Geef snoep (en gooi die mandarijnen in de soep)

Rijkelijk laat besefte ik vorige week dat het Halloween was. Mijn dochter stond 's ochtends kirrend naast mijn bed, plastic bezemsteel met doodshoofd tussen haar benen. "Het is Hallowee-hien." Ik had niks geregeld. Het feest zit niet in mijn systeem en mijn man haat verklede mensen. Maar hij zat in Japan en dus reed ik 's avonds naar Den Haag, naar een vriendin die hardcore Halloweener is. 'Heb je schmink? Eten? Ze zijn al verkleed.' … 'Oké, we zijn al onderweg'. Ze had draculatandensnoep, doodshoofdgummies en vleermuischips. En er was macaroni. In de auto reikte ik het heksje (Reva, 5) en het skelet (Miro,7) nog wat paprikareepjes aan, als tegenwicht voor de aankomende suikerhausse.
We zitten midden in een snoephoogconjunctuur. Halloween is nog niet achter de aangetaste kiezen of Sint-Maarten staat alweer voor de deur. Voor mijn kinderen zijn het lichtpuntjes, maar als gezonde 'orthorexia-light' moeder word ik altijd wat moedeloos van die enorme hoeveelheden suiker. Verbieden heeft geen zin, weet ik uit ervaring. Niet dat mijn moeder snoep verbood, wij hádden niet eens Halloween in tachtiger jaren Den Haag. Dat snoepverbod legde ik mezelf als volwassene op. Uit angst om dik te worden en voor enge schimmels in mijn darmen. Jarenlang was ik een dogmatische gezondheidsfreak. Resultaat: overdag aan de selderijstengels en 's avonds stiekem snoep schrokken.
“ Sint-Maarten is opeens een morele strohalm om me aan vast te klampen
Zo'n ongezonde relatie wil ik natuurlijk niet voor mijn kinderen. Dus probeer ik relaxed te doen. Via sluiproutes voer ik damage control uit; de aandacht van het gevreet afleiden bijvoorbeeld, door op de achterliggende gedachte van zo'n feest te focussen. Het verhaal van Sint-Maarten lijkt ervoor gemaakt: de heilige Martinus treft een bedelaar in de kou, scheurt zijn mantel in tweeën en geeft een deel aan de stakker. Het feest van vrijgevigheid, mooi. Deel dat snoep! Geef het weg, in godsnaam! In een land waar eigen welzijn steeds vaker eerst komt, mag ik graag een stichtelijke boodschap verspreiden. En dan is Sint-Maarten opeens een morele strohalm om me aan vast te klampen.
Een andere manier om de bulk te reguleren is met duidelijke afspraken. Na de strooptocht mogen ze een x-aantal snoepstukken. Je zit nu eenmaal in het spel van lampionnen, zingen en de verzamelde buit, speel dat dan maar uit ook. Na een dag verhuist het snoep naar een pot die weer verhuist naar de krochten van de voorraadkast. Als er iemand komt spelen mogen ze er samen in afdalen. En tegen de tijd dat de chocoladeletters zich aandienen, heb ik de inhoud allang weg gekieperd.
“ Voor hun gebitjes doet het niks, voor mijn geweten des te meer
Mijn laatste sluiproute tot slot, is die van mandarijnen. Niet voor in het snoepmandje, ben je gek. Die diepe teleurstelling wil ik kinderen met ogen als mini-Marsjes en heesgezongen stemmetjes niet aan doen. Nee, de mandarijnen gaan in de pompoensoep, die daarmee lekker fris wordt. Een voedzame seizoenssoep ter compensatie van al die zoete troep. Een doekje tegen het bloeden. Voor hun gebitjes doet het niks, voor mijn geweten des te meer.
Pompoensoep met mandarijn
Ingrediënten
4 eetl. lekkere olijfolie
1 ui, gesnipperd
2 preistronken, in ringetjes
2 teentjes knoflook, fijngehakt
2 eetl. verse gember, geschild en geraspt
1 flinke flespompoen (ca. 1,2 kg), geschild, pitjes verwijderd en in blokjes
1 mespunt saffraan (optioneel)
1 theel. kaneelpoeder
1 l groentebouillon of kippenbouillon
4-5 bio-mandarijnen
1 hand gehakte hazelnoten
1 klein bosje platte peterselie, fijngehakt
Om te garneren (optioneel)
Dikke yoghurt
Milde chilivlokken

Verhit een ruime pan. Voeg 2 eetlepels olie toe en fruit hierin de ui met de prei tot ze zacht zijn, zo'n 10 minuten. Voeg de knoflook en de gember toe en bak nog 5 minuten mee. Als er kinderen mee-eten die niet gewend zijn aan gekruide smaken, halveer dan de gember (ter geruststelling: door de gember vanaf het begin mee te koken, wordt hij niet pittig, maar zoet).
Voeg de pompoenblokjes toe, samen met de saffraan en de kaneel – wees zuinig met saffraan, je hebt er maar weinig van nodig. Giet de bouillon erbij en kook in zo'n 20 minuten gaar.
Rasp ondertussen de schil van de mandarijnen, pas op dat je alleen het bovenste laagje meeneemt, het witte gedeelte is bitter. Pers het sap van de mandarijnen uit en voeg toe aan de soep.
Meng de mandarijnschil met de fijngehakte peterselie, de resterende olijfolie en een snuf zout.
Rooster de hazelnoten in een droge koekenpan en meng door het mandarijn-peterseliemengsel.
Pureer de soep glad met een staafmixer. Proef en breng eventueel op smaak met zout en peper.
Schenk in kommen. Voor de kinderen serveer ik hem zo, voor ons garneer ik 'm met nog een sliert olijfolie, een dot yoghurt, hazelnoottopping en wat chilivlokken.