Close

Het zalig falen, met Ingrid Kluvers

26 april 2023 12:04 / persoonlijke groei
Ingrid Kluvers
Ingrid Kluvers
Z Zonder wrijving geen glans. Hoofdredacteur Lizzy van Hees spreekt daarom iedere week iemand over zijn of haar royal fuck-ups en uitzinnige uitglijers, de dingen die niet goed zijn gegaan. Leveren die missers ook wat op?

Wie het cv van Ingrid Kluvers (73) bekijkt, ziet een grotendeels gewonnen strijd van haar falen. Ze werkte onder andere als hoofdredacteur voor Eigen Huis & Interieur, Flying Dutchman en meidenblad Tina en stond jarenlang aan het roer van de redactionele opleidingen bij Sanoma. Na eerder drie succesvolle jeugdromans te hebben geschreven, verscheen afgelopen maand haar 'volwassen debuut' Luikend – en dat terwijl ze als kind lange tijd moeilijk kon lezen of schrijven. 

Achteraf is het altijd makkelijker praten over verstikkende onzekerheid, zeker wanneer iemand goed op zijn of haar pootjes terecht is gekomen. Maar het verhaal van Kluvers laat zien dat je ondanks een degelijke opleiding en nog betere banen, lang kan blijven vechten tegen het gevoel van minderwaardigheid. 

'Ik heb me lange tijd de domste en de stomste gevoeld'

Luikend vertelt het verhaal van Hans, een vrouw die ogenschijnlijk alles heeft wat haar hartje begeert: baan, huis, man, gezin. Maar gelukkig is ze niet, en dat heeft alles te maken met een groot geheim. Hans is lesbisch en durft die waarheid zelf maar moeilijk onder ogen te komen. Ontkennen wie je bent is niet alleen schadelijk voor jezelf, dat ontdekte Kluvers ook in haar eigen leven. Uiteindelijk vond de schrijver de moed om tegen de stroom in te zwemmen. Nu alleen nog van dat schuldgevoel af.

De eerste keer dat je zelf een boek las, was je 16 jaar. Waarom duurde dat zo lang?

"Ik ben dyslectisch en in de tijd waarin ik op de lagere school zat, was daar nog weinig begrip voor. Daar begon het grote falen, want ik faalde letterlijk. Ik zat in de klas, maar kwam moeizaam mee met de rest, dus ik heb me lange tijd de domste en de stomste gevoeld. Ik probeerde het nog te maskeren door als ik iets moest voorlezen, waar ik weinig van begreep, daar dan zelf maar een verhaal van te maken. 'Leuk bedacht, maar dat staat er niet', kreeg ik dan te horen. Dat schoot natuurlijk niet op.

Ze hebben me wel op allerlei manieren geprobeerd te testen om te achterhalen wat er aan de hand was, en de conclusie klonk dan steeds: wel intelligent genoeg, maar ze wil niet. Onzin, ik wilde niets liever."

Voelde het alsof er iemand was die jou wél zag – of op z'n minst zag wat je nodig had?

"Heel lang was dat niet zo. Maar dat kun je de generatie van mijn ouders ook bijna niet kwalijk nemen. Die had behoorlijk wat te lijden gehad tijdens de oorlog en wist helemaal niet hoe daarmee om te gaan, of een liefdevol nest te stichten. Ik had het er laatst toevallig met een vriendin over: weet jij iemand bij wie het vroeger wel warm en leuk was? 'Nee' was het antwoord. We kwamen allemaal uit gemankeerde gezinnen."

"Er was één vriendinnetje wiens moeder boeken vertaalde. Als ik me een verschijning moet voorstellen bij Simone de Beauvoir, zag ze eruit zoals die moeder. Ik vond haar de bom, zoals mijn kleindochter zou zeggen. Hoe ze daar achter haar typemachine zat, altijd met een sigaret in haar mond. Volgens mij heb ik het met haar ook weleens gehad over schrijven en journalistiek, en zij zei dan: een heerlijk vak, want je bent met verhalen bezig, het is vrij en onafhankelijk. Je hebt er vooral fantasie en inlevingsvermogen voor nodig."

Een tweede reddingsboei vond je pas toen je naar kostschool ging. 

"Ja, uiteindelijk ben ik naar een internaat gegaan in Vught, en de nonnen die daar lesgaven hebben echt de tijd genomen om met me te zitten om te oefenen met lezen, met mij alleen. Die aandacht heeft alle verschil gemaakt, want toen ik 16 was, kon ik eindelijk een boek uitlezen, van A tot Z begrijpen wat er stond. Het was alsof er een totaal nieuwe wereld voor me openging."

'Ik voelde me wel heel schuldig over het ontwrichten van mijn gezin'

"Maar tot dat moment heb ik altijd gedacht dat ik de stomste was. Zo'n intellectueel minderwaardigheidscomplex laat wel z'n sporen na; het voelt nog steeds als mijn grote falen. Maar het zorgde ook voor een grote overwinning, dat ik uiteindelijk kon lezen, of eroverheen ben gegroeid – en zelfs naar de School voor Journalistiek ging."

Heb je daarna nog weleens last gehad van dat minderwaardigheidsgevoel of impostor syndrome

"Ja, natuurlijk, al kreeg ik wel vrij snel een baan bij een regionale krant, terwijl in die tijd de banen niet voor het oprapen lagen. Op die redactie was ik de enige vrouw. Dus ik was me dan toch vaak nog aan het aanpassen, aan de groef die vooral comfortabel was voor al die mannen. Toen ik kinderen kreeg, zorgde dat bovendien voor een schuldgevoel, want dan kan je enorm het gevoel krijgen dat je thuis tekortschiet terwijl je op je werk ook probeert je mannetje te staan. Anja Meulenbelt verwoordde het mooi: als vrouw moest je op je werk doen alsof je geen kinderen had en thuis moest je kinderen verzorgen alsof je geen werk had. Je zat dus voortdurend in een spagaat.”

Het schuldgevoel waar veel ouders, vooral moeders, nu nog steeds mee worstelen.

"Bij mij veranderde dat toen ik ging scheiden van mijn man. Als alleenstaande moeder had ik geen andere keuze dan fulltime werken, júíst om goed voor mijn kinderen te zorgen. Daar heb ik nu ook nog weleens gesprekken over met mijn kinderen, bijvoorbeeld als ik mijn dochter complimenteer over hoe hard ze werkt, dan zegt ze: van wie denk je dat ik dat heb geleerd? Weet je wel wat voor voorbeeld je ons hebt gegeven?"

"Dat is sowieso heel fijn aan deze tijd en misschien ook wel aan het hebben van kinderen. Ze zijn een enorme spiegel, en door wat wij als gezin hebben meegemaakt samen, hebben we ook geleerd om alles met elkaar uit te praten."

Iets wat voor naoorlogse ouders misschien veel moeilijker was.

"Precies. Nou denk ik ook dat wij het als gezin wel hebben moeten leren. Want hoewel het eindigen van mijn huwelijk mijn schuldgevoel als 'werkende moeder' wegnam, voelde ik me wel heel schuldig over het ontwrichten van mijn gezin. Dat is een schuldgevoel waar ik nog steeds af en toe last van heb. Mijn dochter begon er laatst weer over, omdat ze het zo goed terug kon lezen in Luikend."

Hans is een fictief personage, maar haar verhaal raakt wel aan dat van jou. 

"Ja, want het feit dat ik op vrouwen val speelde natuurlijk niet alleen een rol in mijn leven, ook in dat van mijn kinderen. Een rol in mijn huwelijk – en vooral het niet slagen ervan."

Het gaat over jezelf verloochenen, of bevrijden. Maar daar raak je ook het leven van anderen mee. Is dat waar het schuldgevoel hem in zit?

"Het heeft met meerdere dingen te maken, zoals uit de kast komen in een tijd waarin dat niet maatschappelijk geaccepteerd is. Je kunt je overigens afvragen of dat nu wel het geval is, maar in ieder geval al meer dan in de jaren '80. In die tijd was het een schok in onze vriendenkring en vond ook het hele dorp waar wij woonden er wat van. Homo's waren nauwelijks zichtbaar, er waren nog weinig mensen die daar in de media open over waren en daarmee hielpen de weg te banen voor acceptatie. Dus voelde ik me verschrikkelijk schuldig omdat ik faalde als aangepaste hetero en afweek van de norm."

'Bij niemand ging thuis de vlag uit als een zoon of dochter een streep haalde door het ideale plaatje'

"Zo'n 5 procent van de wereldbevolking behoort tot de lhbti-gemeenschap. Dat percentage blijft gelijk, dus waar de angst vandaan komt dat homoseksualiteit 'besmettelijk' is of potentieel gevaarlijk is... dat is echt onzin. Maar omdat het maar 5 procent is, blijf je – ook in een progressieve wereld – behoren tot de minderheid.

Dat gegeven maakt het lastig om je echt te verenigen met je identiteit. Ook al had ik geen keuze, want ik heb niet bewust gekozen voor de weg van de meeste weerstand. Mijn kinderen hebben daar al helemaal niet voor gekozen, maar werden er wel mee geconfronteerd op het schoolplein, of als ze vriendjes of vriendinnetjes mee naar huis namen. Maar los van mijn kinderen schaamde ik me zelf ook te pletter."

Heb je die schaamte inmiddels los kunnen laten? 

"Persoonlijk wel, maar maatschappelijk is de acceptatie absoluut niet vanzelfsprekend. Als ik bijvoorbeeld het boek van Splinter Chabot lees, zie ik dat jongeren nu – ook met lieve en begripvolle ouders – hier nu nog mee worstelen. Soms denk ik dat het er niet meer is, ook wat mezelf betreft, maar dan komt het opeens terug. Misschien zal het nooit helemaal overgaan. Alleen zit het me niet meer in de weg."

Had je iets kunnen doen om dat punt al eerder te bereiken?

"Dat weet ik niet, iedereen heeft daarin zijn of haar eigen reis af te leggen. Maar ik had wel eerder mijn mond open kunnen trekken. Ook omdat ik me weleens hypocriet heb gevoeld. Vroeger, als ik dan op een borrel voor mijn werk stond of tijdens trainingen die ik gaf of volgde, dan komt er zo'n moment waarop je iets over jezelf moet vertellen en daar had ik toch vaak geen zin in. Dan beperkte ik me bijvoorbeeld tot de mededeling dat ik drie kinderen had, en dan gaat iedereen er toch meteen van uit dat je dan wel gewoon met een man bent. Dat is overigens nog steeds de meest voor de hand liggende veronderstelling."

"Maar er zijn ook veel homograppen gemaakt waar ik bij stond, waar ik ook niet altijd heb ingegrepen. Als homoseksualiteit toevallig ter sprake kwam en mannen zeiden: 'Ik snap lesbiennes wel, ik hou ook van vrouwen'. Of: 'Nee hoor, ik heb niets tegen homo's, ze moeten alleen wel van me afblijven'. Dat zal geen moeite kosten, dacht ik dan stiekem. Soms liet ik die dingen gewoon passeren, tot er later toch een moment kwam waarop ik wel vertelde dat ik een vrouw had. 'O, had dat eerder gezegd, dan had ik die grap niet gemaakt', zeiden ze dan om het goed te maken. Nou, misschien had je die grap überhaupt niet moeten maken."

Als die 5 procent niet meer wordt, blijf je wel altijd de minderheid. Altijd de kanarie in de kolenmijn – die leeft in een verder heteroseksuele wereld. Is dat een ongelukkige conclusie? 

"Niet als je ervoor zorgt dat het jezelf niet in de weg zit. Maar het is wel zo dat ik door anderen nog steeds geconfronteerd wordt met het feit dat ik niet in dat heteronormatieve hokje pas. De laatste keer dat mijn vrouw en ik ongestoord hand in hand over straat liepen was in Tel Aviv – en daar is het nu ook echt afgelopen. Maar zoals Claudia de Breij zo goed uitlegde in haar oudejaarsconference, het zijn meestal de lhbti-rechten die als eerste onder druk komen te staan en dat is een belangrijke graadmeter voor de bedreiging van een groter welzijn, want dat is niet alleen slecht nieuws voor vrouwenrechten maar slecht nieuws voor alle mensenrechten. Daarom is het belangrijk om er wel voor op te blijven komen. Ook vanuit een veilige en progressieve bubbel in Amsterdam.

Veel van onze vrienden zijn zelf lesbisch of homoseksueel, van allerlei generaties, ook eind 30, 40 of meer richting onze eigen leeftijd – en we merken soms toch dat dit contact net even makkelijker is. Er is een vanzelfsprekend begrip voor elkaar omdat het uit de kast komen voor bijna niemand echt een vrolijk verhaal is geweest. Bij niemand ging thuis de vlag uit of werd de champagne opengetrokken als een zoon of dochter een streep haalde door het 'ideale plaatje'. Maar als het je lukt om jezelf te accepteren, maakt dat veel goed. En als je dan ook nog gelijkgestemden vindt om je ervaringen mee te delen is dat helemaal mooi meegenomen."

Omschrijving Luikend:

Hans heeft alles wat ze verlangt. Een man, een baby, een hond. Een prachtig huis in het buitengebied en een baan op de redactie van een vooruitstrevend vrouwenblad. Ze heeft er hard voor gewerkt, maar gelukkig is ze niet – dat zal wel aan de hormonen liggen. 

Toch besluit ze een psychiater te bezoeken. Oude herinneringen worden opgerakeld en hun plots scherpe contouren overrompelen haar. Er verschijnen barsten in haar zorgvuldig vormgegeven identiteit. Wanneer een oude bekende opnieuw haar leven binnenstapt, wankelt Hans' bestaan.

Lizzy van Hees