt dat ze jouw partner niet mag. Dat kan voelen alsof je moet kiezen tussen iemand met wie je een toekomst wilt opbouwen en iemand die er altijd al was. Een gekmakende keuze, want je kunt niet iedereen tevredenstellen." Het lijkt een makkelijkere oplossing om er dan maar niets van te zeggen, en voortaan alleen nog maar af te spreken met degene die je wél leuk vindt – zonder die minder leuke aanhang erbij. Toch is vermijden niet de meest effectieve aanpak, zegt Woltering: "Meestal merkt degene die in het midden staat ook wel dat er iets aan de hand is. Of je het nou hebt uitgesproken of niet."
LEES OOK
Relaties zijn een kwetsbaar onderwerp, en andermans relaties al helemaal. Maar wat als je de kou uit de lucht wil halen zonder je vriendschap of familiebanden op het spel te zetten? Is er überhaupt een nette manier om te zeggen dat je iemands dierbare slecht trekt? 'Ik vind je nieuwe vriend een foute gast' is nou niet bepaald een lekkere gespreksstarter. "Nee, de kans is groot dat je vriendin dan meteen in de verdediging schiet, zelfs als haar vriend écht niet goed voor haar is", zegt Woltering.
"Je kent dat principe vast wel van je eigen familie: daar mag jij over klagen, maar je komt in opstand als een vriendin zegt dat ze jouw moeder ook irritant vindt.” Hoe je je gevoelens ook uit: laat een oordeel altijd achterwege, benadrukt de psycholoog. "Zeg liever: 'Ik maak me een beetje zorgen, want ik heb je de laatste tijd niet zo veel zien lachen. Daarom wil ik graag weten hoe het met je gaat'. Dan is de kans groter dat je vriendin uit zichzelf iets over de situatie vertelt. Als je je zorgen maakt om iemand, is het altijd belangrijk om in gesprek te blijven."
“ 'Als we iemand niet mogen, zijn we geneigd meteen te kijken naar gedrag dat ons niet aanstaat'
Met open vragen bereik je het meest, zegt ook Brok. "Simpele vragen als: hoe gaat het met je relatie? Hoe sta je erin? Hoe zorgt hij voor je?" Dat is lastiger dan het klinkt, want we zijn al snel geneigd suggestieve vragen te stellen. Maar het kan verrassende antwoorden opleveren. Zeker als je ook vraagt wat iemand leuk vindt aan die ander, of wat ze samen hebben meegemaakt. In iemand van wie je stekels overeind gingen staan, zie je dan misschien ineens iets wat je niet eerder zag." Wellicht ontdek je zelfs overeenkomsten – er is vast een reden dat je dierbare zowel jou als die ander aardig vindt. En zo niet: het levert op z'n minst begrip op. "Als je snapt waarom die vriend belangrijk voor jouw vriendin is, wordt het makkelijker hem te zien als meer dan alleen die negatieve eigenschap", zegt Woltering. "Ook al zou het nog steeds jouw partnerkeuze niet zijn."
Kijk naar jezelf
Waar je op je werk nog naar een leidinggevende kunt stappen als het niet botert met een collega, heb je zo'n hulplijn niet in vriendschappelijke, familie- of liefdesrelaties. Toch kunnen anderen een bemiddelende rol spelen, volgens Brok. "Als iets tussen broers of zussen speelt, kunnen ouders bijvoorbeeld in gesprek gaan met de kinderen en aanhang in kwestie. Ook binnen een vriendengroep kan iemand die rol aannemen." Heb je een partner die erbuiten staat, dan kun je bij hem of haar stoom afblazen (en misschien wil je partner zelfs af en toe als bliksemafleider fungeren). Kom je er echt niet uit, dan kun je altijd nog de hulp inschakelen van een psycholoog. Woltering spreekt in haar praktijk regelmatig mensen die moeite hebben met de omgang met bepaalde mensen in hun omgeving. "Vaak is dat een beginpunt om te onderzoeken: waar komt dat gevoel vandaan?"
LEES OOK
Dat is een vraag die je jezelf als eerste zou moeten stellen, zegt Woltering. "Als we iemand niet mogen, zijn we geneigd meteen te kijken naar gedrag dat ons niet aanstaat, naar trekjes die we niet wenselijk vinden. Dat is logisch, maar het effect dat iemand op jou heeft is veel interessanter. Vraag jezelf: wat gebeurt er met mij als ik contact heb met deze persoon? Welk gevoel roept dat op?" Misschien vind je het gediscussieer van je zwager wel zo vervelend omdat het je onzeker maakt, je heel erg op je woorden gaat letten of je niet serieus genomen voelt, zegt ze als voorbeeld. "Als je vervolgens nagaat in welke situatie je die gevoelens eerder hebt ervaren, kom je vaak pijnpunten tegen die verklaren waarom je zo op die nieuwe situatie reageert", legt Woltering uit. "Dan krijg je zicht op je zogenoemde overdrachtspatronen."
Dat kan in kleine dingen zitten. Kon je op school wel door de grond zakken als een leraar jou het woord gaf in een klassendebat, omdat je geen kaas had gegeten van discussiëren of knalrood werd als iedereen naar je keek? Dat gevoel kan nu, jaren later aan de kersttafel, in een nieuwe discussiesituatie getriggerd worden. "Probeer die situaties los van elkaar te zien, bijvoorbeeld door er in je hoofd twee personages van te maken,” zegt Woltering. "Je bent nu een volwassen vrouw die ervoor kan kiezen zich wel of niet onzeker te laten maken, niet meer het kind voor wie zo'n keuze veel lastiger is. Je wint aan volwassenheid en rationaliteit als je oud en nieuw kunt scheiden. Over het algemeen geldt: als je je eigen pijn en rouw vastpakt, haal je een groot deel van de lading bij de ander weg. Die persoon krijgt daarmee minder vat op je." Zie het als een herkansing: hoe kan ik deze relatie aangaan zonder er onzeker van te worden?
Nog iets om de irritatiefactor te verminderen: de wetenschap dat die ander óók z'n eigen ervaringen heeft. Dat is de crux van veel botsingen, zegt Brok. "We zien alleen het topje van de ijsberg, iemands gedrag. Maar wat iemands onderliggende overtuigingen, gedachten, normen en waarden zijn, weet je niet. Terwijl die grotendeels bepalen of en hoe die ijsbergen botsen." Die wetenschap gaat er misschien niet voor zorgen dat je irritante zwager ineens je allerbeste vriend wordt, maar het maakt de irritatie misschien wel kleiner. En da's ook winst. "Als je bereid bent naar jezelf te kijken en te erkennen dat je allebei anders in elkaar zit, kun je uiteindelijk zelfs kijken op welke gebieden je elkaar ontmoet", zegt Woltering. Met mensen tegen wie je in eerste instantie een beetje aversie hebt, kun je uiteindelijk de mooiste gesprekken voeren."