Ik leg de Lego-steentjes wat verder uit elkaar zodat ik beter kan zien wat er voor me ligt, maar dat helpt niet. Ik draai het instructieboekje nog eens om. Als ik zo kijk, zie ik misschien beter wat ik mis. Mijn brein dwaalt af: is het heel erg om een stukje chocolade uit de adventkalender van je kind te pikken? Laat maar, ik loop wel naar de la. Mijn hersenen hebben wat sap nodig om te bouwen. Ah! Overgebleven kruidnoten, een beetje zompig, maar verder prima. Al kauwend zijn Pax en ik op zoek naar een steentje, zonder kunnen we niet verder. Ik word gek. Ik kijk nog eens naar de leeftijd op de doos: 6+. Kom op gast! Dit kan jij, zeg ik tegen mijn 40+ zelf. Wat zeg je mama? Niks schatje.
Het ontbrekende steentje ligt al die tijd ergens onder de tafel, verstopt langs de rand van het kleed. Ongetwijfeld daarheen geschoven door een kattenpoot, of een mensenpoot. Maar zonder dit stukje komen we niet verder, snap ik er niks meer van en werkt het hele ding niet. Gekmákend.
Een beetje zoals al die biologieboeken voor scholieren waarin de clitoris niet volledig staat afgebeeld. Waar alleen maar een klein knopje te zien is, in plaats van een heel orgaan van ongeveer dezelfde formaat als een penis. Alsof je een voet afbeeldt zonder tenen. Of de mond weglaat bij een gezicht. Een ruggengraat bij een skelet. Of stel je toch voor: een eikel zonder schacht. En dat dan anno 2022.
Ik lees het bericht van AT5 met verbijstering. We hebben zelfrijdende auto’s, robots die op afstand hersenen kunnen opereren en algoritmen die ons beter kennen dan wij onszelf. Maar een clitoris, een orgaan wat de helft van de mensen op aarde heeft, correct afbeelden dat lukt niet.
Als je niet weet hoe een clitoris eruitziet, kun je ook nooit echt weten hoe het orgaan werkt. Dat het veel groter is dan het kleine knopje dat je aan de buitenkant ziet omdat de rest opgeborgen zit aan de binnenkant. Dat het net zoals een penis kan opzwellen als het gestimuleerd wordt. Als je opgewonden bent, stroomt er meer bloed naar de clitoris, zwelt ze op, als het ware om je vagina heen en wordt de vagina tegelijkertijd vochtiger, waardoor penetratieseks lekker kan zijn. Maar je kan dus niet aan de buitenkant zien of je clitoris opgezwollen is, zoals bij een penis, en het kan ook even duren voordat je op dat punt bent, maar die tijd moet je jezelf gunnen – en nemen – omdat penetratieseks anders pijnlijk en onaangenaam kan zijn. Zeg maar: het allerlaatste wat het hoort te zijn.
We weten als sinds 1672 (!!!) hoe de clitoris eruitziet. Hoe groot het daadwerkelijk is en waar het zit. Het was uitgerekend een Nederlander – Reinier de Graaf – die het destijds ontdekte.
Maar steeds verdween de clitoris weer uit de medische boeken, omdat… ja, omdat vrouwelijk seksueel genot niet relevant was, omdat het geen doel zou dienen bij het krijgen van kinderen. Of onderdrukt moest worden, omdat men bang was voor vrouwelijke lust. Dit leerde ik allemaal pas toen ik bijna 40 was. Toen ik prof. dr. Ellen Laan leerde kennen, en haar baanbrekende werk op het gebied van de seksuologie. Het is eeuwig zonde dat zij begin dit jaar, veel te vroeg overleed maar zij wilde één ding: de clitoris in alle biologieboeken zodat jongens en meisjes kunnen leren hoe hun lichaam echt werkt. Hoe vrouwelijk genot echt werkt.
De uitgeverijen van die biologieboeken hebben beterschap beloofd. Maar dat gaat minstens anderhalf jaar duren heb ik begrepen.
Daar moeten we niet op wachten. Lekker met een kopje koffie erbij, een beetje grasduinen online om bij te lezen over hoe je clitoris echt werkt, tussen het wandelen en rommelen door. Google maar op Ellen Laan. Dat gun ik iedereen.
Fijne zondag! Liefs, Eva
Discussion about this post
No posts