Het probleem met nee

Ik hou van ja zeggen. Op bijna alles, maar vooral op dingen die ik eigenlijk heel eng vind, dingen die voelen als een grote sprong in het diepe. Nieuwe dingen. Achter iedere ja zie ik een kans, in een nee vooral een gemiste kans.
Zo had ik nooit een fotoshoot met Annie Leibovitz gedaan als ik nee had gezegd op het toch wel random LinkedIn-bericht of ik op de long list wilde staan voor een reclamecampagne. En een van mijn beste vriendinnetjes was waarschijnlijk niet in mijn leven geweest als ik op het schoolplein nee had gezegd toen ze me vroeg om koffie te drinken en over haar start-up idee te praten. Mijn huidige business partner had ik nooit ontmoet als ik geen ja had gezegd tegen haar vraag of ik in een panel wilde plaatsnemen. En ik was waarschijnlijk niet in de tech-wereld terecht gekomen als ik geen ja had gezegd op de vraag of ik stage wilde lopen bij een bedrijf dat toen nog niet eens bestond.
“ Ja zeggen is zoveel leuker
In al deze gevallen was het net zo logisch geweest om nee te zeggen. Vage mailtjes via LinkedIn krijg ik dagelijks, dus deze had ik makkelijk kunnen negeren. Privé zit ik niet altijd te wachten op vragen over mijn werk, dus ik had dit verzoek prima kunnen afwimpelen. Ik krijg veel verzoeken voor panels, dus hier had ik ook best nee op kunnen zeggen. En in de tijd dat ik stage liep waren start-ups allesbehalve hip, dus kreeg je vooral applaus wanneer je bij een grote corporate aan de slag ging. Als megastreber was een nee tegen not-the-obvious-choice dus heel logisch geweest.
Gelukkig heb ik tegen al deze dingen wél ja gezegd. En ik zou nog wel duizend dingen kunnen opnoemen die ik met beide handen heb aangegrepen, terwijl een afwijzing net zo logisch – of veel makkelijker – was geweest. Maar geloof me: ja zeggen is zoveel leuker. Ja kan leiden tot een avontuur, een onverwachte wending, nieuwe kansen en nieuwe ontmoetingen. Maar hoewel ik 100 procent team ja ben, zeg ik ook heel vaak ja als ik eigenlijk nee zou willen of moeten zeggen. Niet zelden denk ik: waarom ben ik hier ook alweer op ingegaan? Want waar ik in ja zeggen heel goed ben, ben ik in nee zeggen ronduit slecht.
“ Mijn nee tegen jou is vooral een ja tegen mezelf
Met nee zeg je eigenlijk dat iets geen prioriteit heeft, en dat vind ik zό onaardig. Niet heel handig als je graag aardig gevonden wilt worden. En dus zeg ik te vaak ja terwijl mijn agenda al ramvol zit of ik op mijn tandvlees loop. Of ik probeer, om iedereen tevreden te stellen, alles te combineren en dan loop ik vervolgens de hele dag achter de feiten aan. Hoewel ik beter word in nee zeggen, val ik denk ik alsnog in de categorie hopeloze gevallen. Want wil ik wel echt nee zeggen? Zeg ik ja om mensen niet teleur wil stellen of vind ik het eigenlijk wel fijn dat mensen mij om hulp vragen? En waarom heb ik altijd de neiging om uit te leggen waarom, als ik dan een keer nee zeg? Waarom vind ik het zo belangrijk dat mensen snappen dat ik echt al veel tijd besteed aan het helpen van anderen en the greater good, en ik dus alleen nee zeg omdat het echt niet lukt?
Het lijkt me zo heerlijk als het je echt niets kan boeien wat anderen van je vinden. Maar waar ik het natuurlijk gewoon van me moet laten afglijden als iemand boos wordt als ik nee zeg, voel ik me vaak toch rot of schuldig. En terwijl ik schrijf dat ik vaker nee moet zeggen, hoop ik ook meteen dat mensen na het lezen van deze column niet denken dat ze me niks meer moeten vragen. Doe het wel! De kans is groot dat ik ja zeg. Ik hoop alleen dat je niet boos of teleurgesteld bent als het niet lukt. Dat je begrijpt dat ik echt veel liever ja had gezegd, en dat mijn nee tegen jou vooral een ja is tegen mezelf.