Misdadige meisjes

Once upon a time was ik een misdadiger. Toen ik een jaar of 10 was, pleegde ik een winkeldiefstal. Het plaats delict was drogisterij Kruidvat in Winkelcentrum Keizerslanden in Deventer. Geen voor de hand liggende Haribo-roof, snoep heeft me nooit geïnteresseerd, maar naast die grote plastic bakken met gelatinekikkertjes en -varkentjes, doemden haaraccessoires op. Een elastiek in het bijzonder trok direct mijn aandacht, met een grote witte roos erop. Wat er toen in mijn pre-puberale bovenkamer gebeurde, begrijp ik nog steeds niet. Impulsief pakte ik de stoffen bloem en propte hem in mijn jaszak. Een vlekkeloos debuut als winkeldief was het niet; over de alarmpoortjes had ik geen seconde nagedacht. Ik hoorde snerpend gepiep en een winkelmedewerker keek direct mijn kant op. Instinctief keek ik haar brutaal aan en haalde mijn schouders op. Alsof ik wilde zeggen: ik heb heus niets gestolen, hoor! En zo kon ik mijn weg veilig vervolgen.
Toen ik gisteren las over de nieuwe onderzoeken naar vrouwelijke jeugdige misdadigers, moest ik terugdenken aan mijn eigen jeugdzonde. Het aantal meisjes dat verdacht wordt van een misdrijf is namelijk met 42 procent gegroeid, kopten de kranten. Dat zou nogal een opvallende stijging zijn. Maar het is maar zeer de vraag of meisjes tegenwoordig echt zoveel meer strafbare feiten plegen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat meisjes simpelweg beter zijn in misdrijven plegen. Ze opereren in groepen, zijn een stuk geraffineerder en worden daardoor een stuk minder vaak gepakt dan jongens.
“ Meisjes en jongens moeten gelijk worden behandeld; niet alleen als meisjes worden achtergesteld
In de hele justitieketen hebben politie en justitie moeite om meisjes als misdadigers te zien. Het onbewuste vooroordeel heerst dat meisjes geen daders zijn, maar het tegendeel is waar. Meisjes plegen allerlei soorten misdrijven, ook ernstige. In de georganiseerde misdaad spelen vrouwen zelfs een belangrijke rol. Toch is het politieonderzoek voornamelijk gericht op mannen en zo ontspringen vrouwen de dans. Ook de strafoplegging is vaak ongelijk. Vrouwen krijgen voor dezelfde misdaden lichtere straffen. En omdat bij vrouwelijke misdadigers meer wordt gefocust op de achterliggende problematiek, kiest justitie ook eerder voor hulpverlening dan straf.
Meisjes en jongens moeten gelijk worden behandeld. Niet alleen als meisjes worden achtergesteld, maar ook als ze worden voorgetrokken. Liever niet door harder op te treden tegen jonge vrouwelijke daders, maar door bij jongens ook eerder op hulpverlening aan te sturen. Net als meisjes, plegen veel jongens hun misdrijven net zo goed vanwege achterliggende problematiek en trauma's.
“ De roofbuit bewaarde ik nog een paar weken in mijn jaszak
Daarom moet er meer onderzoek worden gedaan naar delictgedrag, zodat we toekomstige misdrijven vaker kunnen voorkomen. Laat die blinde vlek voor vrouwelijke daders dus maar steeds meer verdwijnen.
Waarom ik ooit diefstal pleegde, weet ik eigenlijk nog steeds niet. Die alarmpoortjes kwam ik ongeschonden door, maar het haarelastiek heb ik nooit gedragen. De schaamte was te groot, denk ik, dus bij thuiskomst vond ik het elastiek niet mooi meer. De roofbuit bewaarde ik nog een paar weken in mijn jaszak. Toen mijn angst voor ontdekking eindelijk was verdwenen, ontdeed ik me van het laatste bewijsmateriaal. Tot ik deze column schreef; als strafrechtadvocaat weet ik gelukkig dat daders onder de 12 jaar niet strafrechtelijk kunnen worden vervolgd en bovendien is mijn misdaad allang verjaard.