Nog stééds hoge nood voor vrouwen

Geloof me, Koningsdag is één van mijn lievelingsdagen in het jaar. Dat maakt het extra jammer dat het zo'n antifeministische feestdag is. Niet alleen omdat straatintimidatie door bezopen mannen immaterieel erfgoed lijkt, maar ook vanwege een ander terugkerend fenomeen. Want hoewel Amsterdamse Koningsdagen behoorlijk onvoorspelbaar kunnen zijn, is één aspect onvermijdelijk: het blaasprobleem. Tja, we drinken een boel en banjeren vervolgens met volle blaas door de stad. Voel je drang? Dan is het eigenlijk al te laat. Legaal urineren, zonder bijna in je broek te plassen, is zowat onmogelijk. Nou ja, als je een vrouw bent.
Wat een verschil met de mannen! Die urineren unapologetically de grachten geel én kunnen ook nog eens alle gratis plaskrullen en urinoirs gebruiken. Vrouwen zijn daarentegen overgeleverd aan onvoorstelbaar lange rijen of een barmhartige Samaritaan die zijn toilet openstelt voor vreemden in nood. En wanneer de nood echt te hoog wordt, riskeren vrouwen ongewild een boete voor wildplassen.
Die toiletongelijkheid bestaat natuurlijk het hele jaar, maar legt zichzelf op Koningsdag pijnlijk bloot. Constant op zoek naar de volgende wc-mogelijkheid, als een nicotineverslaafde naar een sigarettenautomaat. Zie je, bij wijze van Koningsdag-oase, een vrije niet-te-gore-wc? Dan ga je, ook al hoef je (nog) niet. De toekomst is onzeker en de volgende wc-mogelijkheid ongewis. Het jaarlijkse blaasprobleem is bekend; gemeentes beloven al jarenlang om de toiletgelijkheid te vergroten, maar het is ieder jaar hetzelfde liedje.
“ Meer dan een halve eeuw later, is de toiletongelijkheid nog steeds te groot
Deze problematiek is stokoud. Al in 1970 voerden de heldinnen van Dolle Mina actie voor gelijk plasrecht. Openbare toiletten voor vrouwen bestonden toen niet en cafébezoek was voor vrouwen not done. Als vrouw kon je alleen tegen betaling urineren in winkels als V&D. En mannen? Die mochten wél overal hun behoefte doen. Daarom bezette Dolle Mina de openbare urinoirs en bond ze dicht met roze linten. Mannen in hoge nood moesten voortaan ook maar 10 cent betalen!
Openbare toiletten zijn een beleidskwestie: de overheid bepaalt waar toiletten komen te staan. Maar toen publieke toiletten hun entree maakte, was ons enige recht het aanrecht. Vrouwen bleven thuis en hadden geen publiek toilet nodig, ze werden gegijzeld met een urinegordel. Zonder publiek toilet konden ze maar voor korte tijd buiten zijn. Uiteindelijk kwam de plasaandrang en moest je naar huis. Meer dan een halve eeuw later, is de toiletongelijkheid nog steeds te groot. Voor mannen zijn er bijna twee keer zoveel openbare toiletten beschikbaar, terwijl wij toch echt 50 procent van de bevolking uitmaken.
Vrouwen moeten het levenswerk van Dolle Mina daarom blijven voortzetten. Dat sommige vrouwen hun wildplasboetes aanvechten, of gewapend met plasbuizen strijden voor toiletten in NS-sprinters, is inspirerend.
“ Het zorgt vast voor grote paniek, volgeplaste broeken en overstroomde grachten
De dichter Salomon Cohen beschreef de toiletongelijkheid in 1970 al mooi:
mannen mogen gratis plassen
in zo'n prachtig steen gebouw
maar de vrouw moet geld verbrassen
die zit altijd in het nauw
Koningsdag kan symbool worden voor deze emancipatiestrijd, dus volgend jaar moeten we de urinoirs en plaskrullen op 27 april afzetten met oranje lint. Dat zorgt vast voor grote paniek, volgeplaste broeken en overstroomde grachten. En na jarenlange loze beloftes, hopelijk ook voor gelijke plasrechten.