Iets met een roze olifant

"Waar spreken we af?", vraagt hij.
Ik wil de Lux voorstellen, omdat ze daar een invalidetoilet hebben waardoor ik dan zelfstandig naar de wc kan, maar zal ik dat erbij zeggen? Of zou hij daar dan op afknappen? Vroeg of laat komt hij er toch achter, maar ik wil niet dat hij nu al denkt dat we overal rekening mee moeten houden door mij. Misschien schrikt dat hem wel af. Of kan ik beter maar meteen eerlijk zijn en alles opengooien? Mijn gedachten gaan alle kanten op. Hier is geen handleiding of protocol voor. Ik besluit het maar gewoon eerlijk te zeggen.
"Zullen we bij de Lux afspreken? Daar hebben ze namelijk invalidetoiletten, dan kan ik zelfstandig naar de wc. En aangezien we bier gaan drinken…" stuur ik terug met een knipoog-smiley erbij. Hij reageert vrijwel meteen: "Shit. Moet ik je helpen? Dat is wel veelgevraagd op een eerste date. Maar als het moet doe ik het."
Ik staar naar m'n mobiel en weet even niet wat ik moet zeggen of denken. Ik wil absoluut niet dat hij me helpt, maar waardeer zijn reactie enorm. Zou hij dat echt menen?
"Als we naar de Lux gaan is dat niet nodig", zeg ik.
Een paar dagen later zit ik, zeven minuten te vroeg, aan een tafeltje in de Lux. Ik ben áltijd te vroeg, om te voorkomen dat mijn date mijn onhandige escapades moet aanzien. Als ik alvast zit, hoef ik alleen nog maar lief te lachen. Ik zit er nét als mijn telefoon gaat.
"Waar ben je?"
"Ik zit al binnen!"
"Ben je zelf binnengekomen?"
"Ja."
"Ik kom eraan."
“ De één geeft een stevige handdruk, de ander een soort boks, soms krijg ik een schouderklopje
Een paar minuten later komt hij op me aflopen. Dit is meestal het meest ongemakkelijk moment van de date: de ontmoeting. Overigens is dit niet alleen bij dates zo, maar bij alle ontmoetingen. Mensen weten vaak niet goed wat te doen. Zelf steek ik meestal mijn linkerarm uit (die is een stuk langer dan de rechter, dus dan zien mensen 'm simpelweg beter), maar de reacties daarop zijn verdeeld. De één geeft een stevige handdruk, de ander een soort boks, soms krijg ik een schouderklopje, maar de meeste mensen tikken met hún elleboog mijn arm aan. Alsof ze de begroeting gelijkwaardig willen maken door met hun elleboog mijn arm(lengte) na te bootsen? Persoonlijk vind ik dat de meest vervelende reactie, dan leg je namelijk zo de nadruk op mijn korte armen. Een gewone handdruk heb ik het liefst.
Mijn date doet niks en ik steek uit ongemak ook m'n arm niet uit. Ik kijk naar hem. Hij lijkt ouder dan op de foto's, maar zeker niet minder knap. Hij heeft mooie ogen, een casual wit shirtje aan met een spijkerbroek en Nikes eronder. Goedgekeurd.
"Hoi."
"Hoi."
"Hoe ben je binnengekomen?" Vraagt hij verbaasd.
"Via de deur." Zeg ik, lachend om mijn eigen grapje.
"Waar is je rolstoel dan?"
"Beneden."
"En hoe ben je hier gekomen dan?"
"Lopend."
Ik zie hem de informatie verwerken. Hij snapt er niks van.
"Ik kan gewoon lopen, alleen geen lange afstanden, dus daarvoor gebruik ik de rolstoel. En om wat hoger te zijn."
"Kan je wel zelf bier drinken?"
"Oh ja hoor", zeg ik lachend. "Maak je daar maar niet druk om."
“ Ergens waardeer ik het hoe hij gewoon directe vragen stelt, maar merk ik ook een kleine irritatie
Hij stelt nog tientallen vragen. Over hoe ik leef en wat ik allemaal wel en niet zelf kan. Ik merk dat we eerst al deze vragen moeten wegwerken, anders komen we niet verder. Iets met een roze olifant. Ergens waardeer ik het hoe hij gewoon directe vragen stelt, maar ik merk ook een kleine irritatie. Wat doet het ertoe? Waarom wil hij meteen álles weten? Hoezo verbaast alles hem zo? Ik begrijp dat je iemand als ik niet dagelijks tegenkomt. En ik begrijp ook dat het dan moeilijk is om een voorstelling te maken van een leven zonder die armen, als je ze zelf wel hebt. Maar om er dan meteen vanuit te gaan dat ik niks zelf zal kunnen…?
Gelukkig ontstaat er na een tijdje een bepaalde rust en gaan de gesprekken langzaam over andere dingen. We bestellen een tweede biertje.
"Eigenlijk zouden lange armen je ook helemaal niet staan, denk ik." Zegt hij dan opeens.
Ik moet mijn lach inhouden door de slok bier in m'n mond.
"Ik ga even plassen." Zeg ik.
Nadat ik naar de wc ben gegaan kijk ik mezelf aan in de spiegel van het invalidetoilet, en concludeer ik dat lange armen me inderdaad niet zouden staan.