Ah, daar gloort er weer één aan de horizon! Een tankstation, mét wegrestauratie. Mijn hart maakt een sprongetje op deze uitgestrekte snelweg diep in het zuiden van Europa. Het liefst zou ik bij elke grote benzinestation stoppen, maar ik weet dat er zijn grenzen aan wat je van je partner en kind kunt verlangen. In mijn voorliefde voor functionele retail sta ik alleen, dus ik houd me netjes in, doe heel laissez-faire, lekker relaxt, tralala, maar als we een tijdje onderweg zijn, drop ik strategisch: 'Hé, het water is op', of: 'Pax moet naar de wc?' en 'Jij wil wel een koffietje, toch?', terwijl ik uit het raam kijk. Tegenwoordig zegt Pax vaak: 'Mama, ik blijf wel bij Papa in de auto, oké'. Hij is 4, maar ik denk dat hij mij doorheeft.
Het shopje aan de voorkant geurt naar benzine, zo sterk dat ik even terugdeins. Als iemand nu een lucifer afsteekt gaan we geheid met z’n allen de lucht in. Of is dat mijn zwangerschapsneus? Geroutineerd laat ik mijn blik over het assortiment glijden: inheems speelgoed, jerrycans vol lokale olijfolie die naast de jerrycans voor benzine staan. Ik bepotel de tijdschriften die ik toch niet kan lezen – er ligt zelfs een blad met trouwjurken! Nog meer bonuspunten, want mijn favoriete autosnack is op voorraad: maiz gigante, gefrituurde maïskorrels.
De man achter de kassa zegt 'Ola' alsof hij er al 63 jaar staat. Misschien is dat zo. Hij heeft een neonhesje aan alsof het gevaarlijk is om daar achter de kassa te staan, alsof hij ieder moment de snelweg over moet. Ook dat zou waar kunnen zijn.
En dan, puur genot: het winkeltje breekt onverwachts open richting de bar en cafetaria erachter, compleet met systeemplafond, oranje plastic stoelen en vijf eenzame reizigers die eten in gezelschap van een breedbeeldtelevisie in de hoek.
Op de bar staan eeuwig houdbare aardappelsalade, Iberico ham en grote plakken schapenkaas onder glazen stolpjes. De knappe vrouw achter de bar is zichtbaar verbitterd. Meteen word ik in haar leven gezogen: wie heeft haar wat aangedaan? Komt ze hier vandaan? Kwam ze hier voor hem? Heeft hij haar bedrogen? Als onze blik kruist, lach ik mijn liefste lach naar haar maar ze kijkt alleen maar nog bozer. Ik aai preventief over mijn bolle buik, zo van: dood mij niet, ik ben zwanger. Ik bestel een alcoholvrij biertje en de olijven met augurken-mix. Terwijl ze zuchtend mijn bier pakt, kijk ik rond. Het is volmaakt: aan een linoleum tafel dept een man brood in een bord met wat lijkt op bonensoep terwijl hij met z'n andere hand Candy Crush speelt op zijn iPhone. Boven zijn hoofd hangt een gigantisch fotoportret van twee biefstukken die in hun eigen sap liggen. Als je ooit een duwtje nodig had om vegetarisch te worden: dit plaatje gaat je op weg helpen.
Buiten op het stoffige terras drinken we onze drankjes en bewonderen we de glooiende heuvels. Daar valt me pas op dat iemand de mini-augurkjes IN de olijven heeft gestopt... Dat moet die vrouw achter de bar zijn! Dáárom is ze zo boos.
Voordat we weggaan koop ik een sleutelhanger met de naam 'Manuel' erop. Ik ken niemand die Manuel heet maar elke keer als ik die sleutelhanger zie, zal ik denken aan dat benzinestation in de verlaten heuvels van Andalusië. Stof, hitte, biefstuk, augurkjes en koud bier. Vakantie!
Liefs, Eva
p.s. Dit is een maandagavondnieuwsbrief omdat het buiten nog steeds niet echt lente is. En omdat de meivakantie binnenkort begint en omdat voorpret de helft van het genot is, toch? En omdat ik door de jaren heen hebt gemerkt dat het de kleinste dingen zijn, in plaats van de megalomane gebaren, die mij het echt het gevoel van vakantie geven.
Discussion about this post
No posts