Het is donderdag 19.29 uur. Mijn draaiboek voor de uitzending is in grote lijnen klaar: ik heb een gesprek met de minister die zich bezighoudt met een van de moeilijkste dossiers op dit moment, de directeur van het Metropole Orkest en een muzikant schuiven aan om te praten over Robbie Williams met wie ze hebben samengewerkt. Ik twijfel tussen een mini-snickers en een mini-bounty. Vandaag ben ik meer kokos, besluit ik.
Ik verheug me erop om opgemaakt te worden, even mijn hoofd warm laten föhnen. Om 19.30 uur plof ik in de make-up-stoel als mijn telefoon oplicht: Queen Elizabeth is dood. Nog voordat ik het bericht uit heb gelezen, sta ik op de redactievloer tussen mijn collega’s. De uitzending die we hadden voorbereid wordt van tafel geveegd en met minder dan drie uur tot de uitzending beginnen we vanaf nul weer te bouwen.
‘Dát beeld, dat moeten we hebben!’, schreeuwt iemand, wijzend naar een beeldscherm waarop de BBC keihard aan staat. De rest roept namen, vrij associërend, van gasten die we willen uitnodigen, terwijl anderen direct beginnen te bellen. ‘Hi Barrie, met Ward spreek je van de redactie van Jinek...’ In de montagesets achter me zijn de beeldredacteuren al aan het spotten en knippen. Er worden taxi’s geregeld, de samensteller van dienst tikt driftig in een leeg draaiboek, want alles wordt anders.
Mijn redactie is een mierenhoop en een bijenkorf tegelijk – iedereen weet wat-ie moet doen – het enige verschil is het volume. Ik weet wat mij te doen staat: alle eindjes die nu zo snel worden geregeld en bedacht door iedereen straks soepeltjes aan elkaar knopen in een mooie uitzending. Met exact de juiste toon: niet te zwaar, niet te licht, informatief, met warmte, humor. Hoe ik dat ga doen? Ik heb geen tijd om daarover na te denken, want ik moet me inlezen.
In een ander leven zou dit alles me bang maken. Maar ik heb zeven jaar bij de NOS gewerkt, als redacteur en presentator. Daar ben ik definitief een nieuwsmens geworden en zoals ieder nieuwsmens je overal op aarde zal vertellen: er gaat niets boven breaking news.
De korte tijd die we nog hebben vliegt voorbij. In de geïmproviseerde repetitie blijken alle filmpjes voor de uitzending nog niet af. Heel even voel ik mijn hang naar controle aan me knagen. Hoe zalig ik breaking news ook vind: alles wat ik kán voorbereiden, wíl ik voorbereiden. Maar de beelden die ik in de uitzending veelvuldig zal gebruiken kan ik nog niet zien, en dat moet ik loslaten. Ik weet dat ik op mijn beeldredacteuren kan rekenen. ‘We zijn rond’, galmt het door de studio en dat betekent dat alle gasten die we nodig hebben zijn geboekt.
Even later tellen de rode lampjes van de klop boven mijn camera af naar de uitzending. Nog 1 minuut en 58 seconden totdat we live gaan. Heb ik nog gedachten zo vlak voordat ik begin? Niet echt. Vloeibare concentratie, zo voelt het. Ik lach naar mij tafelgast Tim de Wit, ex-correspondent en mijn oud-collega van de NOS. We weten exact wat we aan elkaar hebben. Bij 10 seconden tot live schraap ik mijn keel voor de laatste keer. Het voelt een alsof ik in een achtbaan stap: ik weet niet waar de bochten zitten, of wanneer ik onderste boven ga hangen. In het echte leven heb ik heel erg hoogtevrees, maar hier niet.
Ik hoop dat je een heerlijke zondag hebt.
Liefs van mij.
Discussion about this post
No posts