De zin en vooral onzin van quiet quitting

Op social media kun je er deze zomer niet omheen, #QuietQuitting is overal en met name populair onder GenZ en op TikTok. Het gaat er hierbij niet om dat je echt ontslag neemt zoals bij de great resignation het geval is. Bij #QuietQuitting doe je the bare minimum van wat nodig is om je baan te behouden. Geen overuren, geen extra opdrachten, niet socializen met collega's, niet langer alles geven voor je werk en die extra stap zetten. Wel: duidelijke grenzen tussen werk en privé. Je identificeert je niet met je werk en je richt je energie op dingen die je leuk vindt daarbuiten.
#QuietQuitting is de nieuwste trend binnen de anti-werk-movement die voor sommigen betekent dat je helemaal niet moet werken (omdat werken blijkbaar verschrikkelijk is) en voor anderen dat ze hun individuele behoeften boven die van de werkgever stellen. Ik zou toch een paar vraagtekens bij deze trend willen zetten. Want tenzij je héél rijk bent, lijkt helemaal stoppen me een behoorlijke uitdaging. De meeste mensen hebben hun baan toch echt nodig om de rekeningen te betalen, en ik zie ook niet 1-2-3 hoe we een land draaiende gaan houden als niemand werkt, terwijl we eigenlijk meer moeten gaan werken dan we nu doen. Ik parkeer die variant dus even als sprookje.
Over de drang om je eigen behoeften op de eerste plaats te zetten wil ik het wél even hebben. Dat #QuietQuitting nu viral gaat met een catchy hashtag, maakt het namelijk nog niet nieuw. Volgens mij zijn er altijd mensen geweest die hun passie buiten werk zochten en werk vooral zien als een manier om geld te verdienen en meer niet. Daar is ook helemaal niets mis mee. Wat mij betreft is dat sowieso beter dan van je passie je werk maken om daar vervolgens te weinig of niets mee te verdienen.
“ Mensen willen alle perks van keihard werken, maar het leven van een 'quiet quitter'
Het algemene signaal van zowel the great resignation als #quietquitting is duidelijk: wanneer je als werkgever niet biedt wat werknemers vragen, gaan ze weg. Flexibiliteit en purpose staan daarbij hoog op de wensenlijst bij de jongste generatie werknemers. En met de enorme tekorten die er zijn, zullen bedrijven zich wel aan moeten passen als ze überhaupt mensen aan zich willen binden. Laat staan de beste mensen. Als de arbeidsmarkt weer minder krap wordt en er mensen uitvliegen, hoeven de strebers en de mensen die gewoon hun werk doen zich volgens mij niet meteen zorgen te maken.
Maar, er is wel een derde groep waarvan ik denk dat zij zich wél zorgen moeten maken. De groep mensen die het beste van beide werelden wil. Ik noem ze ook weleens blaadjes sla, een onopvallend onderdeel van de krop. Een soort variant op de snowflake. Deze mensen willen alle perks van keihard werken, maar het leven van een 'quiet quitter'. Maximale vrijheid maar geen verantwoordelijkheid. Ze zoeken alle problemen én oplossingen vooral buiten zichzelf. Ze vinden overal iets van en zeuren overal over, maar met kritiek die ze zelf krijgen kunnen ze niet omgaan. Iedereen moet van alles maar zelf kunnen ze weinig hebben. Ze dromen van alle kansen die er zijn, maar als puntje bij paaltje komt, willen ze niet het werk doen om ook echt voor die kansen in aanmerking te komen.
“ Accepteer dat de keuzes die je maakt consequenties hebben
Zo had ik ooit een collega die aangaf thuis te willen werken na een presentatie in Groningen omdat hij moest bijkomen van de 'verre reis'. Dat zowel de reistijd als die presentatie binnen normale kantooruren vielen en Groningen niet aan de andere kant van de wereld ligt, maakte blijkbaar voor het gevoel een halve wereldreis te hebben gemaakt niet uit. En dat hij die presentatie deed omdat hij zelf had gekozen voor een nieuwe rol met meer verantwoordelijkheden ook niet. Of die collega die een meer internationale rol ambieerde, inclusief reizen, maar vervolgens wel zuchtte dat hij zo'n vroege vlucht had. Om 10.00 uur...
Een vriendin van mij had laatst een discussie met een aantal collega's die vonden dat de werkgever verantwoordelijk was voor hun geluk en hun passie daarom moest faciliteren, want diezelfde werkgever zou er immers ook van profiteren als ze gelukkiger waren. De persoon in kwestie wilde eigenlijk juf worden en vond eigenlijk dat zowel de opleiding als het lesgeven in de tijd van de werkgever moest kunnen. Uiteraard volledig betaald, want je gaat natuurlijk niet op salaris inleveren voor je passie. Hier kun je toch als werkgever helemaal niks mee?
Doe waar je gelukkig – en het liefst ook economisch zelfstandig – van wordt, maar accepteer dat de keuzes die je maakt consequenties hebben. Uitzonderingen daargelaten is het moeilijk om álles te hebben. Word in ieder geval geen blaadje sla.