Weten wanneer het liefde is

"Je weet het als je het weet", zegt oma altijd als ik haar vraag wanneer je weet of je verliefd bent. Ik graaf in mijn geheugen. Tot dusver was er één moment waarop ik het zeker wist, maar toen wist ik nog niet dat de beste man al een vrouw en een kind had. Inmiddels twee kinderen zelfs. Verder weet ik dat een partner je leven léuker moet maken, maar dat het in de basis met jezelf ook al leuk moet zijn. Dat gaat me best goed af, moet ik zeggen. Ja, tuurlijk voel ik me wel eens eenzaam. Als ik 's avonds alleen in bed lig. Of wanneer ik als enige alleen naar huis ga na het uitgaan, wetende dat mijn vriendinnen lekker naast hun vriendjes kruipen. Maar overall heb ik het pri-ma naar mijn zin als single. Echt waar.
Ik schrik wakker van getoeter op straat. Mijn hoofd bonkt. Als ik mijn ogen opendoe en naast me kijk realiseer ik me dat ik gisteravond niet alleen naar huis ben gegaan. Hij lijkt nog in diepe slaap. Ik draai me om en zoek naar mijn iPhone. Hebbes. Met één oog open lees ik de berichtjes op mijn scherm. "Je bent gespot gister, was gezellig of niet?" Mijn andere oog gaat nu ook open. "Pardon?", stuur ik terug. Een paar vage herinneringen van de avond schieten door mijn hoofd. Heb ik in de kroeg met hem staan tongen? Ik dacht alleen buiten? Dat laatste shotje Salmari had niet gehoeven. Zachtjes wurm ik me onder de dekens uit en loop ik naar de keuken om een glas water te drinken. Nadorst. Als ik weer terug in bed kruip kom ik niet meer in slaap, in tegenstelling tot de man naast me die nog steeds in comateuze toestand lijkt te verkeren. Ik stap uit bed en ga twee meter verder op de bank liggen en zet de tv aan.
“ Hij ademt nog wel toch?
Als zorgverlener Nine anderhalf uur later binnenkomt om mij te helpen met douchen vraag ik haar lachend of ze zachtjes wil doen, omdat er nog 'iemand' ligt te slapen. Mijn zorgverleners zijn vrijwel allemaal studenten die bekend zijn met deze gang van zaken. Ik pak twee handdoeken uit de kast en loop met Nine naar de badkamer. Na het douchen vraag ik haar of ze even in de keuken wil wachten – ik wil liever niet dat mijn gasten ongevraagd geconfronteerd worden met andere vrouwen als ze nog in mijn bed liggen. Ik doe de deur een stukje open en kijk naar het bed waar ieder teken van leven uitblijft.
"Hij ademt nog wel toch?", vraagt Nine lachend als ik de keuken in kom. Vast wel. Wil je me helpen met croissantjes maken? Samen rollen we het deeg op de bakplaat. Nadat de croissantjes klaar zijn gaat Nine weer weg. Om 12.00 uur app ik Stijn, mijn beste vriend, dat er nog steeds een man in mijn bed ligt en ikzelf al gedoucht ben, mijn haren heb geföhnd, de kamer heb opgeruimd én croissantjes heb gebakken.
"Schat, doe normaal, maak hem wakker!"
Is dat niet zielig?
"Eef, je maakt hem wakker. Nu. Je bent geen hotel."
“ Oh, nog één ding, kun jij een morning-afterpil halen?
Ik zet het bord met croissantjes naast hem neer en prik in zijn wang. Hij doet één oog open en slaakt een diepe zucht. Een walm van alcohol met ochtendadem vult mijn neus, maar ik verman mezelf en laat niks merken. Ik schuif de gordijnen open, pak een croissantje en ga naast hem in bed zitten. "Wil je ook?", vraag ik. "Zometeen misschien", zegt hij met een schorre stem. "Wil je koffie?" Hij knikt. Dit is echt zo'n man die de man flu heeft als hij ziek is, denk ik. Dit hele o-ik-voel-me-zo-ellendig-tafereel duurt nog een uur waarin hij welgeteld een half croissantje opeet.
Oh, nog één ding, kun jij een morning-afterpil halen?, vraag ik hem als hij in de deuropening staat. "Ja, nee, tuurlijk. Ja. Ik ga hem meteen halen", zegt hij terwijl hij zijn emoties over deze vraag verbergt. Ik proest het uit. "Grapje!", zeg ik lachend. "Ik kan er oprecht wel eentje voor je halen", benadrukt hij met een stalen gezicht. Ik stop met lachen. "Nee, niet nodig. Ik heb een spiraal, het was echt een grapje." "Goed, ik ga. Fijne dag." En weg is hij.
Ik plof op de bank. Een ding weet ik zeker: dit was 'm niet.