Close

Aan de ketting

01 augustus 2023 09:08 / Eva Eikhout
Columnist background Columnist image
L Liefde, seks en daten gaan echt niet altijd over rozengeur en romantiek, maar zijn ook véél te leuk om helemaal geen kans te geven, weet presentator Eva Eikhout (27) uit ervaring. Levert het geen blijvertje op? Dan in ieder geval weer een (goed) verhaal. En vanaf deze plek deelt ze die met ons.

Een oplettende kijker heeft het wellicht al via Instagram of TikTok vernomen, maar ik, Eva Johanna Eikhout, zit aan de ketting.

"Ik hoop niet dat je snel een relatie krijgt", zei Lizzy (hoofdredacteur van deze website) toen ik in januari als columnist begon.

"Lijkt me sterk", antwoordde ik naïef als ik was. Wie had gedacht dat ik drieënhalve maand later (op 16 april om precies te zijn) verkering zou vragen aan Joost? Uitspraken zoals 'Dit is mijn vriend' of 'nee, ik kom nu bij mijn vriend vandaan' voelen soms nog steeds raar om hardop te zeggen. Maar goed, inmiddels komt het alweer bijna vier maanden steevast mijn mond uit. Soms tot vervelens toe, sorry Joost. Als we bijvoorbeeld samen op een feestje in Nijmegen zijn en ik veel mensen ken, dan wil natuurlijk bij iedereen pronken met mijn mega knappe vangst. En dan kan het zomaar gebeuren dat Joost vrijwel de hele avond alleen maar handjes van onbekenden moet schudden.

Maar goed, zoals ik wel vaker heb geschreven, ben ik wel afhankelijk van dagelijkse zorg. Vooral bij het opstarten van de dag heb ik even hulp nodig met aankleden, haren doen, ontbijt maken, dat soort dingen. En thuis heb ik daarvoor zorgverleners in dienst. Leuke meiden die er iedere ochtend voor zorgen dat ik gewassen en gestreken de deur uit ga. Maar Joost woont een stuk verder weg, dus dan zijn die meiden er niet. Ook niet zo erg, want ik hoef ook niet altijd een derde persoon erbij te hebben als we op zondagochtend lekker samen wakker worden. Het betekent alleen wel dat ik me af en toe moet overgeven aan zijn hulp...

Ik wil koste wat kost voorkomen dat Joost mijn zorgverlener wordt

"In welke wet val jij dan", vraag ik aan Marieke, die ook in een rolstoel zit. We werken samen aan een project voor het ministerie en zaten te lunchen in Eindhoven.

"WLZ (wet langdurige zorg), ZVW (zorgverzekeringswet) en WMO (wet maatschappelijke ondersteuning)."

"Huh? WLZ én ZVW? Maar WLZ is toch alleen voor mensen die 24/7 toezicht nodig hebben?"

"Ja, dat heb ik ook nodig door mijn verslikkingsgevaar. Ik heb niet genoeg kracht om mijn longen schoon te hoesten wanneer ik mij verslik. Jij dan?"

"Ik heb ZVW voor de persoonlijke verzorging, drie uur per dag. En huishoudelijke hulp vanuit de WMO."

"En heb je een vriend", vraagt ze.

"Ja, sinds kort. En jij?"

"Al elf jaar."

"Elf jaar? Dat is lang. En helpt hij jou dan ook soms?"

"Hij is mijn beste zorgverlener", roept ze. 

Ik probeer mijn oordeel hierover te verbergen. Ik wil namelijk koste wat kost voorkomen dat Joost mijn zorgverlener wordt.

"Mijn vriend helpt me soms wel, maar ik wil proberen dat zoveel mogelijk te voorkomen. Ik wil zijn vriendin zijn en niet zijn client."

"Tsja, dat zei ik ook altijd, maar ik heb nu elf jaar een relatie en het sluipt er toch in."

Ik krijg grotendeels zelf mijn kleren aan, en Joost en ik douchen meestal gezellig samen

Ik wil ertegen ingaan, maar besef me dan dat het geen eerlijke vergelijking is. Marieke is een stuk meer zorgbehoevend dan ik. Ik kan (thuis) zelf naar het toilet, krijg grotendeels zelf mijn kleren aan en Joost en ik douchen meestal gezellig samen. Bij Marieke komt er veel meer bij kijken wat zou betekenen dat er dus ook veel meer zorgverleners over de vloer komen. En dat is altijd een inbreuk op je privacy.

"Ik begrijp je wel hoor", zegt ze dan. "Eigenlijk ben ik er ook op tegen, maar de zorg is momenteel dusdanig beneden peil dat ik soms ook gewoon gedwongen word om het aan mijn vriend te vragen. Ik zie om me heen steeds meer mensen terugvallen op hun partners, omdat er gewoon geen personeel meer te vinden is. Helaas."

In de auto terug naar huis FaceTime ik Joost. Ik vertel hem over Marieke en het gesprek dat ik met haar had. 

"Ze vertelde dat de zorgverlener rol er stiekem inkruipt bij de partner na verloop van tijd."

"O", zegt Joost droog. 

"Maar bij ons gaat dat niet gebeuren, hoor schat."

"Nee, daar zorg jij wel voor."

"Ja, maar jij ook wel toch? Jij moet het ook aangeven als je iets niet fijn vindt."

"Doe ik ook schatje, ik ga jou zo snel mogelijk leren hoe het koffiezetapparaat werkt bij mij thuis. Dan kun je mooi zelf koffiezetten voortaan", zegt hij met een grijns.

Ik val stil en lach naar hem. Door deze opmerking voel ik me die blonde-vriendin-die-niet-weet-hoe-het-koffiezetapparaat-werkt. En ik zou me niet anders willen voelen.