Lelijke kunst & lege bladzijden

In een dorp aan de Noord-Hollandse kust, onder de rook van Tata Steel, staat een hoekhuis met een grote tuin, twee honden, twee katten en vier gebruiksaanwijzingen. Ik woon hier al zestien jaar niet meer. Wat ooit een functioneel en vooral 'hufterproof' huis was (twee jongere broertjes met permanente sloopdrang), is veranderd in een stulpje waar de onderdrukte smaak van mijn ouders eindelijk tentoongesteld mag worden. Er hangt kunst aan de muur waar ik Ritalin voor moet slikken om het enigszins dragelijk te maken, stoelen met vreemd gebogen armleuningen en een knalrode salontafel die eruitziet alsof-ie elk moment zelf kan weglopen.
Met een roman-deadline én ruggengraat van nat bordkarton, leek het me een goed idee om tijdens de vakantie van mijn ouders op hun huis en honden te passen. Weg uit de stad, weg van alle afleiding. Lange schrijfsessies gecombineerd met mooie wandelingen door de duinen.
De eerste ochtend, echt, ik heb het geprobeerd, maar mijn netvlies laat los bij het aanzicht van de twee gruweldaden aan de muur. Dus nadat ik twee schilderijen van de wand heb getrokken en tijdelijk op zolder heb neergelegd, klap ik mijn laptop open. Ik typ snel en na vijf minuten kijk ik met ongepaste trots naar het behaalde resultaat. Misschien moet ik even naar de wc. En nog een koffie.
Een kwartier later zit ik weer.
“ Oma is 88 en woont met mijn opa van 88 aan de overkant
Ik schrik van een hand op mijn schouder. Mijn oma. Ze is 88 en woont met mijn opa van 88 aan de overkant van de straat.
"Ik ga boodschappen doen, heb jij iets nodig", vraagt ze.
Ik schud nee.
"Waarom niet?"
"Omdat jij 88 bent, en ik 35."
"Nou en? Dat kan ik toch wel even doen."
Ik moet lachen. Ze maakt een grapje, toch?
"Kan toch", mompelt ze en pakt mijn arm: "O, trouwens…"
Het kastje van haar vriendin is geschilderd, van saai hout naar leuk wit: "Echt heel mooi geworden." In Zaandam blijken ontzettend veel winkels te zijn, grote ketens en allemaal naast elkaar. "Hoe dat rendabel blijft, weet ik ook niet." Mijn oom heeft zijn baan opgezegd. Er is personeelstekort bij Beter Horen en de man aan de telefoon sprak erg onduidelijk. Opa doet veel middagdutjes. "Echt geen boodschappen? Zal ik anders even de honden uitlaten?"
Lachend schud ik nee. En dan krijg ik een kus.
Ik typ verder.
“ Een uur later staat hij weer voor mijn neus: is oma hier?
Een uurtje later is het niet mijn oma, maar mijn opa die even aan komt waaien. Hij komt wat moeilijker uit zijn woorden dan de vorige keer dat ik hem zag. Het stoort hem zichtbaar. "Denk je dat ik dement word", vraagt hij.
Ik schud nee. "Gewoon, oud. Maar dat is de bedoeling. Toch?"
Een glimlach. "Niks aan", zegt hij en staat op. "Ik laat je werken."
Ik typ verder.
Een uur later staat hij weer voor mijn neus: "Is oma hier?"
Mijn oma is er niet. Ze is 'even weg' met een vriendin.
"Stoor ik je?"
"Natuurlijk niet."
"Wel eerlijk zijn, hè?"
"Ja."
“ Nauwelijks een woord op papier, maar ik had geen woord willen missen
"Ik heb een mooi leven gehad", zegt hij opeens. Uit het niets, alsof hij straks ergens naartoe gaat en nooit meer terugkomt.
"Wel eerlijk zijn hè?", grap ik.
"Behalve die rotoorlog."
Het gaat de laatste tijd veel over de oorlog.
Ik hoor de deur van de schutting. Daar is mijn oma – ook zij ploft neer. "We storen je toch niet, hè?"
Ik schud nee.
"O, trouwens..." De kat van de buren is een Siamees. De buschauffeur kwam uit Turkije. De man van de vriendin was amateurgoochelaar. Hans Klok valt op mannen. De bus naar Uitgeest gaat nog maar één keer in het uur. Je tante heeft speciale schoenen uit Beverwijk. Klimaatverandering is heel erg, de bodem is droog.
's Avonds laat maak ik de aan mezelf beloofde wandeling. De dag is voorbij, met nauwelijks een woord op papier. Maar ik had geen woord van vandaag willen missen.